Longread

In negen rondes water en bodem sturend maken in de planvorming


Het effectief toepassen van ‘water en bodem sturend’ in Nederland vraagt om een andere insteek van de Nederlandse planvorming; van structuur- naar systeemplanning. Wageningen Environmental Research (WENR) stelt een aanpak voor ruimtelijke planvorming voor vanuit de drie deelsystemen die onze leefomgeving vormen: het natuurlijke, het sociale en het bestuurlijke deelsysteem. Zo willen we bijdragen aan antwoord op de vraag hoe de sturing vanuit water en bodem een prominente rol kan vervullen bij de ruimtelijke inrichting van Nederland.

De aanpak van WENR in samenwerking met GrondRR is gebaseerd op de visie dat gebieden zijn gevormd vanuit de samenhang tussen het natuurlijke, het sociale en het bestuurlijke deelsysteem. Water en bodem sturend concreet maken doe je door samen met partijen het systeem als uitgangspunt te nemen, deze in drie deelsystemen te ontleden, de processen daarin en ertussen te begrijpen en belangrijke waarden vast te stellen voor de toekomst van het gebied.

Vervolgens kun je ontwikkelprincipes voor het gebied formuleren en stapsgewijs de verkregen inzichten integreren. Zo kan je achtereenvolgens komen tot een toekomstbestendige visie op hoofdlijnen, een uitvoeringsstrategie, maatregelen die in tijd en ruimte worden uitgezet door ontwikkelpaden op te stellen.

De uitdaging

De ruimtelijke inrichting van een gebied wordt gevormd door een samenspel tussen het natuurlijke deelsysteem en onze individuele en gemeenschappelijke belangen als mens en maatschappij. Gedurende een groot deel van onze geschiedenis bleef de inrichting binnen de draagkracht en de grenzen van het natuurlijke systeem; water en bodem stuurden waar en hoe steden ontstonden, waar we welke vorm van landbouw konden ontwikkelen en waar beter niet. Dat betekende enerzijds een beperking van onze mogelijkheden voor wonen en werken, anderzijds bleef daardoor bleef het natuurlijke systeem als geheel functioneren en aan de maatschappij schoon water, een vruchtbare bodem en gezonde lucht kon blijven leveren.

Naarmate we meer technologische middelen kregen gingen we onze natuurlijke omgeving steeds meer naar onze hand zetten. Soms op zo’n manier dat de natuurlijke omgeving minder ecosysteemdiensten is gaan leveren, of van mindere kwaliteit. We zijn steeds meer gaan vertrouwen op technische oplossingen zoals dijken en gemalen.

Inmiddels zijn we in een situatie beland waarin het natuurlijke systeem is aangetast, de ruimtelijke planvorming vastzit en het bestaan en de ernst van de klimaat-, landbouw-, woningbouw-, water- en biodiversiteitscrisis breed erkend worden.1

Dit alles roept de vraag op hoe we van de huidige leefomgeving naar een meer gezonde leefomgeving voor de toekomst gaan, met het natuurlijke systeem aan de basis2, een gezonde leefomgeving voor mens en dier, en een duurzame economie waar het landgebruik kan meebewegen met de opgaven van de toekomst.

De voorwaarden

Onze aanpak begint met het bijeenbrengen van de relevante individuen en organisaties om een gezamenlijk proces mee in te gaan. Voor een goed proces zijn volgens ons, naast de kwaliteiten en competenties van de betrokkenen met voldoende tijd, mandaat en financiering, een aantal ingrediënten cruciaal voor een goed verloop:

