Longread
Het verhaal achter de kaart: hoe Nederland 2120 een prijswinnende visie werd
De toekomstvisie Nederland in 2120 heeft de prestigieuze Grote Maaskantprijs gewonnen—een oeuvreprijs voor baanbrekend werk in architectuur en ruimtelijke inrichting. Een perfect moment om terug te gaan naar waar het vijf jaar geleden begon: het atelier van Wageningen University & Research. Marieke Reijneker, communicatieadviseur en sinds de start betrokken bij de visie, interviewt Tim van Hattum, Michaël van Buuren en Bertram de Rooij. Samen delen zij het verhaal achter deze prijswinnende visie, die inmiddels is uitgegroeid tot een beweging.
Kunnen jullie ons meenemen naar het begin. Hoe ontstond het idee om een toekomst voor Nederland te schetsen?
Tim: ‘We wilden al een tijd een “nature-based solutions kansenkaart” maken die laat zien hoe Nederland eruit kan zien als we gebruik maken van natuurlijke oplossingen. Alleen het budget ontbrak nog. Toen kwam er binnen WUR een kans voorbij. Ik weet nog goed dat ik aan de keukentafel zat, op m’n vrije vrijdagochtend, en dit voorstel schreef. Samen met Martin Baptist. Het geld kwam er, we konden aan de slag.’
Leuk zo’n idee, maar dan heb je iemand nodig die er ook een beeld bij kan maken.
Tim: ‘Ik moest meteen aan Michaël denken. Ik zei, “Michaël, we willen laten zien hoe Nederland er in de toekomst uit kan zien. Kun jij dit voor ons visualiseren?” Als je hem een beetje kent, dan weet je hoe enthousiast hij reageerde. Hij sprong een gat in de lucht, pakte z’n potlood en begon meteen te schetsen. Hij had zo’n drive. Toen dacht ik: hem moet ik hebben.’
Tim van Hattum
Tim is programmaleider Klimaat en een van de initiatiefnemers van Nederland in 2120. Naast zijn werk is hij inmiddels ook schrijver. In 2022 verscheen zijn boek de Only Planet Klimaatgids voor de 21ste Eeuw. Daarin beschrijft hij 7 routes naar een hoopvolle toekomst.
Michaël van Buuren
Michaël is onderzoeker landschapsarchitectuur bij Wageningen Environmental Research. Hij werkt in het atelier aan ontwerpprocessen voor landschap, water en natuur. Samen met Bertram de Rooij, Tim van Hattum, Martin Baptist en Stijn Reinhard maakte hij deel uit van het Nederland 2120 kernteam.
Bertram de Rooij
Bertram is landschapsarchitect en senior onderzoeker bij Wageningen Environmental Research. Samen met Michaël heeft hij sinds 2014 vormgegeven aan en in het atelier. Inmiddels is hij teamleider Regionale ontwikkeling en ruimtegebruik en nog steeds volop betrokken in het strategisch onderzoek
Ik zie jouw reactie helemaal voor me, Michaël. Dan ligt de toekomst van Nederland ineens in jouw handen. Hoe pak je dit aan?
Michaël: ‘Ik vond het meteen een fantastisch idee en dacht: “Dit gaan we doen in een ontwerpatelier.” Dat betekent dat je met een groep experts om de tekentafel gaat zitten. Dus geen modellen die allerlei scenario’s voor je uitwerken, maar echt de koppen bij elkaar, stiften en potloden erbij. Dat hebben we gedaan in drie ontwerpsessies met 20 onderzoekers uit alle gelederen van WUR. Samen bespraken we: wat weten we al en wat niet, waar willen we naartoe en wat hebben we nodig? Het leverde boeiende en soms ook verhitte discussies op. We kwamen eerst tot vijf leidende principes als basis voor het ontwerp. Een gezond natuurlijk systeem als basis was de belangrijkste. Vervolgens zijn we gaan tekenen. Eerst in kleine groepjes per landschapstype, daarna in een brede ontwerpsessie.’
