Gewasdiversiteit

Gewasdiversiteit

Staan er verschillende gewassen op een akker na elkaar, naast elkaar of door elkaar, dan is er sprake van gewasdiversiteit. Het tegenovergestelde is een monocultuur met slechts één gewas op een perceel. Gewasdiversiteit biedt voordelen voor natuur en boer. Wageningen University & Research doet daarom onderzoek naar de kansen voor meer gewasdiversiteit in de landbouw.

Gewasdiversiteit als alternatief voor monocultuur

Grote percelen waarop één gewas wordt geteeld, is een arbeidsefficiënte manier om voedsel te produceren. De landbouw in Nederland en veel andere landen in Europa is daarom volledig afgestemd op monoculturen. Dat is niet voor niets. In de tweede helft van de 20ste eeuw nam de vraag naar goedkoop voedsel toe en ontwikkelde de landbouw zich in die richting.

Monoculturen hebben echter ook nadelen. Het is systeem vereist veel kunstmest, bestrijdingsmiddelen en grote, zware machines om een hoge opbrengst te garanderen. Dit is nadelig voor de biodiversiteit boven en onder de grond. Bovendien is het systeem kwetsbaar, omdat boeren afhankelijk zijn van een beperkt aantal afnemers.

Gewasdiversiteit bij Bijovera
Gewasdiversiteit bij Bijovera

Vormen van gewasdiversiteit  

Boeren kunnen gewasdiversiteit op allerlei manieren toepassen. Grofweg gaat het om drie vormen: gewasdiversiteit in de ruimte of in de tijd, of genetische diversiteit. Vrijwel iedere akkerbouwer past een vorm
van vruchtwisseling over de jaren toe, maar bij een snellere wisseling wordt de gewasdiversiteit verder verhoogd. Een boer ook combinaties maken van verschillende vormen, bijvoorbeeld strokenteelt met vruchtwisseling of mengteelt.

Gewasdiversiteit in de ruimte

  • Agroforestry: bomen of struiken gecombineerd met de teelt van (eenjarige) gewassen of met grasland en veehouderij.
  • Strokenteelt: verschillende gewassen naast elkaar geteeld op stroken grond met eigen management.
  • Pixelteelt: verschillende gewassen door elkaar geteeld en met eigen management. Op dit moment wordt deze vorm beperkt toegepast door uitdagingen in de mechanisatie.

Gewasdiversiteit in de tijd

  • Vruchtwisseling of gewasrotatie: na elkaar verschillende gewassen telen op hetzelfde stuk grond, met wisseling na een jaar of ook tijdens een groeiseizoen, bijvoorbeeld door na een gewas een groenbemester te telen.
  • Relay-cropping of estafetteteelt: meerdere gewassen op hetzelfde stuk grond, met een ander oogstmoment, waardoor het land nooit leeg staat.

Genetische gewasdiversiteit

  • Voedselbossen: een door de mens ontworpen systeem voor voedselproductie, geïnspireerd op de opbouw van een natuurlijk bos.
  • Mengteelt: meerdere gewassen door elkaar geteeld en tegelijk geoogst, zoals veldbonen en tarwe.
  • Rassenmengsels: meerdere rassen van hetzelfde gewas door elkaar, zoals tarwerassen.
  • Composite cross populations (CCPs): een mix van genetisch verschillende individuen, gekruist uit verschillende rassen van hetzelfde gewas.

Mogelijke voordelen van gewasdiversiteit voor natuur en boer

Meer gewassen na, naast of door elkaar is goed voor de biodiversiteit. Insecten vinden overal schuilmogelijkheden, ook na de oogst. Vogels en andere dieren profiteren mee. De bodemkwaliteit blijft beter op peil door ruimere vruchtwisseling en de kans om groenbemesters toe te passen. Dit alles zorgt voor een rijker bodemleven.

Door al deze voordelen voor de natuur zijn de gewassen minder kwetsbaar. Ziekten verspreiden zich minder makkelijk dan in monoculturen, bijvoorbeeld doordat stroken natuurlijke barrières vormen. Ook zijn er meer natuurlijke vijanden die plaaginsecten opeten. Als er nooit kale grond is op de akker krijgen onkruiden ook minder kans.

Kortgezegd, landbouwsysteem en ecosysteem staan niet los van elkaar, maar zijn meer één geheel. Dit wordt ook wel natuurinclusieve landbouw genoemd.

GEWASDIV EXTRA 1_Agroforestry Lelystad.jpg

Is meer gewasdiversiteit ook rendabel voor de boer? 

Een hogere gewasdiversiteit kan zeker rendabel zijn voor de boer, maar dit is afhankelijk van allerlei factoren. Denk aan de keuze van gewascombinaties, oogstmomenten, breedte van stroken en efficiëntie van de
machines die een boer al heeft. Minder last hebben van ziektes, maakt een systeem met gewasdiversiteit ook potentieel rendabeler. Het maakt wel uit hoe de afzetmarkt geregeld is en of er subsidies beschikbaar zijn. WUR deed onder andere een economische verkenning naar strokenteelt.