  1. Een gedeeld beeld van de (samenhangende) opgaven en het omarmen van een systeemaanpak. In dit proces is de betrokkenheid van belanghebbenden cruciaal; de mensen die land gebruiken of er om andere redenen een belang hebben. We moeten meer gaan werken vanuit langetermijndenken en meer vanuit de systemische samenhang van de afzonderlijke componenten van onze leefomgeving. Met andere woorden: het belang van een systeemaanpak moet doordringen. Als dit besef ontstaat, dan vormt dit de motor achter het systeemgerichte proces van landschapsontwikkeling richting een gezonde leefomgeving.
  2. Een flexibel en reflectief proces. Het is belangrijk om ruimte te creëren om flexibel om te gaan met onverwachte ontwikkelingen en een weerbarstige praktijk. Daarvoor is het nodig om meerdere routes open te laten - om de deur naar alternatieve toekomstbeelden open te houden voor als de wereld zich toch anders ontwikkelt dan verwacht. Of als de praktijk van uitvoering toch weerbarstiger blijkt dan gedacht. Daarvoor kun je vooraf keuzemomenten aanwijzen. Door deze af te spreken is de richting voor iedereen duidelijk en kan er vertrouwen ontstaan; de gezamenlijke inspanning is niet vrijblijvend. Door te monitoren of doelen worden bereikt kan er worden geleerd en tussentijds bijgestuurd waar nodig. Hierbij hoort ook; steeds blijven kijken of je de juiste mensen, voor die fase in het proces, aan tafel hebt- en zo nodig anderen erbij betrekken .
  3. Het belang van borgen gedurende het proces. Gedurende het proces ontstaan er gedeelde inzichten en uitgangspunten. Belangrijk is om deze gedeelde uitgangspunten, ontwikkelprincipes, visies gedurende het proces steeds vast te leggen in een document, waar het gebied ‘een klap op geeft’. Dit kan een notitie zijn, een manifest, een beleidsdocument, een visie, beleidslijn of misschien zelfs een wet. Dat geeft duidelijkheid en veiligheid voor het zetten van de volgende stappen.
  4. Transitie is opbouw én afbouw. De omslag die nodig is om meer water en bodem sturend te gaan werken vergt een fundamentele verandering - van maatschappelijke sectoren en van de planningspraktijk. Te vaak wordt nog op de korte termijn geredeneerd en vanuit huidige belangen. Het gevolg is dat schadelijke praktijken een beetje minder schadelijk worden gemaakt, of knelpunten een beetje minder strak gaan knellen.

We zijn de huidige prakijken in het landgebruik aan het optimaliseren. Daarmee wordt het steeds moeilijker om wezenlijke veranderingen door te voeren in het landgebruik en landgebruiksplanning - terwijl de oplossing voor de veelzijdige, samenhangende problematiek waar we nu mee te maken hebben een fundamentele omschakeling vergen. Daarvoor is het ook noodzakelijk om bepaalde bestaande praktijken af te bouwen, en dat kan op korte termijn voor belanghebbenden problemen opleveren. Die moeten we niet negeren, maar bespreekbaar maken en oplossen of dragelijk maken. We moeten werken aan een toekomstdialoog en (mentale) ruimte maken voor een toekomstbeeld dat perspectief biedt voor alle belanghebbenden4.

Stapsgewijze aanpak

We presenteren hierbij een systeemgerichte methode, die handvatten biedt voor een effectieve integrale planvorming. Het doel van de benadering is om een gezonde leefomgeving te kunnen creëren die natuurlijker functioneert en die veerkrachtig is.

Deze methodiek omvat negen rondes, die niet lineair doorlopen hoeven te worden. Het is veel meer een kwestie van heen en weer gaan tussen de verschillende rondes en te werken in verschillende cycli. Hierdoor kunnen nieuwe inzichten uit de ene ronde worden geïntegreerd of getoetst in een andere ronde, op een ander schaalniveau of in een ander deelsysteem.

De drie deelsystemen

  • Het natuurlijke deelsysteem
    • Hieronder verstaan we het natuurlijke water- en bodemsysteem, de bijhorende ecosystemen en de natuurlijke processen, inclusief de levende natuur, die hierin vormend zijn.
  • Het sociale deelsysteem
    • Hier gaat het om de mensen die wonen, werken of op een andere manier een belang hebben in het gebied, de vaardigheden, gewoontes en gebruiken die ze er in de loop van de geschiedenis hebben ontwikkeld, hun cultuur, de betekenis die zij geven aan de leefomgeving en de wijze waarop ze die gebruiken en naar hun hand hebben gezet.
  • Het bestuurlijke deelsysteem
    • In dit deelsysteem moet de ambitie om water en bodem sturend te maken vorm gaan krijgen, daarom beschouwen we het apart van de twee andere, het is dan ook van iets andere aard. Het komt voort uit het sociale deelsysteem en drukt zijn stempel stevig op het natuurlijke, fysieke landschap. Dit geldt zowel voor formele aspecten zoals wet- en regelgeving, beleid, en bestuursvormen, als voor meer informele afspraken, gebruiken, gewoontes en governance, die menselijk gedrag, en het ruimtelijk beslag daarvan, sturen.

Deze 3 deelsystemen resulteren in de fysieke leefomgeving van ons als mens en maatschappij. We vormen, mede via het bestuurlijke deelsysteem, het natuurlijke deelsysteem om tot onze leefomgeving.

1. Vormende processen van de leefomgeving in beeld brengen

Onze leefomgeving aanpassen doen we voortdurend, in het landgebruik, in het beheer, en ook via planprocessen op verschillende schaalniveaus. Van omgevingsvisie tot een plan voor een wijk of straat. Om daarin water en bodem meer sturend te laten zijn is het zinvol om het huidige landschap van een gebied te ontleden in drie deelsystemen en deze eerst afzonderlijk te beschouwen en processen die de leefomgeving vormen in beeld te brengen, alvorens de inzichten in de systemen ronde voor ronde te integreren (zie kader).

