Project

Groente en fruit op school, vanzelfsprekend!

Het doel van het onderzoeksproject “Groente en fruit op school, vanzelfsprekend” was om een bewezen effectieve aanpak te ontwikkelen voor basisscholen en ouders om de beschikbaarheid van groente en fruit op school te vergroten, om zo de groente- en fruitconsumptie van kinderen te stimuleren.

Lage groente- en fruitconsumptie bij kinderen

Slechts 1% van de kinderen eet de aanbevolen hoeveelheid groente en 5% de aanbevolen hoeveelheid fruit. Om voldoende groente en fruit binnen te krijgen, is het wenselijk dat een kind dit op verschillende momenten op een dag eet. De school vormt een ideale setting om gezonde voedingsgewoonten te stimuleren. De centrale vraag is welke strategieën effectief en haalbaar zijn voor ouders, kinderen en de school om te zorgen dat groente en fruit tijdens het 10-uurtje op school een vanzelfsprekende gewoonte wordt.

Aanpak

In dit 3-jarige topsectorproject zijn er verschillende onderzoeken uitgevoerd in de praktijk. In de eerste fase zijn de wensen, mogelijkheden, succesfactoren en barrières van het meegeven van groente en fruit naar school geïnventariseerd bij ouders, scholen en experts. Vervolgens zijn diverse strategieën nader onderzocht om te verkennen of dit haalbare en effectieve manieren zijn om de beschikbaarheid van groente en fruit tijdens de ochtendpauze op school te verhogen (fase 2). Tenslotte zijn twee veelbelovende strategieën onderzocht op verschillende scholen wat betreft effectiviteit en haalbaarheid (fase 3).

Resultaten

Barrières voor groente en fruit op school spelen met name bij de ouders en de school; de kinderen vormen het minst een barrière. Het helpt als scholen gezond eten als een gedeelde verantwoordelijkheid zien en zij duidelijke regels hebben die gehandhaafd worden. Groente en fruit de norm maken, ouders die ouders beïnvloeden en het leuk maken voor de kinderen, werden als succesfactoren genoemd. Onderzoek bij de ouders liet zien dat gezondheid, een gevoel van controle en de voorkeuren van het kind de belangrijkste motieven van ouders zijn voor de keuze van het 10-uurtje. Ook bleek dat naarmate de kinderen ouder waren, er minder vaak groente en fruit werd meegegeven en dat ouders het minder belangrijk vonden dat hun kind vijf dagen per week groente en fruit eet tijdens het 10-uurtje. Vanuit fase 1 en de haalbaarheidsstudies uit fase 2 bleek dat een gevulde groente- en fruitschaal in de klas en een afspraak van vijf vaste groente- en fruitdagen de meeste potentie hebben om de groente- en fruitconsumptie tijdens het 10-uurtje op school te vergroten. Deze twee strategieën zijn nader onderzocht door op vijf scholen de beschikbaarheid van groente en fruit te meten, alsook de haalbaarheid van de strategieën. De resultaten hiervan worden momenteel verwerkt in een wetenschappelijk artikel.

Impact en vervolg

De kennis en ervaringen die binnen het project opgedaan worden, kunnen direct geïmplementeerd worden door de partners van het consortium. Het effect hiervan is dat de groente- en fruitconsumptie van basisschoolleerlingen stijgt en de afzetmarkt voor groente en fruit groter wordt. Met de inzichten vanuit het project wordt een toolkit ontwikkeld voor scholen en professionals om hen te ondersteunen en te inspireren om groente en fruit op school, in de ochtendpauze, vanzelfsprekend te maken. Deze toolkit bestaat uit concrete materialen en een website die voor iedereen toegankelijk is.

200525DA_JOGG_WUR_Infographic_RGB.png

Publicaties