Was dat meteen de versie zoals we die nu kennen?
Bertram: ‘Zeker niet. Dat we uiteindelijk één beeld moesten maken was wel heel duidelijk. Maar we wisten toen nog niet hoe dit beeld eruit ging zien. De meeste kaarten vertellen feitelijkheden. Dat was nou juist niet de bedoeling. We wilden juist inspireren en ruimte geven voor dialoog: zo kán Nederland eruit zien. De kaart moest prikkelen. Geen harde grenzen of vastomlijnde contouren, maar een interpretatie die richting geeft. Samen met Tim en Martin zijn we eerst de verhaallijn in gedoken, want je hebt een verhaal nodig om te weten welke ingrediënten er in het beeld moeten komen en eruit moeten springen.
Uiteindelijk is het een vrij speelse kaart geworden met zachte groen blauwe tinten. De jury van de Maaskantprijs noemde het zelfs het geheime wapen.
Bertram: ‘Ja, dat is het mooie aan zo’n ontwerpend proces, het is super creatief met veel ruimte voor interpretatie. We zijn ‘gewoon’ gaan tekenen. Ondertussen denk je na over: welke elementen tekenen we uit, tot in welk detail, in welke vorm en met welke kleur? De vraag aan de collega’s was constant: ‘Goed idee, maar hoe ziet dat er dan uit? Dan geef je dan weer vorm om vervolgens weer een reactie te krijgen. Zo bouw je samen aan zo’n perspectief. De look and feel doet veel. De steden zijn bijvoorbeeld rood, paars en bruin geweest. We hebben uiteindelijk iets van vijf versies gehad, totdat we eindelijk aanvoelden: ja dat is hem.’
Michaël: ‘Mensen zien het eindproduct vaak als een vrij simpele kaart. Maar vergis je niet: het is een enorme uitdaging om zoiets complex simpel te kunnen tekenen. Ik zei direct tegen Bertram: jij moet die kaart tekenen. Jij hebt een lossere hand dan ik. Wat hij uiteindelijk heeft gedaan is echt razend knap. Geloof me, er zijn echt maar heel weinig mensen die dit kunnen.’
Is de kaart dan serieus met de hand getekend?
Bertram: ‘Grotendeels wel. Michaël had al veel digitale, ruimtelijke kaarten gemaakt. Die heb ik als “onderleggers” gebruikt en ben daar volop mee aan het combineren gegaan. Maar de echte vorm van de kaart komt met de zwarte lijnen. Die zijn echt allemaal met de hand ingetekend. Het heeft me best wat kramp in de vingers opgeleverd. Bij ieder substantieel tekenfoutje of idee van ‘nee dat is het toch niet’ begin je gewoon weer helemaal opnieuw. Met de enorme schetsen onder de hand zijn we naar het Forum (het onderwijsgebouw) gegaan om alles in te scannen, vervolgens aan elkaar te plakken en verder op te werken tot de kaart die het nu is.’
Michaël: ‘Ik zie hem nog hier op de grond liggen in het atelier. En in de brandweerkazerne natuurlijk.’
In de brandweerkazerne? Dat moet je even uitleggen.
Bertram: ‘Ja echt. Dat was in de droge en bloedhete zomer van 2019. In het atelier hebben we geen airco. Ik had een grote tafel nodig. Naast werk ben ik vrijwilliger bij de brandweer. Op de kazerne had ik een tafel én airco. Af en toe keek er een brandweercollega over mijn schouders mee en vroeg wat ik in hemelsnaam aan het doen was. Toen zei ik “Nederland aan het tekenen over 100 jaar.” Dat leidde wel tot verbaasde gezichten.’
Dit snap ik. Vervolgens ligt er een kaart met een verhaal, maar dan begint het pas. Wat voor impact hadden jullie verwacht?
