
Stikstofbodemoverschotten in 2023 lager voor melkveebedrijven en hoger voor akkerbouwbedrijven
Onlangs zijn de resultaten van het Basismeetnet van het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) gepubliceerd. Het betreft voorlopige resultaten van 2023 gebaseerd op ongeveer 85% van de bedrijven voor het LMM uit het Bedrijveninformatienet van Wageningen Social & Economic Research. De resultaten staan in een nieuwe webapplicatie.
Wat is het stikstofbodemoverschot?
Het stikstofbodemoverschot is het gedeelte van de nutriëntenaanvoer aan de bodem dat niet door het geproduceerde gewas wordt opgenomen. Dit deel blijft onbenut in de bodem en kan gevoelig zijn voor uitspoeling richting het grondwater. Naast uitspoelen kan de overgebleven stikstof ook in de bodem worden opgeslagen of uit de bodem vervluchtigen, bijvoorbeeld in de vorm van lachgas (denitrificatie). Het stikstofbodemoverschot wordt berekend als het overschot op bedrijfsniveau zijnde:
De som van alle aanvoer (bijvoorbeeld voer en meststoffen) minus de som van alle afvoer inclusief voorraadmutaties (bijvoorbeeld dierlijke en plantaardige producten)
+ de aanvoer van stikstof via depositie, nettomineralisatie en fixatie
- het verlies aan stikstof via emissie bij toediening (organische mest en kunstmest), bij beweiding en uit stal en opslag.

Melkveebedrijven: hogere afvoer van stikstof
Het stikstofbodemoverschot op melkveebedrijven waarop het LMM is gericht, was in 2023 met gemiddeld 123 kg per ha het laagste van de hele periode 1991-2023 (zie figuur 1). Dit komt met name door de hogere stikstofafvoer van het bedrijf via dierlijke producten, mest en de voorraadtoename van eigen geteelde ruwvoeders. De groeiomstandigheden voor de productie van ruwvoer waren in 2023 beter dan in 2022, waardoor de aanleg van voedermiddelen hoger was en er minder aankoop van voedermiddelen nodig was. De gemiddelde totale afvoer op melkveebedrijven bedroeg in 2023 231 kg stikstof per ha. De afvoer van stikstof op melkveebedrijven bestond in 2023 in belangrijke mate uit dierlijke producten (92 kg per ha), organische mest (51 kg per ha) en plantaardige producten inclusief voorraadtoename (23 kg per ha). De gemiddelde stikstofemissie bedroeg in 2023 52 kg per ha (zie tabel 1).
De aanvoer van stikstof op melkveebedrijven bestaat voor het grootste deel uit voedermiddelen en kunstmest. Daarnaast wordt stikstof aangevoerd via organische mest, dieren en plantaardige producten. De gemiddelde totale aanvoer per ha in 2023 (354 kg stikstof per ha) was iets lager dan in 2022. Er werd iets meer kunstmest (2023: 111 kg stikstof per ha) en minder voer (2023: 182 kg stikstof per ha) aangevoerd in 2023 ten opzichte van het jaar ervoor. De aanvoer via depositie, nettomineralisatie en fixatie bedroeg in 2023 gemiddeld 54 kg stikstof per ha en was hoger dan het voorgaande jaar.
Tabel 1 Gemiddelde aan- en afvoer en overschot van akkerbouw- en melkveebedrijven op de bodembalans, jaren 2022 en 2023-voorlopig (kg stikstof per ha).
Akkerbouwbedrijven: lagere afvoer
Het stikstofbodemoverschot op akkerbouwbedrijven waarop het LMM is gericht, was in 2023 met gemiddeld 120 kg per ha lager dan het stikstofbodemoverschot op melkveebedrijven (figuur 1). Ten opzichte van 2022 was het stikstofbodemoverschot op akkerbouwbedrijven in 2023 ongeveer 20 kg per ha hoger. Dit komt met name door de lagere afvoer van stikstof van het bedrijf via plantaardige producten (tabel 1). In 2023 kampten akkerbouwbedrijven met tegenvallende opbrengsten en niet-oogstbare gewassen door natte weersomstandigheden. De gemiddelde totale afvoer op akkerbouwbedrijven bedroeg in 2023 129 kg stikstof per ha. De afvoer van stikstof op akkerbouwbedrijven bestond in 2023 voornamelijk uit plantaardige producten (113 kg per ha). De gemiddelde stikstofemissie bedroeg in 2023 16 kg per ha.
De aanvoer van stikstof op akkerbouwbedrijven bestaat voor het grootste deel uit organische mest en kunstmest. Daarnaast wordt stikstof aangevoerd via plantaardige producten. De gemiddelde totale aanvoer per ha in 2023 (249 kg stikstof per ha) was iets hoger dan in 2022. Er werd meer kunstmest (2023: 101 kg stikstof per ha) en iets minder organische mest (2023: 122 kg stikstof per ha) aangevoerd in 2023 ten opzichte van het jaar ervoor. De aanvoer via depositie, nettomineralisatie en fixatie bedroeg in 2023 gemiddeld 24 kg stikstof per ha en was gelijk aan 2022.
Nieuwe webapplicatie gelanceerd
In december 2024 is de nieuwe website voor de resultaten van de landbouwpraktijk gelanceerd. Deze website beschrijft de resultaten het project Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM). Naast resultaten over de landbouwpraktijk per regio en per bedrijfstype worden ook resultaten van de waterkwaliteitsmetingen van RIVM gepresenteerd. Deze website vervangt de publicatie op agrimatie.nl. De website geeft meer mogelijkheden voor de presentatie van resultaten, is beter vindbaar voor zoekmachines en toegankelijker en gebruiksvriendelijker.

De webapplicatie is een dashboard met een cijfermatig overzicht en visualisaties van de ontwikkelingen in de bedrijfsopzet, bedrijfsvoering en nutriëntenmanagement (stikstof en fosfor). Hierbij worden 4 bedrijfstypen onderscheiden (akkerbouw-, melkvee-, staldieren- en overige dierbedrijven) en 4 grondsoortregio’s (Klei-, Zand-, Löss- en Veenregio). Naast de hierboven beschreven stikstofbodemoverschotten zijn er op de website artikelen te vinden over grondgebruik en gewassen, dieraantallen en melkproductie, beweiding, mestgebruik, beregening, benutting op bodemniveau, bedrijfsoverschotten en tot slot de nitraatconcentratie.
Auteur: Marga Hoogeveen (Wageningen Social en Economic Research), LMM e-nieuws
februari 2025