Project
Milieu-indicator Gewasbescherming
Het maatschappelijk debat over gewasbeschermingsmiddelengebruik wordt op vele fronten gevoerd. Dit leidt ertoe dat telers op diverse manieren druk ervaren om het gebruik van middelen te verduurzamen. Het totaal van deze eisen maakt het voor telers steeds lastiger om gezonde gewassen te telen die aan de kwaliteitseisen van de markt voldoen. Zij halen het maximale milieurendement niet door de verschillen in deze eisen.
Innovatie en harmonisatie in de manier waarop de samenleving stuurt op gewasbeschermingsmiddelengebruik is daarom nodig. Uiteindelijk willen alle partijen de milieulast door het gebruik van middelen verminderen. Alle land- en tuinbouwsectoren en de gehele keten zijn daarom op zoek naar een objectieve milieu-indicator voor gewasbeschermingsmiddelen met een draagvlak in sector, markt en maatschappij.
Doel van het project
Het doel van deze PPS is een indicator met bijbehorende berekeningssystematiek te ontwikkelen die:
- op een integrale manier de effecten van de toegepaste gewasbeschermingsmiddelen beschrijft (zoveel mogelijk impacts op milieu en biodiversiteit);
- die aansluit bij de behoeften en wensen van sector, markt en maatschappij;
- de impact van een teelt op een eenduidige en transparante manier berekent;
- en internationaal (conceptueel) toepasbaar is en draagvlak heeft.
Daarbij is het van belang dat boeren en tuinders deze indicator ook kunnen gebruiken om keuzes te maken voor het inzetten van maatregelen en middelen om uiteindelijk de milieulast in hun teelt te minimaliseren. Daarnaast geeft een dergelijke indicator meer inzicht in de milieulast en transparantie naar de markt en maatschappij.
Methode en resultaat
Het project resulteert in consensus voor een nieuwe methode om de milieu-impacts van gewasbeschermingsmiddelen te bepalen. Deze methode zal impactroutes meenemen die op verantwoorde manier zijn te modelleren, volgens de meest passende bestaande modellen voor deze impactroutes. De resultaten zullen bijdragen aan een beter maatschappelijke debat: een breed draagvlak zal ervoor zorgen dat het debat over verduurzaming over de doelen in plaats van over de middelen gaat.
Verder wordt het debat verbeterd als de methode mogelijke verbeteringen in gewasbeschermingsstrategie kan vertalen naar een veranderde impact. Met andere woorden: het maakt het resultaat van verschillende strategieën in de gewasbescherming transparant en inzichtelijk. In de praktijk zal toepassing van deze indicator bijdragen aan het inhoudelijke debat in de sector, de markt en de maatschappij over verduurzaming, zorgen voor consistentie in de uitvoering van het beleid, de samenwerking tussen alle actoren bevorderen en richting geven aan vermindering van de milieu-impact van gewasbeschermingsmiddelen.
Resultaten
De publicatie bevat de methodologische beschrijving van de milieu-indicator gewasbescherming (EICP). Deze indicator is ontwikkeld op basis van bestaande modellen en modelonderdelen. De methodiek is in overeenstemming met de richtlijnen van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) en het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) en gebaseerd op de methodiek zoals toegepast door het Ctgb en EFSA bij de beoordeling van gewasbeschermingsmiddelen (GBP's). Het EICP berekent de effecten op zes beschermingsdoelen: grondwater, in het water levende organismen, in de bodem levende organismen, geleedpotigen die niet tot de doelsoorten behoren, bestuivers en vogels en zoogdieren.
Het onderzoeksteam bestaande uit onderzoekers van Wageningen Research, CLM en adviseurs van Natuur & Milieu wil het team van de consortiumpartners, de boeren, telers en stakeholders bedanken die hebben deelgenomen aan het testen van het EICP tijdens de test- en pilotfase, de internationale adviseurs en alle andere betrokken belanghebbenden die hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van het EICP voor hun commentaar en hulp.
Toepassing door diverse stakeholdersgroepen
- Retailers kunnen er hun prestaties op het gebied van gewasbescherming mee kwantificeren en rapporteren. Zij kunnen daarover het gesprek aangaan met leveranciers.
- Handelspartijen en telers kunnen onderling de milieuprestatie als gevolg van het gewasbeschermingsmiddelengebruik vergelijken en het gebruiken om van elkaar te leren.
- Maatschappelijke organisaties kunnen onderzoek doen naar rassen die milieuvriendelijk te telen zijn. En hun campagnes vooral richten op productconcepten die juist wel of niet met lage milieulast te telen zijn.
- De (semi)overheid krijgt knoppen in handen om de milieulast van gewasbeschermingsmiddelen te verlagen en daarmee bijvoorbeeld de waterkwaliteit te verbeteren.