Interview

Zoektocht De Marke - Deel 5: kan het ook anders? ‘Door samen te werken, is er voor beide toekomst’

Agro-innovatiecentrum De Marke staat op het punt te vernieuwen. Aan deze vernieuwing gaat een zoektocht vooraf of het ook anders kan. Zwier van der Vegte, projectmanager, Agro innovatiecentrum De Marke en Sander Gerritsen, onderzoeker bij Wageningen Plant Research (WUR), zijn bij deze zoektocht betrokken en delen graag hun eerste bevindingen. Dit artikel verkent de gevolgen van samenwerking tussen veehouderij en akkerbouw voor De Marke en de Achterhoek. Dit is het vijfde deel van een artikelenserie over de zoektocht van De Marke: kan het ook anders?

Sander Gerritsen: "Toen we met de vernieuwing van Agro-innovatiecentrum De Marke aan de slag gingen, was een van de eerste stappen het in kaart brengen van de grondpositie en het berekenen van de benodigde oppervlakte. Het bedrijf beschikt over 55 hectare grond, waarvan 15 hectare blijvend grasland is en 40 hectare wordt gebruikt voor onder andere tijdelijk grasland, mais, granen en vezelhennep. Het huidige areaal is in droge jaren te krap voor de ruwvoerwinning. En vanwege de bemestingsnormen moet De Marke mest afvoeren. Dat willen we liever niet. We kunnen dat opvangen door grond aan te kopen, maar dat is nauwelijks beschikbaar. Daarom zijn we gaan kijken naar alternatieve oplossingen en zo ontstond het idee voor samenwerking met een akkerbouwer in de buurt."

Samenwerking als oplossing voor grondgebruik

Een van de belangrijkste redenen voor deze samenwerking is de optimale benutting van beschikbare grond. Sander: "Niet alleen voor De Marke, maar ook breder gezien is dit een economisch slimme zet. De verwachting is dat er de komende jaren minder vee zal zijn, terwijl het saldo per hectare van akkerbouw gunstiger is dan dat van melkveehouderij. Hierdoor zal grasland vaker worden omgezet in bouwland. Dit biedt kansen voor de akkerbouw. Dat leidt tot andere teelten in de Achterhoek, zoals conservengewassen, hoogsalderende akkerbouwgewassen of krachtvoervervangers die de status rustgewas hebben. Dat biedt kansen voor samenwerking met de melkveehouderij. Meer akkerbouwmatige teelten kunnen een aanvulling zijn op het huidige landbouwmodel en bijdragen aan een duurzamer platteland."

Volgens Zwier van der Vegte past de samenwerking van De Marke met akkerbouw binnen de bredere trend van circulariteit in de landbouw. "Door met akkerbouwers samen te werken, kunnen we op De Marke een meer gesloten systeem realiseren, waarin veevoer lokaal wordt geteeld en mest lokaal wordt benut."

Reflectie op Zoektocht De Marke: kan het ook anders?

Erik Snijders (aardappelteler in Winterswijk-Meddo):

Maarten Kik

"Voor De Marke is het interessant en ook belangrijk samen te gaan werken met een akkerbouwer. Door de afnemende mestplaatsingsruimte op het veehouderijbedrijf en de noodzaak om rustgewassen te telen op het naburige akkerbouwbedrijf kunnen beide bedrijven elkaar helpen en zijn er voordelen te behalen. Een ruime rotatie met vaak nog frisse grond voor akkerbouwgewassen op het veehouderijbedrijf, voederwinning in rotatie op het akkerbouwbedrijf en daarnaast natuurlijk regionale mestafzet. Wellicht wordt ook de beschikbaarheid van mest voor de akkerbouw belangrijk in de toekomst als er minder vee is. Met name door bouwplangericht te bemesten, kan ook de steeds schaarser wordende bemestingsruimte optimaal benut worden. Overbemesting en nitraatuitspoeling kan hierdoor voorkomen worden. Door samen te werken kan De Marke toch duurzamere landbouw bedrijven en een meer regionale kringloop realiseren."

Economische en milieutechnische voordelen

Naast het efficiënter benutten van grond biedt deze samenwerking ook economische voordelen. Zwier: "Een belangrijk voordeel is de verhoogde bedrijfszekerheid voor zowel veehouders als akkerbouwers. Ook krijgt de akkerbouwer de beschikking over een groter areaal, waardoor het teeltplan ruimer wordt terwijl er meer hoog salderende gewassen geteeld kunnen worden. Mest blijft in de regio en wordt lokaal benut, terwijl krachtvoer of graan uit de omgeving retour komt. Dit maakt bedrijven minder afhankelijk van externe leveranciers en zorgt voor een robuuster economisch model."

Naast de economische voordelen zijn er ook milieutechnische voordelen. De vruchtwisseling tussen gras en akkerbouwgewassen draagt bij aan een betere bodemkwaliteit, een hogere biodiversiteit en een verminderd gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen. "Daarnaast wordt het door regelgeving steeds belangrijker om rustgewassen te telen," voegt Zwier toe. "Gras is het ultieme rustgewas, waardoor samenwerking tussen akkerbouw en melkveehouderij niet alleen voordelig, maar ook steeds relevanter wordt."

