Longread
Wageningen Biodiversity Initiative: ‘Eerst WUR, dan de rest van de wereld’
Van de Wageningen Campus tot de Science Summit van de Verenigde Naties: het Wageningen Biodiversity Initiative heeft haar vleugels uitgeslagen. Drie jaar intensief samenwerken heeft bewustzijn gecreëerd onder wetenschappers, beleidsmakers en wereldleiders, en nieuwe onderzoeken mogelijk gemaakt. “Maar we zijn nog lang niet klaar,” stellen professor Liesje Mommer en KB-programmaleider Lawrence Jones-Walters.
Steeds meer wetenschappers van Wageningen University & Research (WUR) delen hun bezorgdheid over biodiversiteitsverlies. Liesje Mommer, Lawrence Jones-Walters, Jeanne Nel en andere onderzoekers uit alle hoeken van WUR zochten daarom actief het voetlicht. Er moest iets veranderen aan de sterke afname van diversiteit in soorten, genen en ecosystemen over heel de wereld. Samen vormden ze in 2021 het Wageningen Biodiversity Initiative (WBI): een platform voor medewerkers en studenten die een significante bijdrage willen leveren aan het ombuigen van de curve van biodiversiteitsverlies. Dankzij de inzet van het WBI-team, hun ambassadeurs en achterban is het begrip ‘biodiversiteit’ nu niet meer weg te denken uit de Wageningse missie.
In haar kantoor, uitkijkend over de natuurtuin van universiteitsgebouw Lumen, vertelt prof. dr. Liesje Mommer over de vorming van het initiatief. “Het ging niet vanzelfsprekend. Om te komen waar we nu zijn, heeft een groeiend aantal mensen zich persoonlijk heel hard ingezet.” Met onvermoeibaar doorzettingsvermogen lukte het om steeds meer mensen, binnen en buiten WUR, te laten zien dat biodiversiteit onmisbaar is voor het leven op aarde. En dus ook voor ons eigen voortbestaan.
- Helaas, uw cookie-instellingen zijn zodanig dat de video niet getoond kan worden - pas uw permissie voor cookies aan
Een discipline-overstijgend onderwerp
Dr. Lawrence Jones-Walters, een van de WBI-kernteamleden, vertelt dat biodiversiteit al lang een belangrijk onderwerp was voor hem en Mommer. “Wij deelden onze zorgen met elkaar en ook het verlangen om in beweging te komen. Er was een drijvende kracht nodig, vonden we.” Het rapport van IPBES (Intergovernmental Science-Policy Platform on Biodiversity and Ecosystem Services) dat in 2019 verscheen, was de vonk die hun vuur deed opvlammen. Het rapport liet de alarmerende trend van biodiversiteitsverlies zien - ten gevolge van menselijke activiteiten. Net als klimaatverandering is biodiversiteitsverlies een probleem met een negatieve feedbackloop: hoe erger het wordt, hoe meer het proces versnelt. Jones-Walters en Mommer moesten snel in beweging komen.
De eerste grote kans die het WBI kreeg, was de opening van Omnia in 2022. Universiteitsgebouw Omnia werd geopend met de expliciete opdracht om dialogen over complexe onderwerpen te faciliteren. Mommer: “Het lukte ons om daar op de eerste openingsdag 150 wetenschappers en studenten bij elkaar te brengen en hen te vragen: wat denk jíj dat er nodig is om de dalende biodiversiteitscurve om te buigen in het voedselsysteem? Tijdens die middag werd het fundament gelegd voor het verhaal dat het Wageningen Biodiversity Initiative uit zou dragen: het verlies van biodiversiteit als een onderwerp dat alle wetenschapsdisciplines overstijgt.”
Samenwerken om biodiversiteitsverlies te stoppen
“Biodiversiteitsverlies is een probleem voor iedereen, daarom moeten we het ook samen oplossen,” vat Mommer samen. “De directe oorzaken van biodiversiteitsverlies zijn overexploitatie, vervuiling en klimaatverandering. Kijken we echter naar de onderliggende oorzaak, dan is dat de manier waarop we ons voedsel produceren: zo efficiënt, goedkoop, en homogeen mogelijk. De rekening daarvoor leggen we neer bij onze planeet, bij toekomstige generaties. We móeten juist samenwerken met de natuur, ook in het voedselsysteem.”
Een aantal van de aanknopingspunten zijn: er moet meer ruimte komen voor de natuur op de boerderij en in het landschap. Gezond voedsel moet duurzaam, toegankelijk en betaalbaar worden. De financiële sector moet duurzame veranderingen ondersteunen. Mensen moeten zich verbonden voelen en hun stem kunnen laten horen. “Om dat allemaal te doen, zijn niet alleen ecologen nodig, maar juist ook dierwetenschappers, gedragsdeskundigen, ingenieurs, en economen. Ze moeten elkaar weten te vinden en ze moeten samenwerken,” benadrukt Mommer. “Dat is wat het WBI doet: mensen samenbrengen en ideeën aandragen die helpen om tot concrete actie te komen.”
Kennis en data over biodiversiteit
“Om zo intensief samen te werken, is kennis en data nodig,” stelt Jones-Walters. Al voor de vorming van het WBI was hij leider van het kennisbasisprogramma dat uiteindelijk de naam ‘Natuurinclusieve Transities’ zou gaan dragen. Dit onderzoeksprogramma, gefinancierd door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, heeft bijna vijftig projecten rondom biodiversiteit voortgebracht. “Veel van de projectleiders spelen ook een grote rol in het WBI. Zo ontstond er een heel effectieve kruisbestuiving tussen ons programma en het WBI.”
