Precisielandbouw

Binnen de programmalijn Precisielandbouw wordt techniek ingezet en data verzameld om de specifieke behoeften van gewassen en de veestapel helder te krijgen en te optimaliseren. Dit vertaalt zich bijvoorbeeld in nauwkeurige metingen van onder andere grond, water, gewassen, broeikasgassen, melkgiften en individueel koe gedrag.

Bij Agro-innovatiecentrum De Marke wordt precisielandbouw gebruikt om aan emissiedoelen te voldoen en wordt de inzetbaarheid en werkbaarheid van techniek voor melkveehouders en agrariërs onderzocht. Veel nieuwe technologie is nog niet ‘praktijkrijp’, waarbij wordt gekeken naar de toegevoegde waarde voor de optimalisering van natuurinclusieve-, klimaat slimme- en kringlooplandbouw. Het doel is niet enkel en alleen om data te verzamelen, maar om inzichten te creëren waar agrariërs iets mee kunnen. Zo helpt het bijvoorbeeld om tijd effectief in te delen en meer focus te hebben op de juiste zaken.

Onderzoek precisielandbouw op De Marke

Bij De Marke wordt technologie getest en gevalideerd die wellicht nog in de kinderschoenen staat of nog onbekend is bij melkveehouders en agrariërs. Het doel is hierbij het onderzoeken of er toegevoegde waarde is én waar die dan zit. Twee praktische voorbeelden hiervan zijn dat De Marke aangesloten is bij het nationale testcentrum voor emissiesensoren en het Nederlandse Proeftuin Precisie Landbouw (NPPL).

De toekomstvisie van De Marke op precisielandbouw is een zo veel mogelijk autonoom bedrijf, waarbij data zorgt voor werkzame inzichten. Zo kan direct inzicht verkregen worden in de status van de veestapel en gewassen en direct operationele, tactische en strategische keuzes gemaakt worden.

De Marke richt zich op verschillende aspecten, die op hun beurt weer samenhang hebben met de andere programmalijnen, zoals:

1. Het waarnemen van de uitstoot van broeikasgassen en ammoniak

Dankzij geavanceerde sensoren wordt de uitstoot in en rondom de stal gemonitord. Veranderingen in management kunnen zo direct inzichtelijk gemaakt worden. Een voorbeeld hiervan is het bedruppelen van de vloer in de melkveestal en het gemeten effect dat dit heeft op de uitstoot. Daarnaast is De Marke nationaal testcentrum voor emissiesensoren vanuit LVVN.

2. Gewasmanagement en bodem

De loonwerkers die het werk verrichten bij De Marke maken gebruik van NIR-sensoren om gewasopbrengsten te meten en inzichten te krijgen in de toediening van meststoffen. Met behulp van satellieten wordt grasgroei gevolgd en gemodelleerd om het ideale oogstmoment te beslissen. Met behulp van de aanwezige weegbrug wordt de opbrengst nauwkeurig, per perceel, gemeten en worden monsters van de oogst genomen om een zo breed mogelijke dataset te creëren. Tijdens het weidegangseizoen worden ook vers grasmonsters genomen. Ditzelfde gebeurt voor de bodem, van ieder perceel worden bodemmonsters genomen, om zo inzicht te krijgen in bijvoorbeeld de vochthuishouding, stikstofleverend vermogen, organische stof gehalte, koolstof en pH-waardes.

3. Voeren en optimaliseren

Met behulp van zogenaamde meetweken wordt precies bijgehouden wat er gevoerd wordt en hoeveel restvoer er is. Op deze manier wordt inzicht gecreëerd in de bijdrage van emissie door het rantsoen, maar ook verwachte melkgift ten opzichte van de behaalde. Daarnaast wordt onder andere rekening gehouden met het ruw eiwitgehalte in het rantsoen, stikstofefficiëntie en verwachte melkgiften.

4. Gezondheidsmonitoring van het melkvee

De koeien bij De Marke worden 24/7 gemonitord met onder andere activiteitsensoren en verschillende sensoren in de melkrobot. Veranderingen in melkgift, celgetal of minder herkauwactiviteit worden zo direct opgemerkt. Zo is er vroegtijdig inzicht in veranderingen en worden mogelijke ziektes sneller herkend. Eerder ingrijpen zorgt zo voor een lager medicijngebruik en helpt mee aan het verminderen van antibiotica.