Project

STUIFMEEL

Stuifmeel is essentieel voor bijenvolken en dit project beoogt imkers breed te informeren hoe ze bijenvolken in hun stuifmeelbehoefte voorzien. Het gaat zowel om de kwantiteit (hoeveelheid) als de kwaliteit (voedingswaarde) van stuifmeel. Daarnaast zorgt dit project voor bewustwording van de inheemse autochtone flora die relevant is voor gezonde bijenvolken. Zowel onderzoek, al dan niet in samenwerking met imkers, maar ook kennisverspreiding staan centraal in dit project. Er wordt gewerkt aan de volgende modules die in elkaar overlopen en elkaar versterken.

Module 1: Wie

Dat volken stuifmeel verzamelen is bekend, maar het is relatief onbekend hoe stuifmeelverzamelaars van nectar verzamelaars verschillen. Een verschil is dat het verzamelen van nectar relatief gemakkelijk is - vergeleken met de taak van stuifmeel verzamelen - omdat er meer handelingen moeten worden verricht en geleerd voor stuifmeel verzameling. In dit licht willen we testen of het waar is dat stuifmeel verzameld wordt door relatief jongere foerageerbijen – dit vanwege een afname van leervermogen van honingbijen met leeftijd. We gaan dit testen in een simpel experiment waar we in observatievolken cohorten van bijen markeren om te tonen of bijenleeftijd een effect heeft op de taakverdeling - stuifmeel of nectar verzamelen.

- Het social media element kan niet getoond worden - controleer uw instellingen

Module 2: Wat

Stuifmeelkwaliteit als voedsel voor bijenvolken hangt af van de stuifmeelsoort en mogelijk ook van de mix aan stuifmeelsoorten die bijen verzamelen. Twee vragen die we willen behandelen zijn 1) wat zijn de kwaliteitsverschillen zijn tussen stuifmeel van verschillende plantensoorten (effect op volksontwikkeling en het gewicht van individuele bijen) en 2) of de diversiteit aan stuifmeel die bijen verzamelen meerwaarde biedt. Is een stuifmeelmix van meerdere plantensoorten (biodiversiteit) anders dan eenzelfde hoeveelheid stuifmeel van één plantensoort? Om dit te onderzoeken worden experimenten uitgevoerd.

Module 3: Waar

Bijenvolken verzamelen over het jaar heen een grote verscheidenheid aan soorten stuifmeel. Binnen deze module stellen we voor om de samenwerking tussen imkers en onderzoekers te vernieuwen om actuele vragen over biodiversiteit en de beschikbaarheid van stuifmeelbronnen te inventariseren. Hierdoor ontstaat een beeld van de belangrijkste stuifmeelbronnen in Nederland. Eén doel is om op basis van stuifmeeldiversiteit plekken en periodes van schaarste te identificeren.

Module 4: Wanneer

Soorten stuifmeel kunnen bij benadering worden geïdentificeerd op kleur. Deze techniek vereist geen microscoop. Hiervoor gaan we staalkaarten beschikbaar stellen voor Nederlandse imkers, voor Nederlandse stuifmeelsoorten. Door gebruik te maken van de gegevens die zijn verzameld in module 3, zullen we een analoge kleurenfolder en een online tool maken om op basis van de kleuren van stuifmeelklompjes, in combinatie met datum, de imkers te informeren op wat voor planten hun bijen foerageren.

Module 5: Waarom

Een goede stuifmeel kwaliteit is belangrijk gezien de effecten op de groei van volken en individuele bijen (Module 2). Slechte stuifmeel kwaliteit daarentegen kan volken beschadigen, bijvoorbeeld via toxiciteit (secundaire metabolieten) of bijvoorbeeld door een deficiëntie (in essentiële aminozuren, essentiële vetzuren, sterolen, vitaminen of mineralen). We willen 1) een wetenschappelijk manuscript schrijven op basis van de nog ongepubliceerde dataset over aminozuur deficiëntie, en 2) een vertaling maken van dit onderwerp in de vorm van een Nederlands vakbladartikel over stuifmeel verzameling door honingbijen.