Relatie met de lagenbenadering

Van de deelsystemen en van de resulterende leefomgeving kunnen verschillende aspecten worden weergeven als kaartlagen in een gebiedsatlas. De aspecten van de leefomgeving kunnen worden ingedeeld naar de lagen van de lagenbenadering. Deze indeling is echter anders van aard dan de indeling in de 3 onderliggende deelsystemen. Bij het onderscheid in de drie deelsystemen leggen we de nadruk op het begrijpen van de vormende processen in elk van deze deelsystemen op de leefomgeving. De lagenbenadering legt met name de relatie tussen de verschillende ‘lagen’ van het landschap. Het legt meer nadruk op verschil in dynamiek van processen en de tijdschalen waarop die zich voltrekken in de verschillende lagen van het landschap. De aard van de vormende processen in het sociale en bestuurlijke systeem op de leefomgeving krijgen hierin minder aandacht.

2. Het begrijpen van de deelsystemen

Het is belangrijk om elk van deze deelsystemen te analyseren, zowel de onderdelen als de samenhang, en belangrijke processen erin te herkennen. Daarom is het belangrijk om op een hoger schaalniveau naar het gebied te kijken; een landschap of regio bestaat immers nooit in isolatie. Voor het proces tussen het landschap nu en later is het van belang om op en neer te kunnen springen tussen de verschillende schaalniveaus. Van internationaal waar van toepassing, tot lokaal, om de verschillen binnen een gebied goed in beeld te hebben. Daarnaast is het ook gewenst om door de tijd heen naar een gebied te kijken. Hoe is het ontstaan, hoe heeft het zich ontwikkeld? Ook hier zijn belangrijke sturende processen te ontdekken in de ontwikkeling van een gebied, binnen en tussen de deelsystemen.

3. Het waarderen: waarden en kwaliteiten

Wat zijn de cruciale waarden in elk van deze deelsystemen op dit moment en wat is nodig voor de toekomst? Waarde in economische zin, de gebruikswaarde die vaak wordt uitgedrukt in geld, is belangrijk maar onvolledig. We gaan in deze ronde ook juist op zoek naar bijvoorbeeld de esthetische en culturele waarden van een gebied, naar landschapselementen die van belang zijn voor regulerende processen in het landschap, zoals het reinigend vermogen van de bodem, gezond water, bestuiving of bodemvruchtbaarheid. Welke natuurwaarden en natuurlijke processen zijn in het gebied van belang? We brengen deze waarden en het belang ervan in beeld en zetten ze letterlijk op de kaart. Hierdoor wordt ook de samenhang tussen waarden uit de verschillende deelsystemen zichtbaar.

4. Tendensen, knelpunten en opgaven

Aan de hand van het begrip van de deelsystemen en de waarden die zijn vastgesteld verkennen we welke trends en ontwikkelingen relevant zijn. Zo signaleren we knelpunten en opgaven voor de toekomst. We formuleren op basis daarvan gewenste ontwikkelrichtingen voor verschillende opgaven. Hierbij geven we prioriteit aan ontwikkeling van het natuurlijk systeem als onderlegger voor maatschappelijke opgaven. Daarmee worden biodiversiteit en aan klimaatadaptatie ook versterkt. Welke opgaven zijn dan het meest leidend, waar zit potentiële synergie tussen oplossingsrichtingen voor verschillende opgaven en waar zitten ze elkaar in de weg? Het is zinvol soms af van perspectief te wisselen, en naast op strategisch niveau ook te kijken naar mogelijke kansen en knelpunten op tactisch en operationeel niveau - als realiteitscheck. Het is hierbij wel van belang om het grofstoffelijk te houden en niet in details te verzanden.

5. Integrale set van ontwikkelprincipes

Op basis van de vorige rondes kun je een integrale set van leidende principes formuleren voor een toekomstvisie. Het is belangrijk om deze principes breed in nauwe samenspraak met alle actoren in het visievormingsproces op te stellen. Deze principes functioneren als uitgangspunten voor de visie die we maken in de volgende ronde.

6. Het verkennen van verschillende oplossingsrichtingen op systeemniveau

Op basis van de ontwikkelprincipes worden voor verschillende deelproblemen diverse mogelijke oplossingsrichtingen verder verkend en uitgewerkt. Hier gaan we de diepte in. Deze maken we ruimtelijk expliciet, dat wil zeggen, je kunt de oplossingsrichtingen intekenen op de kaart. Vervolgens wordt gekeken welke oplossingsrichtingen voor verschillende deelproblemen bij elkaar passen, waar ze elkaar kunnen versterken en waar ze juist niet met elkaar samengaan.