Een bijkomend voordeel is langjarige zekerheid, waardoor het investeren in de verbetering van de bodemstructuur rendabeler is. Een voorbeeld daarvan is gezamenlijkinvesteren in bodemverbetering, zoals de aanvoer van compost en het drainaren van percelen, hierdoor kunnen we de productiviteit verhogen en tegelijkertijd de milieubelasting verlagen. Zwier: "Voor de droge zandgronden in de Achterhoek is het bovendien voor de akkerbouw een uitdaging om aan de nitraatrichtlijn te voldoen. Juist afwisseling met gras kan hier een oplossing voor bieden. Door samen te werken, kunnen we als regio onze nitraatdoelen halen."

Reflectie op Zoektocht De Marke: kan het ook anders?

Maarten Kik (onderzoeker duurzaam landgebruik akkerbouw en melkveehouderij bij Wageningen Social & Economic Research):

Erik Snijders

"Samenwerken met een akkerbouwer kan economisch voordeel opleveren voor De Marke via het toepassen van een ruilverhouding en het vergroten van de mestplaatsingsruimte. Bij een ruilverhouding krijg je als melkveehouder meer land terug dan dat je levert aan de akkerbouwer, bijvoorbeeld 15 hectare gras voor 10 hectare aardappels. Je kunt hierdoor meer mest plaatsen en meer voer winnen van eigen land. Maak je daarnaast nog aanvullende afspraken met de akkerbouwer over afname van mest, dan hoef je mogelijk helemaal geen mest meer buiten de samenwerking af te voeren en sluit je de lokale kringloop. Voor de akkerbouwer levert de samenwerking de kans meer hoogsalderende akkerbouwgewassen te telen in een duurzame gewasrotatie. Een verdere kans voor samenwerking is het verplichte rustgewas eens in de vier jaar inzetten voor de teelt van voedergewas. De uitdaging is dan nog wel een geschikt eenjarig rustgewas te vinden wat genoeg kwaliteit en kwantitatief voer levert tegen acceptabele kosten."

Praktische uitdagingen

Hoewel samenwerking veel voordelen biedt, zijn er ook uitdagingen. Een van de grootste struikelblokken is de communicatie tussen de verschillende partijen. Zwier benadrukt dat boeren moeten wennen aan het feit dat ze niet meer de enige beslisser zijn op hun eigen land. "Je levert een deel van je autonomie in en moet samen beslissingen nemen. Dat vergt wederzijds vertrouwen en een goede samenwerking."

Om deze samenwerking succesvol te laten verlopen, zijn duidelijke afspraken en transparantie essentieel. "‘Het gaat niet alleen om geven en nemen, maar om geven en ontvangen," zegt Zwier. "Door samen te werken, kunnen we kennis delen en leren van elkaar, efficiënter omgaan met arbeid en machines en flexibeler inspelen op veranderende wet- en regelgeving."

Projecten, zoals de GLB-pilot Moderne Kringlooplandbouw en PAVEx Achterhoek, spelen hierbij een belangrijke rol. Deze initiatieven helpen bij het op gang brengen van de samenwerking tussen akkerbouwers en veehouders in de Achterhoek en kunnen dienen als voorbeeld.

Impact voor De Marke

Op basis van de berekeningen zijn er concrete plannen bij De Marke om samen te werken met akkerbouwers. Dit biedt een kans om meer grond onder het bedrijf te krijgen, de circulariteit te verbeteren en krachtvoervervangers lokaal te betrekken. Hoewel er nog geen definitieve afspraken zijn gemaakt, is de zoektocht naar samenwerkingspartners al wel ingezet.

"We onderzoeken momenteel hoe we ons teeltplan, dus een plan voor de vruchtwisseling over meerdere jaren, kunnen optimaliseren," legt Zwier uit. "Door de juiste gewassen achter elkaar te telen, kunnen we zowel de bodemkwaliteit als de milieuresultaten verbeteren. Dit betekent dat we ook gewassen zullen gaan verbouwen die we nog niet eerder bij De Marke hebben gezien."

De Marke speelt een belangrijke rol als kenniscentrum, door praktijkervaringen te verzamelen en te delen met andere boeren. "We willen laten zien welke gewassen en bodemstrategieën het beste werken en hoe we de milieudoelen kunnen halen zonder verlies van productiviteit en zonder gebruik van chemische middelen." besluit Zwier.

Conclusie

De samenwerking tussen akkerbouw en veehouderij biedt niet alleen economische voordelen, maar draagt ook bij aan een duurzamer en toekomstbestendig landbouwsysteem. Door slim gebruik te maken van elkaars sterktes, kan zowel de melkveehouderij als de akkerbouw in de Achterhoek zich blijven ontwikkelen op een manier die goed is voor zowel de boeren als de omgeving. De zoektocht van De Marke laat zien dat samenwerking de sleutel is tot een veerkrachtige toekomst voor de landbouwsector.