Project

Kennisimpuls Groene Gewasbescherming

De Kennisimpuls Groene gewasbescherming is gericht op het versnellen van de verduurzaming van gewasbescherming met behoud van een sterke internationale agro-positie van Nederland en draagt bij aan het realiseren van de doelen van de Toekomstvisie Gewasbescherming 2030 en het bijbehorende Uitvoeringsprogramma.

Het onderzoek leidt tot prototypes voor innovatieve duurzame teeltsystemen die optimaal mogelijkheden voor verduurzaming benutten, van innovatieve technieken tot gebruik van de natuur om deze doelen te helpen realiseren (tijdhorizon 2030). Vertegenwoordigers van sector-, markt- en kennispartijen en maatschappelijke organisaties denken daarbij mee in denktanks en in klankbordgroepen.

Doelstelling

In de nieuwe innovatieve systemen zullen chemische gewasbeschermingsmiddelen aanmerkelijk minder gebruikt worden en in elk geval geen middelen die staan op de EU-lijst van “candidates for substitution” (CfS). De ontwikkelde prototypes streven ernaar de emissie van gewasbeschermingsmiddelen en residuen op producten te verminderen, en zoeken de verbinding met de natuurlijke omgeving. Zij moeten de marktpositie van Nederlandse telers verder kunnen versterken.

Het onderzoek richt zich vanaf 2017 op vier casussen, namelijk akkerbouw, lelie, appel en aardbei, en een integrale werkwijze die basis was voor de ontwikkeling van de prototypesystemen. Deze casussen worden in 2025 afgerond. In 2021 zijn nieuwe casussen gestart rondom potplanten, tomaten en prei.

De Kennisimpuls Groene Gewasbescherming wordt gefinancierd door LVVN. Naast deze kennisimpuls loopt parallel ook de Kennisimpuls Bestuivers, waar mee wordt samengewerkt.

Akkerbouw: Gewasbescherming in 2030

In het akkerbouwgewasrotatie onderzoek ontwikkelen we een teeltsysteem waarin gewasbescherming gebaseerd is op een combinatie van goed uitgangsmateriaal, een gezonde bodem en een biologisch diverse omgeving. Deze systeemaanpak wordt ondersteund door het gebruik van innovatieve technieken die ingrijpen minder risicovol maken.

Het onderzoek zet in op een 'plus systeem' waarbij meerdere strategieën gecombineerd worden door een systeemaanpak. Dat innovatieve 'Plus systeem' wordt vergeleken met gangbare praktijk. De proef is gebaseerd op een rotatie van acht jaar en wisselt gewassen als aardappel, suikerbiet, peen en ui af met rustgewassen als granen, grassen en vlinderbloemigen. Die lange termijn is van belang omdat veranderingen in de bodem jaren nemen.

Gewasbescherming van de toekomst richt zich op een stapeling van maatregelen, een systeemaanpak. We maken het teeltsysteem diverser,zowel in de ruimte, denk bijvoorbeeld aan strokenteelt, maar ook diverser in de tijd, door rotatie. Deze bestaande technieken combineren we waar nodig met nieuwe alternatieve middelen en het gebruik van precisietechnieken.

Rassen met goede concurrentiekracht tegen onkruiden en goede ziekteresistenties wisselen we af met groenstroken. Groenstroken die natuurlijke vijanden ondersteunen en voedsel bieden aan bestuivers. Verder zetten we alternatieve middelen in en biologische bestrijders. Wanneer het dan toch nodig is om bestrijdingsmiddelen te gebruiken, worden er geen middelen met een hoog risicoprofiel ingezet en worden precisietechnieken gebruikt.

Op het grote perceel in Lelystad kan betrouwbaar gemeten worden aan de systemen. De behandelingen liggen op ruime velden en de proef is in drie herhalingen neergelegd. Vijftien onderzoekers doen waarnemingen aan gewas en bodem. Met de veredelaars en onderzoekers van de samenwerkende WUR groepen uit Wageningen, zijn er meer dan 25 betrokken deskundigen. Op een aangrenzend biologisch deel is daarnaast ruimte voor een aantal biologische behandelingen. Samen vormen deze de proeftuin “agrobiodiversiteit en techniek” voor de landbouw van de toekomst. Het levert getoetste prototypes van teeltsystemen op die rekening houden met maatschappelijke zorgen en de belangen van telers.

visual akkerbouw

Resultaten in 2018

In maart 2018 is gestart met de proof of principle toetsing van het akkerbouw systeem, op de proeftuin Agroecologie en Technologie van WUR in Lelystad.

Het akkerbouwsysteem

De basis van het akkerbouwsysteem bestaat uit een uitgekiende gewas- en rassenkeuze in de tijd en ruimte, optimale groeiomstandigheden voor het betreffend ras, en omgevingsomstandigheden die levenscycli van ziekten, plagen en onkruiden blokkeren en van beneficialsstimuleren.