Tim: ‘Ik vond het heel spannend toen we het gingen publiceren. Sommigen zeiden tegen ons: je moet geen kaart maken. Dat levert alleen maar gedoe op; dan krijg je echt discussie over wat wel en niet kan op de vierkante meter. Maar wij geloofden erin. We hadden een verzoek ingediend om de visie te lanceren op het Deltacongres. Dit had de primeur kunnen zijn, maar het programma zat al vol. Dat heb ik er onlangs nog even subtiel ingewreven, toen ik vijf jaar na dato alsnog op het congres stond om dit verhaal te presenteren. Plan B was een workshop op een kennisdag voor ruimtelijke adaptie. Dat was uiteindelijk onze coming out.’
Michaël: ‘We wisten al vrij snel dat we iets in handen hadden. We hebben het uiteindelijk via social media gedeeld. Toen belde Mac van Dinther van De Volkskrant die een tweet van Wieger Wamelink, mede-bedenker van de visie, had opgepikt. Mac stelde voor om de kaart op een dubbele pagina te plaatsen van de eerste krant van het nieuwe decennium, de krant van 2 januari 2020. Trouw kwam met hetzelfde idee, en zo geschiedde.’
Tim, ik weet nog dat we de rest van onze kerstvakantie vaarwel konden zeggen. Martin en jij stonden RTL Nieuws te woord, toen de redactie van Buitenhof mij belde. Twee dagen later reed de chique taxi voor en die bracht ons naar de studio in Amsterdam.
Tim: ‘Klopt, dat was heel bijzonder. We werden platgebeld naar aanleiding van de krantenartikelen. Overal werd het verhaal opgepikt en gaven we interviews: NRC, RTL nieuws, NOS, zelfs Dumpert, en als hoogtepunt De Linda. Toen belde Buitenhof en ging het balletje nog veel verder rollen.’
Wat is er sindsdien allemaal gebeurd?
Tim: ‘Zo ontzettend veel. Het heeft overal deuren geopend en ons op allerlei podia gebracht, zelfs buiten Nederland. De lijst is te lang om op te noemen. Het VNG-congres met 3000 bestuurders in een oververhit Martina Plaza was het grootste podium. Die nacht ervoor heb ik wel even slecht geslapen. Er is een TEDx talk en college van de Universiteit van Nederland. De kaart staat in schoolboeken en hangt inmiddels in verschillende musea. We hebben de WUR Impact Award gewonnen, de NVTL award 2022 en nu natuurlijk de Grote Maaskantprijs. Nog iedere week word ik gebeld of ik het verhaal wil komen vertellen. Maar het meest bijzondere was misschien wel een informeel diner op het Koninklijk Huis.’
Ik werkte toen net een jaar bij de WUR en ik weet nog dat ik dacht: gaat het hier altijd zo?
Michaël: ‘Ja er is een periode voor en na NL2120. We hebben echt iets in beweging gezet. Er is zoveel behoefte om dit verhaal verder te brengen. Met internationale student challenges en (regionale) uitwerkingen zoals Arnhem 2120, Vallei en Veluwe 2120, of zelfs Europa 2120. Er is een hele 2120-collectie en belangrijker nog, een hele beweging ontstaan. Daar ben ik vreselijk trots op.’
Tim: ‘We hebben echt een snaar geraakt. Soms is het best emotioneel om het verhaal te vertellen. Ik zie veel mensen afhaken in de discussie over klimaat en natuur: het komt toch niet meer goed. Maar wij laten zien hoe het ook kan. De belangrijkste les die we geleerd hebben is dat Nederland, en misschien wel de hele wereld, snakt naar een hoopvol verhaal voor de toekomst.’
2120 is inmiddels een magisch getal. Het prijkte ook op je shirt voor de Jungfrau marathon.
