Nieuws
Chrysantenteelt aansturen op basis van sensoren
De chrysantenteelt staat voor een aantal uitdagingen in de komende jaren: verlagen van het energieverbruik voor het stomen van de grond, reduceren van de emissie van nutriënten, en sturen van de teelt op basis van plantmetingen. Deze uitdagingen vormden de basis van een proef bij de business unit Glastuinbouw van Wageningen University & Research, waar chrysanten werden gekweekt in containers met een grondmengsel.
“We hebben twee chrysantenrassen geteeld bij twee watergeefstrategieën. Bij de ene strategie gaven we standaard water (“voldoende irrigatie”) bij de andere per beurt maar 75% van die hoeveelheid (“beperkte irrigatie”). Er is in de chrysantenteelt veel interesse in wateropname door het gewas. Om dit goed in beeld te brengen, maakten we tijdens de teelt gebruik van een aantal plant- en substraatsensoren voor continue en geautomatiseerde metingen van plantgewicht, planttemperatuur, wateropname en drain,’ licht Anja Dieleman, senior onderzoeker plantphysiologie bij WUR Glastuinbouw toe.
De sensoren voor het bodemwatergehalte bleken zeer effectief te zijn bij het sturen van de watergeefstrategie. Dankzij deze sensoren werd het vochtgehalte in de bodem bij beide watergeefstrategieën tijdens de teelt constant gehouden. De drainpercentages waren ongeveer 15% bij de behandeling “voldoende irrigatie”, en er was nagenoeg geen drain bij de behandeling “beperkte irrigatie”.
De gewasverdamping werd berekend op basis van planttemperatuurmetingen en klimaatgegevens. De verdamping vertoonde een duidelijk verloop over de dag, gerelateerd aan de instraling. De berekende verdamping kwam goed overeen met metingen van het plantgewicht en ze lieten een duidelijk verschil in transpiratie zien tussen de watergeefstrategieën. De behandelingen hadden geen invloed op de stengellengte en het takgewicht van de geoogste chrysanten. Dieleman: “Dit geeft aan dat we de watergift kunnen verlagen zonder nadelige gevolgen voor het gewas en dat sturing via gewas- en substraatsensoren zeer goed mogelijk is, waardoor we volgende stappen hebben gezet in de richting van een autonome chrysantenteelt.”