Dossier

Strokenteelt

Strokenteelt is een vorm van akkerbouw waarbij meerdere gewassen in stroken naast elkaar groeien. Het is een alternatief voor monoculturen waarin één gewas op een perceel staat. Steeds meer onderzoek van Wageningen University & Research laat zien dat strokenteelt beter is voor de biodiversiteit en kansen biedt voor boeren, maar ook uitdagingen met zich meebrengt. De voor- en nadelen van strokenteelt zijn sterk afhankelijk van de gekozen strookbreedte en het bedrijfssysteem.

Wat zijn de mogelijke voor- en nadelen van strokenteelt?

Mogelijke voordelen van strokenteelt voor natuur en boer

  • Strokenteelt is gunstig voor de biodiversiteit, onder andere van insecten en vogels.
  • Geen verlies van productieve grond of verandering van gewassen nodig.
  • Uitvoering kan vaak met de machines die de boer al gebruikt.
  • De opbrengst kan hoger zijn.
  • Ziekten en plagen krijgen minder kans om grote schade aan te richten. Ook natuurlijke plaagbeheersing neemt toe.
  • Strokenteelt is een manier om risico’s te spreiden. Het verkleint de kans op grote schade bij extreem weer als gevolg van klimaatverandering.
  • Stroken met grasklaver of luzerne kunnen dienen als directe toepassing van maaimeststoffen.
  • Het landschap wordt afwisselender en daardoor aantrekkelijker.
  • Strokenteelt vermindert de gevoeligheid voor erosie op hellingen en door wind.

Mogelijke nadelen van strokenteelt

  • Strokenteelt is complexer in de uitvoering en vergt meer kennis en vakmanschap van de teler.
  • Het management kan bij strokenteelt minder efficiënt zijn. Denk aan het bewerken van de grond, bemesten, beregenen en bespuiten.
  • Strokenteelt is praktisch moeilijk uitvoerbaar op veraf gelegen (huur-)kavels.
  • Machines zijn afgestemd op monoculturen. Die zijn minder efficiënt in te zetten bij strokenteelt, doordat het oppervlak waarop een gewas geteeld wordt, kleiner is. Grote machines zijn bij strokenteelt bovendien minder snel klaar met oogsten, wat een probleem kan zijn als de oogsttijd kort is, zoals bij granen.
  • In sommige gevallen kunnen juist plagen optreden, zoals van muizen, als natuurlijke plaagbeheersing op het niveau van het landschap nog niet aanwezig is.
Strokenteelt is gunstig voor de biodiversiteit, onder andere van insecten en vogels.
Strokenteelt is gunstig voor de biodiversiteit, onder andere van insecten en vogels.

Strokenteelt als vorm van gewasdiversiteit

Gewassen naast elkaar telen, zoals bij strokenteelt gebeurt, is een vorm van gewasdiversiteit. Boeren passen vaak tegelijk ook andere vormen van gewasdiversiteit toe, bijvoorbeeld door op een strook meerdere gewassen na elkaar te telen. Dan is er sprake van gewasdiversiteit in ruimte (strokenteelt) en tijd (vruchtwisseling).

Agroforestry

Agroforestry (Engels: allee cropping) is een landbouwsysteem waarin bomen en struiken worden gecombineerd met (eenjarige) gewassen of veeteelt, op hetzelfde stuk land. Een voorbeeld van agroforestry is de combinatie van fruit- of notenbomen met akkerbouwgewassen. Een specifieke vorm van agroforestry kan onder strokenteelt vallen waarbij een strook van bomen veel smaller is dan een strook met een gewas.

Strokenteelt en geïntegreerde gewasbescherming (IPM)

Integrated Pest Management (IPM) is een duurzame methode om ziekten en plagen te voorkomen en te beheersen. Het bestaat uit vijf pijlers van met elkaar samenhangende maatregelen.

Eén van de pijlers van IPM is gewasdiversiteit in ruimte en tijd. Bijvoorbeeld, in plaats van aardappel en gras in twee verschillende jaren te telen, kan de boer overstappen op gras en aardappel in stroken. Gras krijgt namelijk geen aardappelziekte en doordat gras een laag gewas is waar meer wind overheen gaat, krijgt de ziekte minder vat op de aardappelen. Strokenteelt is daardoor één van de maatregelen die een boer kan nemen om IPM mogelijk te maken.

Strokenteelt en kringlooplandbouw

Bij kringlooplandbouw streven boeren naar een gesloten kringloop, waarin alle biomassa optimaal wordt gebruikt. De reststromen van de ene keten zijn de grondstoffen voor een andere keten. Denk bijvoorbeeld aan stroken met gewassen voor consumptie afgewisseld met stroken met gewassen die maaimeststof zijn of als veevoer dienen.

Strokenteelt vanuit de lucht. Foto: HAKO fotografie.
Strokenteelt vanuit de lucht. Foto: HAKO fotografie.

FAQ: hoe werkt strokenteelt in de praktijk?

Hoe breed moeten de stroken zijn?

De breedste machine bepaalt in de praktijk vaak hoe breed de stroken worden. Smallere stroken bieden meer voordelen maar ook uitdagingen. Bij gangbare boeren is de spuitbreedte vaak bepalend (maximaal 27
meter). Bij biologische boeren blijken smallere stroken vaak goed te werken.

Welke gewassen kun je combineren bij strokenteelt?

Een rustgewas, zoals gras of tarwe, is goed te combineren met een productief gewas, zoals aardappel of kool. Verschillende oogstmomenten lijkt gunstig te zijn. WUR doet ook onderzoek naar het combineren
van verschillende rooigewassen.

Heb je andere machines nodig voor strokenteelt?

Dat hangt af van het ontwerp van de strokenteelt. Hoe smaller de stroken, hoe kleiner de machines moeten zijn om het land te bewerken. De mogelijkheden van autonoom werkende robots in het veld worden ook onderzocht.

Is strokenteelt rendabel voor de boer?

De opbrengst van strokenteelt kan hoger zijn dan bij monocultuur, vooral in smallere stroken. Bovendien leidt het tot een stabielere oogst en kunnen andere financiële voordelen van toepassing zijn, zoals EU-subsidies of een lagere pachtprijs. Hoe rendabel strokenteelt is, blijkt sterk afhankelijk van de extra arbeid, mechanisatie en de doelen van de boer.