Tim: ‘Ja, dat was mooi. Vorig jaar heb ik met een groepje klimaatexperts deze Zwitserse marathon gelopen, een van de zwaarste en mooiste ter wereld. Ik moest er 10 euro voor betalen, maar dan kon ik een eigen startnummer kiezen. Dat moest natuurlijk 2120 zijn. De grap is dat we tijdens het bedenken nog heel lang gesproken hebben over het jaartal. In 2018 bestond WUR 100 jaar. Een visie voor de komende 100 jaar was ons cadeau aan de samenleving. 2118 zou dan de logische keuze zijn, maar dat klinkt niet echt lekker. Toen kwamen we op 2120 uit. Vorig jaar kwam ik er ook nog achter dat dit een zogenaamd engelengetal is en het symbool staat voor een hoopvolle visie op de toekomst.’
En nu, de Grote Maaskantprijs gewonnen. Hoe vet is dat?
Michaël: ‘Dat is ongelofelijk. Het is in Nederland de grootste eer die je als landschapsarchitect kan krijgen. Een erkenning voor wat wij gestart hebben en een aanmoediging voor wat er nog gaat gebeuren.’
Bertram: ‘Het is inderdaad ontzettend gaaf. We staan nu in hetzelfde rijtje als beroemde architecten, zoals Aldo van Eyck en Rem Koolhaas, en het programma Ruimte voor de rivier, die allen een stempel hebben gedrukt op de inrichting van Nederland. Het is bijzonder dat zoveel mensen zich door ons verhaal aangesproken voelen. Dat ze nieuwsgierig zijn geworden, zich dit eigen willen maken en er zelf mee aan de slag willen. Het hele “experiment” is een begrip geworden, dat lees je ook terug in het juryrapport.’
De Grote Maaskantprijs
De Grote Maaskantprijs is een van de meest prestigieuze prijzen op het gebied van architectuur en stedelijke innovatie in Nederland. De prijs wordt iedere twee jaar uitgereikt aan personen en initiatieven die zich in bijzondere mate onderscheiden op het gebied van architectuur, stedenbouw of landschapsarchitectuur. Bekende namen van eerdere winnaars zijn Adri Duivestein, Auke van de Woud, Piet Oudolf en Tracy Metz.
Hoe nu verder? De top bereikt en dus lekker met pensioen?
Tim: ‘Haha, zeker niet. De prijs wordt uitgereikt aan een heel collectief dat inmiddels is ontstaan. Met financiering uit het Nationaal Groeifonds willen we dat Nederland wereldwijd koploper wordt in nature-based solutions. Dat doen we met 25 partners: wetenschap, overheden, bedrijven, onderwijs en maatschappelijke organisaties. NL2120 is echt een unieke samenwerking.’
We kunnen dus nog veel meer van jullie verwachten?
Bertram: ‘We zijn nu bezig met het “hoe.” Hoe zorg je ervoor dat vandaag stappen gezet worden voor het Nederland van 100 jaar later. Iemand vroeg mij ooit: gaat deze kaart ook over mensen? Er zitten 17 miljoen pixels in, grapte ik toen. Maar inderdaad, Nederland 2120 gaat ook om mensen.‘
Michaël: ‘Het vertelt een verhaal waar mensen gevoelig voor zijn. Voor mij is het echt een overtuiging over hoe we de toekomst van ons land vormgeven. Een probleem oplossen insinueert dat je weet waar je naartoe wilt. Daar hebben we een zetje toe gegeven.’
Tim: ‘Dit is ook de kern van mijn boek (Only Planet: Klimaatgids voor de 21e eeuw). Er is al zoveel kennis, oplossingen liggen voorhanden. Wat het verschil kan maken zijn inspirerende en hoopvolle verhalen die de burger raken. We hopen dat mensen steeds meer een land voor zich gaan zien en denken: daar wil ik wonen. Wij gaan in ieder geval door met inspireren.’
Dossier Nederland in 2120
Wil je meer weten over NL2120? Duik dan eens in ons dossier: