Nieuws

Jonge haring en sprot in Waddenzee: opportunistische eters

article_published_on_label
15 augustus 2024

Een nieuwe studie in het ICES Journal of Marine Sciences laat zien dat jonge haring en sprot in de Nederlandse Waddenzee voornamelijk opportunistisch eten, zonder een sterke voorkeur voor specifieke prooien. De conditie en het dieet van deze pelagische vissen, evenals de zoöplanktondichtheid, vertonen een duidelijk seizoensgebonden patroon.

Kleine pelagische vissen spelen een cruciale rol in mariene voedselketens, omdat ze energie van plankton doorgeven aan soorten hoger in het voedselweb. Deze vissen, zoals haring, sprot en ansjovis, leven in de waterkolom - het middengebied tussen de bodem en het wateroppervlak - en zwemmen vaak in scholen. De gepubliceerde studie van WUR-promovendus Margot Maathuis onderzoekt het dieet van haring (Clupea harengus) en sprot (Sprattus sprattus) om beter te begrijpen welke rol ze spelen in het voedselweb van de Nederlandse Waddenzee, een belangrijk opgroeigebied voor vis.

Inzet DNA-metabarcoding

Margot Maathuis voerde een jaar lang maandelijks onderzoek uit, waarbij ze DNA-metabarcoding gebruikte om zoöplanktonmonsters en de maaginhoud van haring en sprot te analyseren. Samen met haar collega’s onderzocht ze hoe de conditie en dieetsamenstelling van de twee vissoorten varieert, en of deze vissen een specifieke voedselvoorkeur hebben.

Omdat plankton zeer klein en kwetsbaar is en in de vismaag vaak al grotendeels verteerd is, is onderzoek met een microscoop uitdagend. Daarom is gebruikgemaakt van deze innovatieve techniek, waarmee de aanwezige soorten tegelijkertijd kunnen worden geïdentificeerd op basis van hun DNA.

De verzamelde maaginhoud van de vis is voorbereid voor de volgende stap: DNA-analyse, door Margot Maathuis
De verzamelde maaginhoud van de vis is voorbereid voor de volgende stap: DNA-analyse, door Margot Maathuis

Belangrijke overbrengers van energie

Naast roeipootkreeftjes zagen de onderzoekers regelmatig (larven van) ongewervelde organismen, die op en rond de bodem leven, in het dieet van de bemonsterde jonge haring en sprot. Dit benadrukt de belangrijke rol van kleine pelagische vissen als doorgeefluik van energie, van de bodem naar de waterkolom.

Maaginhoud van haring onder de microscoop onderzocht: wadslakjes waargenomen, door Sophie Valk
Maaginhoud van haring onder de microscoop onderzocht: wadslakjes waargenomen, door Sophie Valk

Volgens Margot Maathuis aten de grotere vissen, vooral de grotere haringen (10-15 centimeter), minder roeipootkreeftjes en meer vislarven en garnaaltjes. “Daarentegen hadden grote en kleine sprot hetzelfde dieet. De overeenkomst in het dieet tussen kleine haring en sprot zou kunnen leiden tot concurrentie wanneer er weinig voedsel is. De piekdichtheden van kleine pelagische vissen vallen echter samen met de maanden waarin zoöplankton piekt, en waarschijnlijk is er dan voldoende zoöplankton".

Centrale rol in voedselweb

Margot Maathuis wil antwoord geven op vragen als: in welk deel van hun levenscyclus komen kleine pelagische vissen naar de Waddenzee? Wat eten ze hier? Welke soorten en aantallen zijn er te vinden? Zijn er seizoenspatronen? Dit is belangrijk, omdat er nog weinig bekend is over deze vissoorten, ondanks hun centrale rol in het ecosysteem. Ze vormen namelijk een belangrijke voedselbron voor vogels en zoogdieren, terwijl ze zelf veel plankton eten. Hierdoor hebben ze een sleutelpositie in het voedselweb van de Waddenzee, die de Swimway Waddenzee-onderzoekers beter willen begrijpen.

Onderdeel van samenwerkingsproject Swimway Waddenzee

Het Swimway Waddenzee-project, waarin vijf promovendi onderzoek doen naar vispopulaties in de Waddenzee, is een samenwerkingsverband tussen de Waddenvereniging, Wageningen Marine Research, het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ), de Rijksuniversiteit Groningen, Sportvisserij Nederland en Rijkswaterstaat. De financiering voor dit project wordt verzorgd door het Waddenfonds, het Ministerie van LVVN, en de provincies Groningen, Friesland en Noord-Holland.