Longread
De oogst uit strokenteelt vraagt om meer flexibiliteit bij voedselverwerkers
Levert strokenteelt extra uitdagingen op voor voedselverwerking na de oogst? Wetenschappers van Wageningen Food & Biobased Research onderzochten daarvoor drie tarweoogsten. De tarwe uit strokenteelt bleek moeilijker om schoon te maken en te scheiden, maar baktests toonden aan dat het meel bij het bakken van brood niet onderdoet voor commerciële varianten.
Diversiteit op de akker heeft een positieve invloed op het functioneren van ecosystemen, en strokenteelt is een toegankelijke en relatief simpele manier voor boeren om meer verschillende gewassen te telen op één perceel. Verschillende gewassen worden dan in stroken van 3-6 meter breed geteeld. Vijf jaar onderzoek naar strokenteelt wijst uit dat de opbrengst vergelijkbaar is met die van de meer gangbare monocultuur. Strokenteelt verbetert ook nog eens de biodiversiteit op het land, één van de belangrijkste uitdagingen van deze tijd. Natuurlijke vijanden weten plaaginsecten zoals luizen vlugger te vinden en ziektes, zoals fytoftora in aardappelen, verspreiden zich langzamer.
‘Boeren die overstappen op strokenteelt geven bovendien aan dat ze meer geluk uit hun bedrijf halen,’ vertelt dr.ir. Dirk van Apeldoorn van de Farming Systems Ecology-groep bij Wageningen University & Research (WUR). ‘Dat lijkt ons ook een heel waardevolle opbrengst, zeker in een tijd waarin boeren veel maatschappelijke druk ervaren.’ Kunnen alle boeren dan nu al overstappen op deze nieuwe vorm van akkerbouw? In principe wel, natuurlijk, maar er zijn nog steeds vragen die onderzocht moeten worden. Niet in de laatste plaats: welke mogelijke gevolgen heeft strokenteelt voor voedselverwerking ná de oogst?
Oogsten schoonmaken en scheiden
Mira Theunissen is onderzoeker bij de Food Technology-groep van Wageningen Food & Biobased Research. Ze werkt mee aan het project Rethink Food Processing, en voor haar staat precies die vraag centraal: wat betekent strokenteelt voor voedselverwerking? ‘Als we willen dat boeren strokenteelt breed omarmen, moeten we weten welke belemmeringen er nog zijn in de verwerkingsketen: wat maakt oogst uit strokenteelt lastiger om tot een voedselproduct te verwerken, zoals brood of een groentemix?’ De onderzoekers inventariseren de uitdagingen over de gehele keten, en zijn nu vooral bezig met de verwerkingsstappen vlak na de oogst: opschonen en scheiden.
Bij strokenteelt is dat schoonmaken en scheiden erg belangrijk, omdat het aantal onzuiverheden groter is dan bij de oogst van grote monoculturen. Er kunnen bijvoorbeeld naburige gewassen meegeoogst worden, want een relatief groter deel van de oogst komt van de rand. ‘We hebben ook de oogsten van mengteelt onderzocht, waar twee complementaire gewassen door elkaar heen groeien, in dit geval tarwe en veldbonen. Die kunnen in principe op grootte gescheiden worden, maar er is een risico dat een verschrompelde veldboon tussen de tarwe terecht komt of een tarwekorrel blijft plakken aan een aangevreten boon.’
Dat soort kruisbesmettingen vragen serieuze aandacht vanuit het perspectief van voedselveiligheid, vooral op het gebied van allergenen. ‘Als er ook maar de minste tarwe bij een peulvruchtenoogst terecht komt, mag die al niet meer als glutenvrij worden verkocht.’
Investeren in biodiversiteitspositieve voedselsystemen
Het project 'Rethink Food Processing', geleid door dr. Anke Janssen van de Food Technology-groep, is een onderdeel van het investeringsthema Biodiversiteitspositieve voedselsystemen. Wageningen University & Research investeert daarvoor in onderzoek dat fundamentele kennis levert voor innovatieve trajecten die de biodiversiteit en de ecosysteemdiensten op akkers, boerderijen, in landschappen en waardeketens versterken. Het thema wordt gecoördineerd door prof.dr.ir. Liesje Mommer, Hoogleraar Ondergrondse ecologie & boegbeeld Biodiversiteit, en dr.ir. Marleen Riemens, Teamleider Gewasgezondheid.
