CGN veldslacollectie

Veldsla is een relatief klein gewas dat hoort bij de groep van kleine bladgroenten. Omdat de veldslacollectie van CGN nog maar kort bestaat, is deze nog niet uitgebreid beschreven aan de hand van karakteriserings- en evaluatiegegevens en is er tot nu toe ook nog niet op grote schaal gebruik van gemaakt voor veredeling en onderzoek.

Geschiedenis

De veldslacollectie heeft een relatief korte geschiedenis. In 2008 werd een selectie van de belangrijkste Nederlandse rassen opgenomen in de collectie van de Duitse nationale genenbank in Gatersleben. In 2010 is begonnen met het opzetten van verschillende nieuwe gewascollecties omdat het CGN zich specialiseerde als groentegenenbank.

Deze nieuwe collecties bevatten ook veldsla, vanwege de relatief slechte vertegenwoordiging van dit gewas in bestaande collecties en het belang van het gewas voor Nederland. Omdat besloten was dat de collectie van CGN ook de belangrijke nationale rassen moest bevatten, was enige overlap met de Duitse collectie onvermijdelijk. Op dit moment (april 2020) bestaat de collectie uit bijna 50 accessies, waarmee het een van de grootste veldslacollecties ter wereld is.

Onderhoud

Materiaal wordt in de collectie opgenomen met een kiemkracht boven 80% voor gecultiveerd materiaal en boven 60% voor accessies van wilde soorten. Veldsla wordt geregenereerd onder gecontroleerde kasomstandigheden.

Voor de regeneratie wordt gezaaid in november en overwinteren de planten vorstvrij in de kas. Omdat veldsla zelfbestuivend is, kan de regeneratie worden uitgevoerd zonder specifieke beschermende maatregelen om bestuiving tussen de verschillende accessies te voorkomen. Er wordt een afstand van enkele meters aangehouden tussen de verschillende accessies om het risico op besmetting te minimaliseren. De zaadoogst vindt plaats in mei-juni.

Samenstelling

De opbouw van de colectie begon in 2011 met de verwerving van de belangrijkste Nederlandse rassen van gecultiveerde veldsla (Valerianella locusta). Vervolgens werd de collectie uitgebreid met cultivars en landrassen afkomstig uit andere Europese landen, met name Duitsland en Frankrijk, voor zover dat materiaal nog niet goed bwaard en beschikbaar was in andere nationale genenbanken.

In 2013 is begonnen met het bemonsteren van natuurlijke populaties van V. locusta in Nederland, gevolgd door het verzamelen van exemplaren van verwante soorten die in Nederland voorkomen, waaronder V. carinata, V. dentata en V. rimosa. Op dit moment (april 2020) zijn 46 accessies beschikbaar voor distributie, waaronder zeven wilde soorten. De collectie kan in de toekomst worden uitgebreid met wilde exemplaren door buiten Nederland te verzamelen.

Karakterisering en evaluatie

Fenotypische gegevens van cultivars die zijn beschreven door Naktuinbouw worden als downloadbare bestanden beschikbaar gesteld op de website van CGN. In 2019 is de gehele collectie in een veldproef beschreven op verschillende morfologische kenmerken. Deze gegevens en foto’s van de materialen zijn beschikbaar op de website van CGN. Er hebben vooralsnog geen evaluatieprogramma’s samen met de veredelingsindustrie plaatsgevonden.