Circulaire glastuinbouw
De glastuinbouw is een zeer efficiënte productiesector. Zo recirculeren moderne bedrijven steeds vaker hun meststoffen en water en gaan er geen nutriënten of gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlaktewater. De volgende stap is écht circulair werken.
In Nederland, Europa en wereldwijd wordt ingezet op de overgang naar een circulaire economie. Ofwel: een economie waarin zoveel mogelijk duurzame, hernieuwbare grondstoffen en producten worden gebruikt, hergebruikt en zo lang mogelijk in kringlopen meegaan. Zo wil Nederland dat in 2030 het gebruik van primaire grondstoffen (mineralen, metalen en fossiel) is gehalveerd, en dat de economie in 2050 volledig circulair is.
Boedijn: “Dat betekent dat veel sectoren flinke stappen moeten zetten.” Dat geldt ook voor de glastuinbouw. Die sector is in veel opzichten al ontzettend efficiënt, waardoor grondstofverbruik én milieu-impact steeds verder afnemen.
Afhankelijkheid niet-hernieuwbare grondstoffen
Efficiëntie op eigen bedrijf is echter niet genoeg voor een circulaire sector, aldus Boedijn. Zelfs de efficiëntste kassen zijn afhankelijk van lineaire ketens en niet-hernieuwbare grondstoffen. Denk aan aardgas voor energie, CO2 en stikstof. Of aan fosfaatgesteente (P) en potas (K) dat uit mijnen wordt gewonnen om meststoffen van te maken. Basalt en veen voor groeimedia. Ruwe olie voor plastic.
De natuurlijke reserves van deze grondstoffen zijn eindig. Bovendien leidt de huidige manier van produceren en consumeren tot het verlies van grondstoffen en een negatieve impact op het milieu. Daarnaast produceert de glastuinbouw nog altijd afvalstromen met laagwaardige toepassingen.
Uitdagingen voor de glastuinbouw
Boedijn: “De glastuinbouw heeft alles in zich een circulaire sector te worden. Maar daarvoor zijn dus nog wel enkele uitdagingen. Samengevat zijn die: minder afhankelijkheid van primaire (eindige) grondstoffen, geen afvalstromen meer, het produceren waardevolle reststromen, upcyclen van eigen en externe reststromen, en het terugdringen van schadelijke emissies naar bodem, water en lucht. En tegelijk moet de glastuinbouw gezonde producten van hoge kwaliteit kunnen blijven leveren.”
Onze bijdrage aan een circulaire glastuinbouw
Wageningen University & Research draagt daaraan bij door onze expertise en ons netwerk op gebieden als meststoffen, groeimedia, CO2, water, biomassa, plastics en cross-overs. WUR is daarbij actief op de volgende terreinen:
Alternatieve grondstoffen en bronnen identificeren
Materiaalstromen kwantificeren en de kwaliteit in
kaart brengen
kaart brengen
composteerbaar plastic, een nieuwe CO2-bron of een alternatieve bron
van water te werken? Is het veilig voor het gewas? Hoeveel is er beschikbaar en wanneer? Vaak zijn er allerlei vragen over nieuwe materiaalstromen, maar ontbreekt de basiskennis. Wij brengen materialenstromen in kaart op kwantitatief en kwalitatief, zowel op bedrijfs- als sectorniveau, om deze kennis te bouwen.
Testen, integreren en evalueren van nieuwe
technologieën
technologieën
of het inderdaad een valide alternatieve bron is voor gebruik in de
glastuinbouwsector. Op dit moment testen we bijvoorbeeld nieuwe ‘Direct Air Capture’-machines die CO2 uit de buitenlucht trekken.
Herontwerp van systemen
afvalstromen meer produceren en uitsluitend gebruik maken van hernieuwbare bronnen, wat voor kas hebben we dan nodig? Onze experts werken aan integraal herontwerp voor kassen die passen bij een glastuinbouw binnen een circulaire economie.
Impact meetbaar maken en oplossingen vergelijken
hun producten of services, maar zij willen ook weten wat hun
duurzaamheidsinvestering oplevert. Wij kunnen helpen door het vergelijken en evalueren van verduurzamingsoplossingen en -richtingen binnen het circulaire speelveld. ‘Material Flow Analysis’ en ‘Life Cycle Assessment’ zijn tools die wij hiervoor kunnen gebruiken.
Het programma Circulaire Glastuinbouw is gebaseerd op de materiaalstromen die de glastuinbouw in- en uitgaan en het samenspel van deze stromen. Onze expertises: