Impact story
Breedbandtechniek om pelagische vissoorten te identificeren
Slimme technieken moeten ertoe leiden dat vissers minder ongewenste bijvangst in hun netten krijgen. Een veelbelovende methode die daarbij helpt, is het gebruik van akoestische breedbandtechniek. Deze techniek wordt nu al ingezet aan boord van onderzoeksschepen, maar zou in de toekomst ook van waarde kunnen zijn aan boord van pelagische trawlers.
Wageningen Marine Research onderzoekt in opdracht van de Pelagic Freezer-trawler Association (PFA) de breedbandtechniek om pelagische vissoorten als haring en makreel tijdens het vissen te identificeren. Door de echo’s van deze vissen via verschillende frequenties op te vangen, proberen onderzoekers de vissoorten van elkaar te scheiden. Met de oude techniek, gebaseerd op meerdere afzonderlijke frequenties, lukt het alleen om onderscheid te maken tussen vissen met zwemblaas (zoals haring en horsmakreel) en vissen zonder zwemblaas (zoals makreel en zandspiering). “Met de nieuwste breedbandapparatuur kunnen we ook de kleinste akoestische verschillen tussen vissen meten,” aldus onderzoeker Benoît Bergès. Dit gebeurt aan de hand van algoritmen die de weerkaatste echo’s analyseren. Dit levert volgens Bergès veel nauwkeuriger informatie op dan met gangbare akoestische meetapparatuur.
Minder bijvangst aanlanden
De breedbandtechniek is uitvoerig getest tijdens verschillende visreizen, in verschillende gebieden en verspreid over het hele jaar. De tests leverden een grote hoeveelheid meetgegevens op. Analyse van deze gegevens en ontwikkeling van algoritmen moeten deze techniek volgens Bergès geschikt maken voor gebruik binnen de pelagische visserij. Het doel is de beperking van ongewenste bijvangst: “Voor vissers is het lastig om vast te stellen welke vissen zich onder hun boot bevinden. Met behulp van breedbandtechnologie kunnen ze in de toekomst heel nauwkeurig de hoeveelheid aan verschillende vissoorten onder de boot analyseren. Stel dat er veel ongewenste vis aanwezig is, dan kan de visser besluiten om op die plek geen vangst te doen. Dit maakt selectiever vissen mogelijk, waardoor de visser minder bijvangst hoeft aan te landen.”