Preventieve maatregelen voedselallergie
Wanneer in een gezin al ernstige allergische klachten vóórkomen bij één van de gezinsleden, is het zinvol preventieve maatregelen te nemen bij een (volgende) baby.
Als de moeder gedurende de periode van borstvoeding (zo mogelijk 6 maanden) een dieet volgt zonder producten waarvan bekend is dat ze een allergie kunnen veroorzaken, kan dit helpen om een voedselallergie bij de baby te verminderen.
Naast het lang geven van borstvoeding en het vermijden van koemelk gedurende het eerste levensjaar, is het aanbevelenswaardig tot na het eerste levensjaar de introductie van tomaten, sinaasappels, aardbeien, chocolade, eieren, en vis uit te stellen. Introductie van nieuwe vaste voedingsmiddelen dient steeds met kleine hoeveelheden tegelijk te beginnen.
Ook het introduceren van van dierlijk eiwit (vlees, ei, vis) gedurende de eerste 5 levensmaanden zou uitgesteld moeten worden.
Bekende veroorzakers van voedselallergie of -intolerantie zijn:
- Koemelk
- Kippenei
- Pinda(kaas)
- Noten
- Vis
- Schaal- en scheldieren
- Fruit
- Gluten
Een diëtist kan hulp bieden door samen met de moeder een gevarieerde voeding samen te stellen, zodat er geen tekorten zullen ontstaan.
Als gekozen moet worden voor flesvoeding, wordt geadviseerd om een voeding te gebruiken op basis van eiwithydrolysaat. Dit is voeding waarin de eiwitten al zijn voorverteerd.
Daardoor zijn de grote eiwitdeeltjes al afgebroken tot kleine deeltjes. Allergische reacties blijven uit omdat er geen grote stukken eiwit de darmwand passeren.
Ook dienen voorzorgsmaatregelen genomen te worden bij het starten van bijvoeding.
Vóór de leeftijd van 6 maanden is het beter om geen bijvoeding te geven. Borst- of flesvoeding geven alles wat een zuigeling nodig heeft.
Het starten van bijvoeding dient voorzichtig te worden aangepakt. Door het één voor één uitproberen van nieuwe voedingsmiddelen kan een allergische reactie snel herkend worden.