Geïntegreerde bestrijding van ziekten en plagen (Integrated Crop Management - ICM)

Bij ICM wordt gekeken naar verschillende factoren die bijdragen aan een gezond gewas. De principes van het bekende IPM (Integrated Pest Management) blijven hierbij gehandhaafd, maar de ICM-aanpak is breder en kan worden ingedeeld in vijf belangrijke pijlers:

1. Gewasdiversiteit: Het telen van verschillende soorten gewassen in een specifieke volgorde en ruimtelijke indeling helpt om de impact van ziekten, plagen en onkruiden te verminderen.
2. Ras en teeltwijze: De keuze voor het juiste ras en de manier van telen hebben invloed op de gezondheid van het gewas en het verminderen van onkruiden.
3. Bodem, water en bemesting: Een goede verzorging van de bodem en het juiste gebruik van water en mest zorgen voor sterke gewassen.
4. Gerichte bestrijding: Als er ziekten, plagen of onkruiden optreden, worden deze doelgericht bestreden, zoveel mogelijk alleen daar waar ze optreden en op het beste moment, met minimale inzet van gewasbeschermingsmiddelen.
5. Monitoring en evaluatie: Door te meten wordt het effect van keuzes duidelijk en kan worden bijgestuurd.

In de ICM-aanpak wordt het gebruik en de afhankelijkheid van gewasbeschermingsmiddelen zoveel mogelijk beperkt. Voor elke ziekte, plaag of onkruid worden bestrijdingswijzen gecombineerd tot een uitgekiende strategie.

De ICM-strategie werkt met drie mechanismen:

• Voorkomen dat een ziekte, plaag of onkruid zich kan vestigen in een gewas, zodat een gewas er geen hinder van kan ondervinden.
• Zorgen dat een gewas zo wordt geteeld dat het zo weinig mogelijk hinder ondervindt van een ziekte, plaag of onkruid als ze toch optreden.
• Zorgen dat een ziekte, plaag of onkruid zich zo weinig mogelijk kan verspreiden of vermeerderen, zodat het probleem in de toekomst beperkt wordt.

Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van ondersteunende technieken. Die helpen onder meer om in te schatten wat de verwachte effecten van maatregelen zijn.