Gewasgezondheid
De experts van Wageningen University & Research werken aan duurzame gewasbescherming in de open teelten. De bouwstenen hiervoor zijn waarschuwingssystemen, cultuurmaatregelen, biologische bestrijding en een weloverwogen inzet van chemie. Door het gecombineerd inzetten bieden we de sector oplossingen voor schimmelziekten, insectenplagen, slakken, en onkruiden.
Geïntegreerde onkruidbestrijding
In de land -en tuinbouw is het noodzakelijk onkruid te bestrijden om concurrentie om licht, water en nutriënten te voorkomen. Bovendien kunnen onkruiden kwaliteit verminderen en waardplant zijn voor ziekten en plagen. Zonder onkruidbestrijding economische verliezen oplopen tot wel 34%. De meeste onkruiden worden met herbiciden bestreden. Het voordeel van deze middelen is de kosteneffectiviteit. De nadelen zijn de mogelijke neveneffecten op de omgeving en de ontwikkeling van resistentie.
Variatie in onkruidpopulaties
De voornaamste eigenschap van onkruidpopulaties is hun variatie in ruimte en tijd, beïnvloed door teeltsystemen. Doordat zaden lang in de bodem overleven, geven ze langjarige effecten. Dit is de voornaamste reden voor telers om herbiciden te gebruiken.
In tegenstelling tot ziekten en plagen, wordt het belang van onkruidbestrijding vaak onderschat. Momenteel wordt het totale opbrengstverlies door onkruiden in de Europese Unie geschat op 10%, ondanks de inzet van bestrijdingsmaatregelen.
Geïntegreerde onkruidbestrijdingssystemen
De toenemende herbicideresistenties en de maatschappelijke zorg over de nadelige effecten van herbiciden op het milieu, wordt de noodzaak steeds groter te zoeken naar duurzamere teeltsystemen waarbij we minder afhankelijk zijn van chemische bestrijding. Geïntegreerde onkruidbestrijdingssystemen kunnen het gebruik van herbiciden terugdringen en tegelijkertijd de opbouw van onkruidpopulaties voorkomen. Deze systemen zijn gebaseerd op kennis van onkruidbiologie en de ecologie van interacties tussen gewas en onkruid.
Nieuwe technologie biedt een oplossing
De variatie van onkruiden in ruimte en tijd kan aangepakt worden door gebruik van nieuwe technologieën zoals vision technologie. Slimme combinaties van gewasrotaties, fysische en mechanische bestrijdingsmethoden en de toediening van herbiciden door intelligente toedieningstechnieken maken allemaal deel uit van ons onderzoek.
Meer weten over Geïntegreerde onkruidbestrijding?
Publicaties:
- Reviewing research priorities in weed ecology, evolution and management: a horizon scan. - 2018
- Transdisciplinary weed research: new leverage on challenging weed problems?- 2016
- Ecologically sustainable weed management: How do we get from proof-of-concept to adoption?- 2016
- Combining a weed traits database with a population dynamics model predicts shifts in weed communities. - 2015
- Effect of possible climate change on arable weed species emergence in the Netherlands : an exploratory study with 3 case studies: Cirsium arvense, Sonchus arvensis and Galinsoga parviflora. - 2012
- Satellite-based herbicide rate recommendation for potato haulm killing. - 2012
- A robot to detect and control broad-leaved dock (Rumex obtusifolius L.) in grassland. - 2011
- Predicting herbicidal plant mortality with mobile photosynthesis meters. - 2011
- Linking Farmer Weed Management Behavior with Weed Pressure: More than Just Technology. - 2010
Ziekteverwekkers Pytophthora en Alternaria
Goede kennis van de ziekteverwekker en het gewas is de basis voor de juiste beheerstrategie van ziektes. Met onze jarenlang opgebouwde kennis van bijvoorbeeld Phytophthora en Alternaria voorzien we organisaties van de juiste adviezen bij het voorkomen en bestrijden ervan. Dit kunnen de juiste teeltmaatregelen zijn of het juiste fungicide voor minimale milieubelasting en maximale winst.
Phytophthora infestans
De aardappelziekte verzaakt door Phytophthora infestans is wereldwijd de meest destructieve ziekte in aardappel. De schade wordt elk jaar geschat op € 10 miljard. De ziekteverwekker past zich steeds aan en is de afgelopen jaren steeds agressiever geworden en daardoor ook moeilijker te bestrijden. Bij Praktijkonderzoek AGV werken we aan een geïntegreerde bestrijdingsaanpak bestaande uit meerdere “Best Practices”. De belangrijkste voorbeelden zijn:
- Voorkom vroege bronnen van inoculum: door analyse in het teeltgebied moet duidelijk worden welke bronnen bijdragen aan een vroege ziektedruk. Dit kan latent geïnfecteerd pootgoed zijn afvalhopen of Oösporen. Gerichte maatregelen kunnen het belang van deze vroege bronnen verminderen,
- Teel resistente rassen: rassen met één of meerdere resistentie genen worden minder vroeg en minder snel aangetast. De inzet van fungiciden in deze rassen kan afhankelijk van de resistentiegraad worden verminderd.