Gedurende de teelt worden gewas, ziekten, plagen en onkruiden gemonitord. De resultaten vormen de basis van het besluit om wel of niet in te grijpen in het systeem. Ingrijpen gebeurd om verdere aantasting van het gewas of volggewas te voorkomen. Door het gebruik van biologische en low risk middelen en gereduceerde gewasbescherming (gebaseerd op decision support systemen) kunnen we de inzet van traditionele gewasbeschermingsmiddelen verminderen.

DDS systemen

In de proef wordt gebruik gemaakt van bestaande DSS systemen zoals de P. infestans app op akkerweb en DSS die in parallel lopende programma’s als de PPS GROEN ontwikkeld worden. Zo wordt op basis van de P. infestans app bij een lage ziektedruk (en kleine infectiekans) ingegrepen met een biologisch middel en met een hoge ziektedruk (en hoge infectiekans) met een chemisch middel. In 2018 zijn er op deze manier in het ICM systeem 8 bespuitingen tegen P. infestans uitgevoerd (4 biologisch en 4 traditioneel chemisch) en in het gangbare referentiesysteem 13 traditioneel chemische bespuitingen.

In 2018 werden geen verschillen in gewasopbrengsten gemeten tussen de twee systemen, en was actief ingrijpen om ziekten en plagen te beheersen veel minder nodig.

Gewasdiversiteit

Gewasdiversiteit kan verhoogd en benut worden door gebruik te maken van onderzaai, strokenteelt en mengteelten. Er zijn aanwijzingen dat strokenteelt de beheersing van wortelvlieg en uienvlieg, luizen, P. infestans en kevers kan vergemakkelijken. In 2018 is deze vorm van verhoogde diversiteit niet opgenomen in de proef. Op een nabijgelegen perceel worden de effecten van strokenteelt in een biologische landbouw setting getoetst. Een directe vergelijking van de meerwaarde van de strokenteelt is niet mogelijk door het biologische kader waarbinnen getoetst wordt. In een biologisch systeem is een “harde” ingreep niet mogelijk, waar dit in een gangbaar systeem wel mogelijk is door de inzet van gewasbeschermingsmiddelen. Het onderzoek in de biologische strokenteelt levert wel informatie op t.a.v. de populatiedynamiek van ziekten en plagen in strokenteelt in vergelijking tot monocultures. In 2019 wordt op een nabijgelegen perceel een strokenteelt in een gangbare setting uitgevoerd. De mogelijk additionele waarde van telen in stroken kan hier wel getoetst worden.

Akkerbouw 20180820_113854

Contact

Lelie: Vitale lelieteelt

Het prototype Vitale Lelieteelt gaat uit van een éénrichtingsteelt waarbij de vermeerdering van bollen alleen in de kas onder gecontroleerde omstandigheden plaatsvindt. Plantgoed afkomstig uit de kas dient nog één à twee jaar buiten geteeld te worden tot een leverbaar formaat. Deze bollen worden hierna verkocht.

Uitgangspunten van het vitale lelieteeltsystem zijn:

  • Schoon beginnen en schoonhouden.
  • Vermeerdering vindt alleen plaats met bollen uit de kas.
  • Bollen die buiten zijn geteeld komen niet terug in de kas en worden niet meer vermeerderd (éénrichting).
  • Schone bollen uit de kas vergen minder virusbestrijding in de buitenteelt.

Het uitgangsmateriaal in dit systeem is virusvrij weefselkweek materiaal dat in 7-10 maanden in de kas geteeld wordt tot schubbollen. Na een schubpreparatie worden deze schubben weer in 7-10 maanden geteeld tot schubbollen in de kas. De geprepareerde schub kan weer tot schubbollen geteeld worden of in een korte teelt van 4 maanden tot plantgoed geteeld worden in de kas. Plantgoed afkomstig uit dit teeltsysteem moet nog één seizoen buiten tot een leverbare bol geteeld worden.

In de kas wordt gewerkt met LED-belichting, fertigatie en substraat om optimale teeltomstandigheden te creëren. Door de start met virusvrij materiaal, luizengaas en bedrijfshygiëne is de virusdruk minimaal. Met optimale teeltomstandigheden in de kas kan de Botrytis-druk laag worden gehouden. Door de teelt op substraat (nieuw, of gestoomd) is er nauwelijks infectiedruk van bodemschimmels. Hierdoor is in de kasteelt slechts een minimale inzet van gewasbeschermingsmiddelen nodig. Dit teeltsysteem is één van de veelbelovende oplossingsrichtingen om in de toekomst duurzaam lelies te blijven telen in Nederland.

Contact

Appel: Beschermde appelteelt

Systeemaanpak

Voor appel werken we aan de ontwikkeling van een duurzaam en concurrerend teeltsysteem, waarin chemische gewasbeschermingsmiddelen een marginale rol spelen, middelen met een hoog risicoprofiel niet meer gebruikt worden, en telers hun marktpositie kunnen behouden of versterken. Vanwege de grote afhankelijkheid van fungiciden in de appelteelt is gezocht naar een nieuwe generieke niet-chemische maatregel tegen schimmels.

Cabriokap

Deze generieke maatregel is gevonden in het gebruik van een uitschuifbare overkapping (cabriokap) om het gewas tijdens regen droog te houden. Hiermee wordt de ontwikkeling van veel schimmelziektes voorkomen waardoor de inzet van fungiciden tegen deze schimmels niet meer nodig is.

Aanvullende maatregelen

Tegen meeldauw en insecten werkt drooghouden van het gewas niet. Meeldauw wordt daarom in dit systeem bestreden door het vermijden van (zeer) meeldauwgevoelige rassen in combinatie met het vroegtijdig wegknippen van primaire infectiehaarden, en indien nodig beperkte (pleksgewijze) chemische bestrijding. Insectenplagen worden zoveel mogelijk tegengegaan door het stimuleren van natuurlijke vijanden. Hiervoor en om bestuivers te ondersteunen zijn bloemstroken aangelegd. Een aantal plagen wordt via feromonen bestreden. Daarnaast wordt biologische bestrijding toegepast via het inbrengen van lieveheersbeestjes en roofmijten. Voor appelbloesemkever en appelzaagwesp zijn als alternatief voor chemische bestrijding speciale vallen ontwikkeld om deze insecten massaal weg te vangen.

Onderzoek

Op de proeftuin Randwijk werken WUR-onderzoekers met uiteenlopende expertises aan het testen en de ontwikkeling van het systeem Beschermde Appelteelt. Daarvoor is een Cabriokas geplaatst op een appelperceel met meerdere rassen en worden de resultaten in dat perceel vergeleken met die van een ernaast gelegen referentieperceel met dezelfde rassen die op de gangbare wijze worden geteeld.

Contact

Aardbei: een nieuw, duurzaam en concurrerend teeltsysteem

Voor aardbei ontwikkelen we een duurzaam, robuust, weerbaar en concurrerend teeltsysteem voor 2030, waarin chemische gewasbeschermingsmiddelen een marginale rol spelen en middelen met een hoog risicoprofiel niet meer gebruikt worden, en waarmee telers wel hun marktpositie behouden.

We werken volgens een systeemaanpak over de verschillende teeltfasen van vermeerdering, opkweek tot vruchtproductie. Door de juiste omstandigheden te creëren en te zorgen voor sterke en weerbare planten wordt de kans op ziekten en plagen aanzienlijk verkleind, en indien nodig wordt er milieuvriendelijk bestreden.

In de kas uit zaad op steenwol

In het nieuwe teeltsysteem vinden alle teeltfasen onder gecontroleerde en goed stuurbare omstandigheden in de kas plaats en wordt er op een (recyclebaar) steenwolsubstraat geteeld. Dit biedt de mogelijkheid om o.a. klimaat, belichting, voeding en watergift voor de verschillende teeltstadia te optimaliseren. Daarnaast is de blootstelling aan ziekten en plagen in de kas veel lager en zijn er meer mogelijkheden met biologische bestrijding. Ook goede hygiëne en een schone start van de teelt is een belangrijke pijler in het aardbei-teeltsysteem 2030, en daarom is naast het steenwolsubstraat gekozen voor teelt vanuit zaad.

Plantweerbaarheid en biologische bestrijding

Naast de optimale teeltomstandigheden en goede hygiëne als basis, bouwen we extra verdedigingslinies in, omdat in elk teeltsysteem er momenten zijn dat planten kwetsbaarder zijn of meer worden blootgesteld aan ziekten of plagen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de laatste kennis uit onderzoek en de praktijk over het verhogen van de plantweerbaarheid en biologische bestrijding. In dit project is aandacht voor het preventief vestigen van biologische bestrijders door bijvoeren en inzet van bankerplanten. Daarnaast wordt gewerkt aan verhogen van de plantweerbaarheid door elicitors en voeding. Ook wordt onderzoek gedaan naar het bestrijden van meeldauw met UV-C.

WUR-onderzoekers met uiteenlopende expertises werken nu in de proefkassen in Bleiswijk aan het testen en de doorontwikkeling van dit nieuwe teeltsysteem voor aardbei. Hierbij werken we nauw samen met een betrokken groep stakeholders bestaande uit telers, vermeerderaars, sectorvertegenwoordigers, adviseurs en andere ketenpartijen. Zo werken onderzoek, sector, en overheid samen aan een duurzaam en concurrerend aardbeiteeltsysteem voor 2030.

Contact

Publicaties