Project
Grip op bijenvirussen
Er zijn ongeveer 20 virussen beschreven die honingbijen kunnen besmetten. De gevolgen hiervan zijn divers. Sommige virussen hebben nauwelijks een meetbaar effect op de gezondheid van bijenvolken, terwijl andere virussen tot sterfte van bijenvolken kunnen lijden. Het doel van dit project is om de kennis over relevante bijenvirussen in Nederland te vergroten, hier wetenschappelijk onderzoek naar te doen en deze kennis over te dragen aan bijenhouders. In de periode 2023 - 2025 zal binnen dit project gewerkt worden aan de volgende modules:
Module 1 voorkomen van bijenvirussen in Nederland
Het geven van een actueel overzicht van in Nederlandse bijenvolken aangetroffen bijen- en plantenvirussen op basis van de analyse van monsters uit bijenvolken.
Module 2 demo-experiment virus
Het opzetten en uitvoeren van een experiment met een virus aan de hand waarvan de kwetsbaarheid van bijenvolken voor dit virus gedemonstreerd kan worden aan imkers en waarbij ook de handelingsperspectieven om impact te beperken aan bod komen, en presentatie hiervan op een demodag.
Module 3 publicatie en presentatie virus pathologie
Het schrijven van een manuscript voor een wetenschappelijke publicatie in een peer reviewed tijdschrift, en een vertaling daarvan naar de praktijk via een vakbladartikel voor en naar de praktijk over prevalentie van bijenvirussen in bijenvolken en de samenhang ervan met verschillende omgevingsfactoren en bijenvolk parameters.
Module 4 kennisverspreiding naar imkerij
Het informeren van imkers via vakbladartikel, website en voordracht over verschillende aspecten van virusinfecties in bijenvolken zoals effecten van virussen op honingbijen, routes van virus transmissie, en handelingsperspectieven voor het beperken van virusoverdracht.
Het eerste projectjaar in het kort (januari – juli 2023)
In het eerste projectjaar (januari tot juli 2023) zijn verschillende activiteiten ondernomen en op poten gezet. Honderd bijenhouders hebben monsters aangeleverd van 300 bijenvolken die binnen het project geanalyseerd zijn op de aanwezig Deformed Wing Virus (DWV) en Chronic Bee Paralysis Virus (CBPV). De bijenhouders zijn individueel op de hoogte gebracht van de uitslag van de virus-analyse. In het tweede projectjaar zal een uitgebreide data-analyse worden gedaan. Daarbij zal ook RNA-sequentie data worden gebruikt om de virusdiversiteit de kunnen bepalen ten behoeve van module 1. De voorbereidingen hiervoor zijn in het eerste projectjaar al gestart. Voor module 2 zijn voorbereidingen getroffen om de status van zakbroed als mogelijk belangrijk virus van Nederlandse bijenvolken te bepalen. Daarnaast is binnen het kader van module 3 begonnen met de statistische analyse van een grote dataset, waarbij de focus ligt op het ziekteverloop van virussen in bijenvolken. In module 4 is door Harmen Hendriksma een lezing gegeven over “Invasieve plagen” voor de imkersvereniging Ooststellingwerf, te Oosterwolde op 24 april 2023.
Hou deze webpagina in de gaten voor updates over het project.
Dit project wordt uitgevoerd met steun uit het nieuwe Gemeenschappelijke landbouwbeleid (nGLB), Sectorale interventie bijenteelt (SIB).
Het tweede projectjaar in het kort (juli 2023 – juni 2024)
Module 1: Bijen@wur heeft in het kader van module 1 een vakbladartikel gepubliceerd (https://edepot.wur.nl/643265). Infectie met het chronisch bijenverlammingsvirus (CBPV) bleek geen invloed te hebben op het overwinteringsucces van Nederlandse bijenvolken. Daarentegen correleerde infectie met het verkreukelde vleugelvirus (DWV) in bijenvolken sterk met wintersterfte. Op de Bijengezondheidsdag te Boskoop (zaterdag 17 februari 2024) is een voordracht gehouden om imkers te informeren over ziekteverschijnselen door virussen, virustransmissie, weerstand tegen virussen, diversiteit van virussen (Next Generation Sequencing resultaten), en aanbevelingen voor de imkerpraktijk (https://edepot.wur.nl/650554). In een samenwerking met de Rijks Universiteit Groningen zijn ook bijenvirussen in mierenpopulaties bij imkers gemonitord: Er is hierbij geen bewijs gevonden van virusuitwisseling tussen deze twee insectensoorten.
Module 2: In Wageningen is gestart met de analyse van bijenmonsters om infectieniveaus van meerdere veelvoorkomende virussen te vergelijken en correleren. Co-variabelen voor de analyse zijn locatie (Lelystad, Burscheid, Zeewolde), meerdere tijdpunten over een jaar (seizoensgebondenheid), genetische achtergrond van de bijenvolken, naast verscheidene volk-parameters zoals varroabelasting, koninginstatus, broedhoeveelheid, hoeveelheid werksters en co-infectie onder virussen.
Module 3: Data-analyses over virusinfecties in bijenvolken zijn uitgewerkt. Hierbij is er samenwerking met de onderzoeksgroep van Prof. Amy Toth te Ames, Iowa om deze data gepubliceerd te gaan krijgen. Over de voortgang van dit onderzoek is gepresenteerd op een internationaal congres: de 1e internationale conferentie van het BEekeeping products valorization and biomonitoring for the SAFEty of BEEs and HONEY, 28 en 29 mei te Larissa, Griekenland (https://edepot.wur.nl/662495).
Module 4: Naast bovengenoemde voordrachten zijn ook op de volgende bijeenkomsten imkers geïnformeerd. Voordracht met titel ‘Virussen’ (bijengezondheidssymposium op zaterdag 14 oktober 2023 te Uddel). Voordracht met de titel ‘Onderzoek naar virussen en wintersterfte’ (studiedag op zaterdag 25 november 2023 te St. Pancras). Voordracht met de titel ‘Gezondheidszorg rond de bijenstal’ (Imkervereniging Arnhem Velp e.o., op 21 maart 2024, te Velp).