Product
EuroBlight-effectiviteitstabellen voor fungiciden
EuroBlight, het Europese netwerk van wetenschappers en andere specialisten werkzaam op gebied van de Alternaria-ziekte en de aardappelziekte hebben effectiviteitstabellen voor de bestrijding van aardappelziekte (Phytophthora infestans) en Alternaria (Alternaria solani) in aardappel en tomaat ontwikkeld. De scores voor bestrijding van P. infestans zijn gebaseerd op onafhankelijke proeven, door EuroBlight uitgevoerd in meerdere jaren en op diverse locaties in Europa. Alle andere scores zijn gebaseerd op expertkennis van EuroBlight-leden.
Aardappelziekte, veroorzaakt door Phytophthora infestans, is de belangrijkste loofziekte in de teelt van aardappelen. Het gewas moet beschermd worden tegen P. infestans door regelmatige bespuiting met fungiciden gedurende het groeiseizoen. Het is belangrijk fungiciden te gebruiken die het loof goed beschermen tegen deze ziekte. Er zijn heel veel fungiciden geregistreerd in Europa, elk met zijn eigen werkingsmechanisme, bestrijdingsspectrum en andere specifieke kenmerken. De EuroBlight-tabel is opgesteld om elk kenmerk te evalueren en om een overzicht te verkrijgen van de waarde van elk kenmerk. Tot 2007 waren de scores gebaseerd op het oordeel van experts, zowel van gewasbeschermingsbedrijven als onafhankelijke onderzoekers. Vanaf 2008 werden de scores gebaseerd op gewone proeven.
Meerdere jaren en locaties
Voor de evaluatie van de effectiviteit van fungiciden zijn geharmoniseerde protocollen opgesteld. De scores in de EuroBlight-tabel voor bestrijding van aantasting van het blad door P. infestans worden berekend als er gedurende twee jaar veldproeven zijn uitgevoerd in drie Europese landen. Van 2006 tot en met 2015 zijn er jaarlijks minstens drie proeven uitgevoerd. In totaal zijn er 31 veldproeven opgezet om de effectiviteit van de verschillende middelen tegen loofaantasting door P. infestans te vergelijken. Hiertoe werd gemeten in welke mate het loof beschermd werd door behandeling met een fungicide in een standaard zevendaags bespuitingsschema (dat niet noodzakelijkerwijs overeenkwam met de aanbevelingen op het etiket). De bescherming is afkomstig van de preventieve en/of curatieve eigenschappen van de werkzame stoffen. Daarnaast kan in de snelle groeifase van het gewas ook bescherming van nieuwe groei bijdragen aan de doeltreffende bestrijding van loofaantasting door het fungicide. Voor elk middel werd de hoogste in Europa geregistreerde preventieve dosering gebruikt. De resultaten van de proeven werden gebruikt voor een nieuwe evaluatie van de effectiviteit van fungiciden voor de bestrijding van aardappelziekte.
Later is voor een soortgelijke benadering gekozen bij de bestrijding van knolaantasting door P. infestans, en onlangs ook bij de bestrijding van Alternaria. De scores van knolaantasting door aardappelziekte zijn nu ook gebaseerd op proeven van EuroBlight.
Scores
De scores van andere eigenschappen worden vastgesteld door de experts van EuroBlight (onafhankelijke onderzoekers en afgevaardigden van de gewasbeschermingsindustrie) op de basis van beschikbare gegevens. Deze eigenschappen zijn:
- Bescherming van nieuwe groei: De scores voor de bescherming van nieuwe groei geven aan in hoeverre nieuwgevormd loof beschermd wordt door de systemische of translaminaire verplaatsing of de herverdeling van een contactfungicide. Nieuwe groei bestaat uit groei en ontwikkeling van loof dat aanwezig was tijdens de laatste bespuiting en/of nieuwgevormde loofdelen die er nog niet waren.
- Stengelbescherming: effectieve bestrijding van stengelinfectie door direct contact of door (lokaal-) systemische werking.
- Werkingsmechanisme:
Preventief: Sporen gedood voor of tijdens ontkiemen/penetratie. Het fungicide moet aanwezig zijn op/in het loof of de stengels voordat de sporen ontkiemen en binnendringen.
Curatief: Het fungicide is actief tegen P. infestans gedurende de periode direct na besmetting, maar voordat symptomen zichtbaar worden
Anti-sporulatie: Het fungicide beïnvloedt P. infestans-lesies door het verminderen van sporenvorming en/of het verminderen van de levensvatbaarheid van de gevormde sporen. - Regenvastheid: Een fungicide wordt als regenvast beschouwd als het na de behandeling voldoende is opgedroogd of is opgenomen door het gewas, zodat het nog steeds werkt na regen of beregening.
- Mobiliteit in de plant: contact, translaminair of systemisch.
- Introductiejaar: het eerste jaar waarin het fungicide is geïntroduceerd in Europa.
De EuroBlight-scoretabellen voor fungiciden worden algemeen beschouwd als de standaard door onafhankelijke wetenschappers en fungicideproducenten uit Europa en daarbuiten. De scores vormen voor aardappeltelers in Europa de belangrijkste basis voor advies en ondersteuning bij het besluiten over ziektebestrijding.