Nieuws

‘Ik wil niet meer vliegen’

article_published_on_label
26 augustus 2022

De opening van het academisch jaar op 5 september staat in het teken van planetary boundaries (planetaire grenzen). Wat zijn dat, hoe kun je ze onderzoeken en zijn ze te gebruiken in het dagelijkse huishouden? Vandaag deel 1: Hannah van Zanten, universitair hoofddocent en spreker tijdens de opening.

Hoe doet Hannah van Zanten, universitair hoofddocent bij Farming Systems Ecology en visiting professor aan Cornell University, onderzoek naar de planetaire grenzen van onze voedselproductie? Ze werkt aan een Circular Food Systems Model. ‘De uitgangspunten van dat model zijn dat we binnen de grenzen van de planeet voldoende gezond voedsel kunnen produceren. Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat we geen grondstoffen en voedsel verspillen en dat we als consument maximaal 500 CO2-equivalenten per persoon per jaar mogen uitstoten. Alleen dan kunnen we binnen de grenzen van de planeet blijven.’

Hannah van Zanten over planetaire grenzen:

- Helaas, uw cookie-instellingen zijn zodanig dat de video niet getoond kan worden - pas uw permissie voor cookies aan

In haar Circular Food Systems Model kwantificeert Van Zanten welke voedselsystemen daar aan kunnen voldoen. ‘We hebben Europa ingedeeld in klimaat- en bodemzones. Dan kijken we: welke gewassen groeien daar nu en welke gewassen kunnen daar groeien bij een herontwerp? Ook kijken we welke dieren we in zo’n klimaatzone kunnen houden en wat die dieren nodig hebben aan voer. Verder mogen we het landbouwareaal niet uitbreiden, moet de landbouw zorgen voor een gezond dieet en is de CO2-regel een harde eis. En dan gaan we berekenen welke voedselsystemen aan die voorwaarden kunnen voldoen.’

Zie jij de planetaire grenzen als een object van studie of als een existentieel probleem voor het voortbestaan van de mensheid?

‘Voor mij is het een object van studie door mijn passie voor het onderwerp. Ik zie dit als een existentieel probleem. Mijn passie is ontstaan vanuit een interesse in biodiversiteit. Toen ik een jaar in Zuid-Afrika werkte, werd mij duidelijk hoe voedselproductie - en ook honger - kan leiden tot enorme biodiversiteitsverliezen. Vervolgens heb ik steeds meer besef gekregen dat we in de voedselproductie rekening moeten houden met verschillende milieu-indicatoren zonder voedselzekerheid uit het oog te verliezen. De laatste jaren zie je heel duidelijk de klimaateffecten, elke dag is er wel nieuws dat we de planetaire grenzen overschrijden. Met de komst van mijn kinderen is dat besef alleen maar gegroeid.’

Wat zijn planetaire grenzen?

Het begrip planetary boundaries (planetaire grenzen) werd in 2009 geïntroduceerd door de Zweedse aardwetenschapper Johan Rockström. Hij stelde negen grenzen vast waarbinnen de mensheid moet opereren om duurzaam gebruik te kunnen blijven maken van de hulpbronnen op aarde. Die planetaire grenzen zijn: de opwarming van de aarde (broeikaseffect), verlies van biodiversiteit, sluiten van de stikstof- en fosforkringloop, gat in de ozonlaag, oceaanverzuring, waterschaarste, landgebruik (beperken landbouwgrond), chemische verontreiniging van toxische stoffen en plastics; en de concentratie schadelijke verbindingen in de atmosfeer. De meeste grenzen zijn bijna overschreden of al overschreden. De exacte waarden van de grenzen zijn arbitrair, maar het wordt gezien als een veelbelovende eerste stap voor een veilig voortbestaan van de mensheid.

‘Vervolgens zie je dat mensen verschillende meningen hebben en standpunten innemen hoe groot het probleem is en wat we moeten doen. En dan is een beetje afstand tot het onderwerp nodig, om na te gaan welke oplossingen ons echt gaan helpen. Ik hou die afstand omdat ik niet overtuigd ben dat alle oplossingen die worden aangedragen ook echt helpen. Ik ben met name bang dat bepaalde technologische innovaties tot afwentelingen kunnen leiden elders in het voedselsysteem. Het is essentieel om naar het hele systeem te kijken. Daarom onderzoek ik welke herontwerpen van onze voedselsystemen nodig om aan de planetaire grenzen te voldoen. Die antwoorden zijn er nog niet.’

Hoe worstel je in je persoonlijk leven met de planetaire grenzen?

‘Dat wisselt. Ik ben bijna veganist, af en toe eet ik nog eens een ei. Ik ben vrij minimalistisch, ik koop alleen iets - vaak tweedehands - als ik het echt nodig heb. Ik ben minder lang gaan douchen en we verwarmen het huis minimaal. Dit jaar zijn we ook bewust in Nederland gebleven voor onze vakantie. We kamperen ieder jaar op een boerderij, zodat de kinderen een besef krijgen over hoe en waar ons voedsel wordt geproduceerd.’

‘Een lastige vind ik het vliegen. Ik wil niet meer vliegen, maar ik krijg uitnodigingen voor werkbezoeken en presentaties in het buitenland waar ik eigenlijk naartoe moet. Je zou denken dat er nu meer online congressen met Teams mogelijk zijn, maar dat zakt snel weer weg en ik zie ook de meerwaarde van bezoek en direct contact. Gelukkig kan veel met de trein of we regelen met een aantal collega’s dat we gezamenlijk de auto pakken.’

‘En ik worstel met mijn huisdieren. We hebben een hond, een kat en een paard. Die moeten eten. Het gras voor het paard komt uit een natuurgebied, dat is redelijk goed geregeld. Maar de hond en kat moeten brokjes, met vlees er in. Idealiter eten de huisdieren onze restjes op, maar wij eten geen vlees en zij moeten wel vlees binnen krijgen. Dat is dus lastig. Verder kijken we ook naar duurzaam speelgoed, dus minder plastic. We zijn bewust bezig om de wegwerpmaatschappij buiten de deur te houden.’

Maak je progressie?

‘Zeker, en daarbij hoop ik dat ook studenten gaan meewerken aan het herontwerp van onze voedselsystemen. Zo zijn we games aan het ontwikkelen, zodat mensen samen met ons met dat herontwerp bezig kunnen. Ik denk dat we niet verder komen met zwart-witdenken, maar dat we als kennisinstelling in de maatschappij samen met anderen dat herontwerp moeten maken.’