‘De verwerking van cacaobonen kan veel meer in Ivoorkust en Ghana plaatsvinden’

Ken Giller, hoogleraar Plantaardige productiesystemen, heeft van de problematiek van de kleine boeren in Afrika zijn levenswerk gemaakt. ‘We zien de armoedeval bij vrijwel alle boeren in Afrika, ook in de koffie- of maisteelt. Het is de armoede van een groeiende bevolking die voor negentig procent werkzaam is in de landbouw en op steeds kleinere arealen’, analyseert Giller. Dat is onder andere een gevolg van de Afrikaanse overervingsstructuur, waarbij bijvoorbeeld vier kinderen allemaal een kwart van de grond erven.

Naast de gebrekkige landbouwvoorlichting signaleert Giller dat regeringen te weinig investeren in kennis en de opbouw van infrastructuur. ‘Er bestaan wel subsidies en prijsgaranties voor cacao, maar bijvoorbeeld kunstmest is in Afrika door gebrek aan subsidies tien keer zo duur als in Azië.’

prof.dr. Ken Giller, hoogleraar Plantaardige productiesystemen in Wageningen
prof.dr. Ken Giller, hoogleraar Plantaardige productiesystemen in Wageningen

Neoliberalisme

Verder wijst hij de neoliberale trend in de wereldvoedseleconomie aan als oorzaak van de armoede. ‘Twintig jaar geleden kwam nog 16 procent van de prijs van een reep chocolade bij de boer te terecht, nu is dat amper 8 procent. Bijna de helft blijft aan de strijkstok van de handel, de chocolademakers en de supermarkten hangen.’

Daar komt bij dat cacao teelttechnisch niet gemakkelijk is. ‘De levensduur van een cacaoboom is twintig tot veertig jaar, dus verbetering van rassen leidt veel langzamer tot resultaat dan bij eenjarige gewassen. En we weten pas sinds kort dat kalium een veel belangrijker element is in de kunstmest voor cacao dan stikstof en fosfor. Het onderzoek stond vanaf de jaren zeventig van de vorig eeuw nagenoeg stil.’ Volgens de agronomische onderzoekers komt dit vooral doordat de cacaoverwerkende bedrijven in Europa tot voor een decennium vooral op het rendement voor de aandeelhouders letten. ‘Het verandert nu langzaam onder invloed van duurzaam beleggen’, aldus Giller.

Kansen voor de boeren

Toch is Ken Giller niet pessimistisch. Er zijn kansen voor de boeren, zegt hij. ‘Er wordt in Ghana en Ivoorkust al steeds meer gewerkt met een diversificatie in de cacao-teelt en met landbouw in combinatie met bosbouw, agro-forestry in jargon.’ Daarbij worden bijvoorbeeld cacaobomen tussen de tropische woudreuzen geplant.

‘De cacaobomen profiteren van de schaduw van de tropische bomen. Het blad dat van de bomen valt, levert na een seizoen compost op die de bodem ten goede komt’, legt Giller uit. Een promovendus onderzoekt de kansen om de overgebleven peulenschillen van de geoogste cacaobonen samen met de boombladeren te composteren.

Agro-forestry biedt wellicht ook kansen voor het tegengaan van klimaatverandering, nieuwe aanplant van bomen in het tropisch regenwoud en herstel van de biodiversiteit.‘ Ik denk dat agro-forestry in combinatie met cacao op goedgekozen locaties voor ecologische verbindingszones kan zorgen tussen natuurreservaten’, aldus Giller. Toch zijn er ook twijfels over deze vorm van agro-forestry. Want enerzijds koelen de tropische bomen de cacaobomen, ze concurreren ook met elkaar om het soms schaarse water ten tijden van droogte.

Bananen

Een andere optie is om bij aanplant van jonge cacaoplantjes en nieuwe tropische bomen ook bananen te planten. ‘De bananen zorgen tijdens de kwetsbare eerste jaren van de cacaoboompjes met hun enorme bladeren voor voldoende schaduw. Later nemen de tropische bomen de schaduwwerking over’, zegt Giller. ‘En de boeren beschikken met bananen over een interessant tweede gewas.’

Verwerking van cacao

Ken Giller ziet wel een verbetering die al gaande is. ‘Er ontstaat meer toegevoegde waarde als de bewerking van de geoogste cacaobonen meer in eigen land wordt uitgevoerd.’ Jaarlijks gaat zo’n 750 duizend tot 800 duizend ton cacao naar ‘s werelds grootste cacao-importhaven Amsterdam, waar de cacaobonen worden opgeslagen en doorgevoerd. Zonder ook maar één boon te produceren, is Nederland met deze doorvoer na Ivoorkust de grootste cacao-exporteur ter wereld. Een deel wordt in Nederland verwerkt tot cacaomassa, cacaoboter en cacaopoeder. ‘Die bewerking en verwerking kunnen veel meer in Ivoorkust en Ghana plaatsvinden’, denkt Giller. ‘Zeker voor de export van chocolade naar China, kan dat meer economische ontwikkeling in eigen land opleveren waarvan de kleine cacaoboeren kunnen profiteren.’