Inventarisatie aardappelmarkt in Zuid-Amerika wijst weg voor Nederlands bedrijfsleven

Het klimaat en de grondsoort in Argentinië en Chili zijn goed geschikt voor de teelt van aardappelen. Nu gebeurt dat nog op een vrij traditionele manier, met weinig inzet van technologie, waardoor opbrengsten nog laag zijn. Lokale onderzoeksinstituten hebben wel veel kennis over hoe de teelt beter kan, maar die kennis bereikt de telers nog onvoldoende. PPO probeert daarbij de helpende hand te geven en tegelijk het interface te zijn tussen het Nederlandse bedrijfsleven en de internationale partners.

Phytophthora beheersen

Onderzoekers van PPO onderzochten de mogelijkheden om Phytophthora beter te beheersen. Dit deden ze op initiatief van de landbouwraad ter plaatse en met subsidie van het ministerie van Economische Zaken. Daarbij werken ze nauw samen met binnenlandse onderzoeksinstituten. In Argentinië is dat INTA, het onderzoeksinstituut op het gebied van aardappelen en Phytophthora.

Bij zo’n vooronderzoek gaat het erom in kaart te brengen hoe de situatie ter plaatse is. Zo inventariseren de onderzoekers samen hoe boeren op dit moment Phytophthora bestrijden en hoe dat te verbeteren is. Ze overleggen met alle partijen die een rol spelen bij de aardappelteelt, zoals voorlichters, boeren, verwerkende industrie en agrochemische industrie. Ook organiseren ze workshops om kennis over aardappelteelt en bestrijding van Phytophthora over te dragen.

Actief op de markt

Tegelijk is de inventarisatie ervoor om Nederlandse bedrijven te ondersteunen  op deze markt. Marktonderzoek is daarom ook een onderdeel van de activiteiten. Voor Argentinië heeft deze aanpak geleid tot een vervolgtraject, waarbij Nederlandse verwerker van aardappelen wil proberen de aardappelteelt breder en beter op te zetten. Zo heeft de activiteit van PPO  gewerkt als wegbereider voor het Nederlands bedrijfsleven.