7. Een richtinggevende visie maken op systeemniveau

In de vorige ronde ontstond er een logische samenhangende set oplossingsrichtingen die we hier verder in woord en beeld uitwerken tot een richtinggevende visie voor de verre toekomst, die als samenhangend geheel de kracht van de verschillende deelsystemen zo goed mogelijk benut. De visie laat zien hoe een gezonde leefomgeving voor het specifieke gebied eruit ziet, met aandacht voor ieder van de drie deelsystemen en de samenhang daartussen, en moet herkenbaar zijn voor en gedragen worden door de partijen in het gebied.

Dit is de fase van de creatieve sprong5 die je maakt in het ontwerpende landschapsonderzoek als je gaat van een fase van analyse naar een fase waarin ontwerp en visievorming centraal staat.

8. Integrale strategie en ontwikkelpaden ontwikkelen

Vervolgens is de vraag: hoe komen we daar? Welke samenhangende sets van maatregelen kun je zo definiëren, hoe zet je die uit in tijd en ruimte, en wie staat waarvoor aan de lat? Ook zijn aan de orde de vragen hoe er op te sturen, wat en hoe te monitoren en hoe eventueel de ronde naar een ander ontwikkelpad6 te zetten.

Ook hier is het belangrijk om op verschillende schaalniveaus te blijven kijken - soms staat bijvoorbeeld regelgeving op nationale of internationale schaal een ontwikkeling op regionale schaal in de weg. Anderzijds kunnen daar ook juist kansen liggen als visies of mogelijkheden voor financiering op die niveaus aanknopingspunten bieden. Ook is het belangrijk om de tactische en operationele niveaus mee te nemen, om zo de werkbaarheid en uitvoerbaarheid van het plan te toetsen.

9. Borgen in en planvormingsdocumenten en afspraken

Tot slot worden de afspraken vastgelegd over een te volgen strategie, maatregelen, rollen en verantwoordelijkheden en hoe monitoring en adaptief beheer worden vormgegeven, in samenspraak met alle betrokkenen. Dit wordt in beleid, visies van, of afspraken tussen, de relevante partijen op de juiste schaalniveaus opgenomen, bijvoorbeeld in een omgevingsvisie of in een beleids- of beheerplan. Daarmee wordt de link gelegd van het strategische naar het tactische en operationele niveau.

De weg vooruit

De noodzaak om Water en bodem meer sturend te maken in ruimtelijke planvorming dient zich steeds meer aan. Recente beleidsmatige aandacht voor ruimtelijke ordening, bijvoorbeeld door het aanstellen van een minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening in het huidige kabinet, maar ook vanuit de Nota Ruimte en de provinciale aanpak van het landelijk gebied, maakt dat er nu momentum is om deze aanpak in praktijk te brengen.

We hebben deze methodiek ontwikkeld als een kapstok waaraan verschillende methodes, tools, data en kaarten gehangen zijn- dat is uitgewerkt in deze interactieve PDF.

WENR wil deze informatie en tools voor een breder publiek toegankelijk maken, zodat ze beter gebruikt kunnen worden in de planvorming waarbij water en bodem leidend zijn. De komende jaren gaan we hieraan met een consortium van overheden en andere organisaties aan samenwerken.


Verwijzingen

  1. Zie bijvoorbeeld ook: ‘Water en bodem sturend’ vraagt om een brede blik, Grote opgaven in een beperkte ruimte,| Planbureau voor de Leefomgeving (pbl.nl), Ruimtelijke ordening in een veranderend klimaat Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (rli.nl), en: Op Waterbasis : grenzen aan de maakbaarheid van ons water- en bodemsysteem | Deltares
  2. Zie ook: Laat natuurlijke processen hun werk doen. Daan Verstand, Sverre van Klaveren en Shannen Dill, RO magazine augustus 2024.
  3. Zie Homepage - KLIMAP: regionale aanpak klimaatadaptieve maatregelen voor hooggelegen zandgronden - KLIMAP: regionale aanpak klimaatadaptieve maatregelen voor hooggelegen zandgronden
  4. Zie hierover bijvoorbeeld: Focus op korte termijn hindert transitie landelijk gebied
  5. Ontwerpend Landschapsonderzoek (OLO) voor Nederland in 2120. Een duiding van aard, achtergronden, meewaarde en aanpak. Essay door Michaël van Buuren, 2022. Wageningen Environmental Research.
  6. Zie www.klimap.nl/ontwikkelpaden