Jones-Walters noemt bijvoorbeeld het strokenteeltproject, geleid door dr.ir. Dirk van Apeldoorn. Daarbij worden verschillende gewassen naast elkaar in stroken verbouwd om gewasdiversiteit te vergroten. “Van Apeldoorn is actief in het Biodiversity Initiative en dat zie je duidelijk terug in het project.” Jones-Walters noemt ook het project waarin dr. Arjen de Groot en collega’s nieuwe technologieën samenbrengen om de biodiversiteit van voedselbossen te monitoren. “De Groots project maakt het mogelijk om op een veel grotere schaal data over biodiversiteit te verzamelen. Alleen op die manier kunnen we achterhalen welke alternatieve voedselsystemen écht werken.”
Biodiversiteitspositieve voedselsystemen
Alle kennis uit Natuurinclusieve Transities en het WBI is uiteindelijk bedoeld om beleid te ondersteunen richting een natuurinclusieve toekomst. Een ander mooi voorbeeld van op kennis gebaseerd beleid is de nieuwe Europese bodemwet. Daarvoor kwam een groep bodemgezondheidsexperts bij elkaar om hun wetenschappelijke bijdrage te leveren — een actie die werd aangewakkerd met hulp van het WBI.
“WUR is ook toegetreden tot de Nature Positive Universities-alliantie,” vertelt Mommer. “En verder was het WBI een drijvende kracht achter het investeringsthema ‘Biodiversiteitspositieve Voedselsystemen’. Zoals ik al zei, geloof ik dat ons voedselsysteem een van de belangrijkste factoren is in de problemen rondom biodiversiteit, dus ik ben erg trots dat we nieuw fundamenteel onderzoek naar alternatieven mogelijk hebben gemaakt.”
Het verhaal over het belang van biodiversiteit reikte dankzij het WBI ver buiten de grenzen van Wageningen. In 2022 gaf Mommer de Mansholtlezing in Brussel, samen met Jeanne Nel en tal van andere WUR-collega’s. “In de Mansholtlezing profileert WUR zichzelf aan de buitenwereld. Voor ons initiatief was dit dus een belangrijk moment. Zo heb ik het ook altijd voor me gezien: eerst WUR, dan de rest van de wereld,” vertelt Mommer. Het wereldpodium volgde sneller dan verwacht. “We waren bij de klimaattop in Egypte, de Science Summit van de Verenigde Naties, een van de belangrijkste bijeenkomsten voor wetenschappers, beleidsmakers en ngo’s ter wereld.” De Verenigde Naties noemt biodiversiteit onze sterkste, natuurlijke afweersysteem tegen klimaatverandering en WWF stelt dat biodiversiteit de fundering is onder alles wat wij nodig hebben om te overleven, voedsel, schoon water, medicijnen en onderdak.
Soorten tellen op de campus
“We willen dat wetenschappers, beleidsmakers en burgers begrijpen dat biodiversiteit van belang is voor iedereen. Samen met biodiversiteit verliezen we de veerkracht van ecosystemen, en daarmee een buffer tegen klimaatverandering, onze voedselbronnen, en simpelweg intrinsiek waardevolle natuur.”
Ook in het dagelijks leven mogen we ons sterker bewust worden van de biodiversiteit, of het gebrek eraan, om ons heen. De Wageningen Biodiversity Challenge kan daar het verschil maken. Het biodiversiteitsevenement voor alle studenten en medewerkers van WUR begon klein, met een paar enthousiastelingen, maar is uitgegroeid tot een internationaal verbond om biodiversiteit te vieren met een kleine 20 Europese universiteiten. Dit jaar deed ook de stad Wageningen mee met de Challenge. “Mensen zien niet altijd wat er om hen heen leeft, en wat er verloren is gegaan,” stelt Jones-Walters. “De Biodiversity Challenge is een geweldige manier om iedereen te laten ervaren wat er op het spel staat.”
Kennis over biodiversiteit verbinden
“De tijd is nu aangebroken om bewustwording, ambitie en samenwerking om te zetten in impact,” stelt Mommer. “Steeds meer onderzoekers begrijpen hoe veelomvattend het probleem van biodiversiteitsverlies is en er wordt al veel waardevolle kennis opgedaan, niet in de laatste plaats in Wageningen. De volgende stap is om die kennis te gaan uitwerken in de oplossingen die we bedenken met bedrijven, overheden en burgers. Door verschillende perspectieven samen te brengen, kunnen we de kennis toepassen in de maatschappij. Transities zijn nodig; de tijd dringt.”
Als het gaat om het erkennen van onze eigen rol in ecosystemen, schuift Mommer nog een belangrijk thema naar voren: verantwoordelijkheid van iedereen – als burger, consument en professional. “Met enige regelmaat stappen er bedrijven op ons af: ‘Vertel wat we moeten doen, dan doen we het.’ Maar die vlugge, pasklare oplossingen zijn er niet.” Mommer zou graag zien dat WUR meer investeert, bijvoorbeeld in rondetafelsessies waar wetenschap, bedrijfsleven en overheid samen de wegen naar natuurinclusieve toekomst verkennen. “Wat het betekent om niets te doen, wat je wél kunt doen en hoe je dat concreet maakt. Bedrijven moeten zelf meer leren over hun plek in het ecosysteem en hun ecologische voetafdruk en dan hun verantwoordelijkheid nemen. Dan kunnen mijn en hun kinderen ook van onze prachtige aarde blijven genieten.”