Module 6: Hoe

Bijenvolken verzamelen pollen en nectar. De mechanismen achter hoe honingbijen op basis van voorkeuren, opportunisme en prioriteiten tot beslissingen komen (óf en wát ze gaan verzamelen) zijn evenzo divers als complex. Hoewel veel nog onzeker en onbekend is, denken we dat bijen mogelijk keuzes kunnen maken tussen stuifmeel opties tijdens het verzamelen, op basis van kwaliteitsverschillen - zowel op basis van micro-nutriënten in stuifmeel (Hendriksma et al. 2016), en macro-nutriënten in stuifmeel (Hendriksma et al., 2019). Met deze module 6 willen we 1) een wetenschappelijk manuscript schrijven op basis van de nog ongepubliceerde dataset over de regulering van pollen en nectar verzameling door foerageer bijen in bijenvolken, en 2) een vertaling te maken van dit onderwerp in de vorm van een Nederlands vakbladartikel over bijenvoeding.

Het eerste projectjaar in het kort (januari – juli 2023)

Voor module 1 is begonnen met waarnemingen aan gemerkte haalbijen in observatiekasten. Daarnaast zijn voorbereidingen getroffen voor module 2 door kleine bijenvolkjes (Apidea) te maken. Deze zullen worden gebruikt voor voerproeven in het tweede projectjaar. Om te kijken waar knelpunten optreden in het stuifmeel aanbod in Nederlands (module 3) is contact gezocht met de Nutrition Task Force van het internationale onderzoeksnetwerk voor bijen, COLOSS. Daarnaast wordt onderzocht of er apps zijn die gebruikt kunnen worden voor het analyseren van de stuifmeelklompjes verzameld door bijenvolken. Dit zou kunnen helpen bij het verder invullen van dit onderzoek.

Volg deze pagina voor updates over het project!

Dit project wordt uitgevoerd met steun uit het nieuwe Gemeenschappelijke landbouwbeleid (nGLB), Sectorale interventie bijenteelt (SIB).

Het tweede projectjaar in het kort (juli 2023 – juni 2024)

Module 1: Studente Katherine Mihalczo heeft een studie naar stuifmeelhaalgedrag in bijenvolken afgerond. Een resultaat van haar studie was dat de taak van stuifmeelhalen toe blijkt te nemen met de leeftijd van werksterbijen. Haar studie in het Engels is vertaald naar het Nederlands in voorbereiding voor een Nederlandse publicatie getiteld ‘De invloed van leeftijd en voedselkwaliteit op stuifmeelverzameling door honingbijen’.

Module 2: Onderzoek is gaande naar voedingswaarde van stuifmeel en de meerwaarde van stuifmeeldiversiteit voor bijenvolken. Voortgang van dit onderzoek is gepresenteerd op de studiedag van de Nederlandse Bestuivingscomissie (https://edepot.wur.nl/669617).

Module 3: Bijen@wur werkt samen met imkers uit heel Nederland om seizoens- en regio gebonden drachtverschillen te onderzoeken. Een uitgebreide bevraging onder imkers thematiseert stuifmeeldracht voor volken in bredere zin, bv aandacht voor drachtverbetering, bijvoeren, en ook aandacht voor percepties van potentiële problemen. U bent van harte uitgenodigd om ook deel te nemen: https://wur.az1.qualtrics.com/jfe/form/SV_dbXNRkpZKhGIr3g.

Module 4: In samenwerking met twee studentes van Aeres hogeschool Almere is een stuifmeelkalender gemaakt en in het verlengde hiervan zijn twee vakbladartikelen in Nederlandse imkerbladen gepland in 2024.

Module 5: Een vakbladartikel is geschreven over het belang van stuifmeelvoeding voor bijen. Het artikel is bedoeld om boeren en tuinders te informeren – als stakeholders van bijenteelt. Daarnaast is het ook voor een breed publiek toegankelijk. Lees het op deze pagina: https://www.wur.nl/nl/onderzoek-resultaten/onderzoeksinstituten/plant-research/show-wpr/waarom-evenwichtige-voeding-belangrijk-is-voor-bij-en-volk.htm.

Module 6: Dr. Harmen P. Hendriksma en Dr. Séverine D. Kotrschal schrijven verder aan wetenschappelijke publicaties over ontdekkingen over het haalgedrag van bijenvolken.