- Gebruik gericht fungiciden; fungiciden hebben sterke en zwakkere eigenschappen. Deze eigenschappen dienen te worden gebruikt om de inzet van de fungiciden zo optimaal mogelijk te laten plaatsvinden. Aanpassing aan ziektedruk, gewasgroei, aanwezige aantasting en bescherming loof- of knolaantasting zijn belangrijke factoren.
- Gebruik beslissingsondersteunende systemen: in deze systemen wordt alle kennis van ziekteverwekker, weersomstandigheden, ziektedruk, fungiciden en gewasgroei gecombineerd. Op basis hiervan wordt een advies uitgebracht dat er in de eerste plaats op gericht is de ziekte zo efficiënt mogelijk te beheersen en wanneer mogelijk ook kan besparen op de inzet van fungiciden.
Door continu in te spelen op de nieuwste ontwikkelen en gebruik te maken van nieuwe technieken werken we bij Wageningen University & Research, aan het duurzaam tegengaan van Phytophthora infestans.
Alternaria
Alternaria solani, de veroorzaker van Alternariaziekte (Early Blight), komt de laatste jaren op grote schaal voor in de Nederlandse aardappelteelt. Altenaria kan in sommige rassen en jaren flinke schade veroorzaken in opbrengst en kwaliteit. De schade door vervroegd afsterven van de gewassen wordt nu geschat op 5–10 % van de opbrengst. De toename van Alternaria moet gezocht word in een combinatie van factoren:
- Verandering van klimaat, met meer perioden van extreem weer (nat, droog & warm)
- Lagere niveaus van bemesting in de aardappelteelt.
- Gebruik van meer specifieke Phytophthora middelen zonder nevenwerking op Alternaria
- Mogelijk genetische aanpassingen in de Alternaria populatie, zoals fungiciden resistentie en agressiviteit.
Over het bestrijden van Phytophthora is al veel bekend, maar voor Alternaria ligt dat anders. Wel weten we dat grotendeels dezelfde beheersmaatregelen toegepast kunnen worden:
- Teel rassen die minder gevoelig zijn voor Alternaria
- Voorkom stress bij de groei van de aardappel door goede bemesting en voorkomen van droogtestress door beregening als het nodig is.
- Houd rekening met resistentiemanagement bij gebruik van fungiciden
- Het tijdstip van eerste bespuiting is punt van discussie.
- Gebruik beslissingsondersteunende systemen: in deze systemen wordt alle kennis van ziekteverwekker, weersomstandigheden, ziektedruk, fungiciden en gewasgroei gecombineerd; voor Alternaria is verdere ontwikkeling nodig omdat de plantstress factor er onvoldoende in zit.
Door steeds in te spelen op de nieuwste ontwikkelingen en onderzoek aan de epidemiologie van Alternaria kunnen we de ziekte steeds beter op een duurzame manier beheersen.
Lees meer:
Meer weten over Phytophthora en Alternaria?
Geïntegreerde plaagbeheersing
In de land- en tuinbouw worden telers geconfronteerd met schadelijke insecten, mijten, slakken en ander ongedierte. Vraat leidt tot lagere opbrengsten: kwantitatief en/of kwalitatief. Bij geïntegreerde plaagbestrijding (Integrated Pest Management - IPM) is een optimale combinatie van teeltmaatregelen leidend om een gezond gewas te telen.
Kennis van gewassen, plagen en omstandigheden
IPM is de ruggengraat van onze benadering: welke maatregelen kunnen wanneer ingezet worden, op rendabele wijze?Plaagdruk wordt bepaald door de populatiedichtheid en de gunstige omstandigheden waaronder ze zich kunnen ontwikkelen. Weer, klimaat, teeltmaatregelen, gewaskeuze en natuurlijke vijanden zijn factoren die de ontwikkeling van plagen beïnvloeden. Karakter en weerbaarheid van de plant zijn factoren die bepalen of economische schade ontstaat. Alle plantensoorten beschikken over mechanismen om zich zelf te verdedigen. Onze expertise over gewassen en plagen, en kennis van praktische omstandigheden, maakt gericht onderzoek mogelijk.
Over alle relevante plagen in land- en tuinbouwgewassen is expertise in huis is, en worden (inter)nationale netwerken onderhouden.
Meer weten over Geïntegreerde plaagbeheersing?
Alternatieve ontsmettingsmethoden
Het gebruik van methylbromide-begassing van tuinbouwproducten is in de EU en in veel landen daarbuiten verboden. Im- en exportbedrijven hebben daardoor behoefte aan alternatieve en duurzame ontsmettingstechnieken die bijvoorbeeld quarantaine-organismen snel en effectief kunnen doden.
Wij werken aan alternatieve ontsmettingstechnieken en de daarbij behorende toepassing voor verschillende tuinbouwproducten en plagen. Deze onderzoeken voeren we uit samen met telers, ketenpartijen en overheden.