Vergelijkbaar met commerciële producten
Mengteelt moet worden geoogst wanneer beide gewassen optimaal rijp zijn. Als er een verschil in rijpheid is, komt er een stap bij in het verwerkingsproces: dan moet de oogst eerst worden gedroogd. Verschil in rijpheid beïnvloedt ook de functionaliteit van een oogst. ‘Het levert kwaliteitsvariaties op. De bloem en meel van tarwe uit strokenteelt sluiten minder goed aan op de gestandaardiseerde verwerkingsprocessen: die zijn ingesteld op het meer uniforme product uit monoculturen. In de toekomst zullen voedselverwerkers flexibeler moeten worden, bijvoorbeeld door hun receptuur af te stemmen op de eigenschappen van hun grondstoffen.’
Die noodzakelijke aanpassingen ontdekten Theunissen en haar collega’s toen ze experimenteerden met het verwerken van tarwe. ‘We hebben oogsten uit drie verschillende teeltsystemen schoongemaakt, gescheiden en verwerkt tot mini-broden en koekjes. Dat waren oogsten van een strook met één ras tarwe, een strook met twee rassen door elkaar en een strook mengteelt, waar tarwe gemengd met peulvruchten groeide.’ De bakproeven leverden brood en koekjes op van vergelijkbare of soms zelfs betere kwaliteit dan commerciële referentiebloem. Om de broden goed te laten rijzen, moesten de recepturen echter wel bijgestuurd worden, door bijvoorbeeld extra gluten toe te voegen.
Meer eiwitten dankzij peulvruchten
Rondom mengteelt leefde ook de vraag of die misschien ongescheiden verwerkt zou kunnen worden. Zou het bijvoorbeeld mogelijk zijn om de ingrediënten van een groentemix samen te verbouwen én samen te verwerken? Van samen op het land naar samen in het pakje soep. ‘Het co-processen van twee gewassen uit één strook, zonder ze eerst te scheiden, lijkt nagenoeg onmogelijk,’ legt Theunissen uit. ‘Goed schoonmaken resulteert eigenlijk altijd in scheiding. En als het schoonmaken al zou lukken zonder te scheiden, dan is het pellen of malen daarna een enorme uitdaging.’
Wel kan mengteelt nog een ander voordeel opleveren. ‘Peulvruchten zoals veldbonen zorgen voor meer stikstof in de bodem, terwijl graan stikstof juist als bouwstof gebruikt om eiwitten van te maken. Dat zou dus een interessante wisselwerking op kunnen leveren.’ Inderdaad zagen de onderzoekers dat de tarwe die tussen de veldbonen was gegroeid meer eiwit bevatte. Tijdens de baktests leverde die tarwe prima mini-broden op, maar de koekjes van mengteeltbloem waren erg stevig. Dat is vermoedelijk ook het resultaat van het verhoogde eiwitgehalte, menen de wetenschappers.
Standaardisering afbouwen
‘Strokenteelt is op alle vlakken meer divers: meer verschillende producten, meer biodiversiteit, maar ook verschillen in rijping. Dat is een feit,’ benadrukt Van Apeldoorn. ‘Voedselverwerkers kunnen niet op dezelfde manier blijven produceren als ze deze oogst willen verwerken. Het vraagt niet alleen creativiteit en innovatie van de boer, maar ook verderop in de keten.’ Dat is ook de belangrijkste conclusie die Theunissen en haar team trokken. Vergaande standaardisering in de verwerking zal moeten worden plaatsmaken voor maatwerk om goed om te kunnen gaan met deze strokenteeltoogsten, die zoveel voordelen hebben voor het ecosysteem.
‘Maar ook op andere plaatsen in de keten tussen de boer en de verkoop zijn er aanpassingen mogelijk. Boeren produceren nu voor de opslag, maar wat als ze veel directer voor de consument konden produceren? Wat als de verwerking niet meer in grote centra gebeurde, maar op het land van de boer zelf?’ Ook zullen consumenten aan een nieuwe situatie moeten wennen, waarin niet elk product altijd beschikbaar is. ‘Een gevarieerder dieet ondersteunt een meer diverse akker, zouden we kunnen zeggen.’