Bemestingsplan
Met zorgvuldige inzet van dierlijke mest is de benutting van mineralen fors te verbeteren. Verdeling over gewassen en percelen en over het jaar zijn de sleutelfactoren. Bemonsteren van mest en bodem is een “must”.
Weinig kunstmest
De Marke gebruikt sinds 1993 geen fosfaatkunstmest en heel weinig stikstofkunstmest. Dit om de benutting uit dierlijke mest te maximaliseren. De inzet van digistaat (vergiste mest) en het toepassen van klaver in grasland, hebben dit mede mogelijk gemaakt. Sinds 2009 helpt mestscheiding om stikstof en fosfaat op maat toe te dienen met dierlijke mest.
Snellere werking door vergiste mest
Door vergisten van mest verschuift de verhouding van minerale en organische stikstof. In onvergiste mest is deze ongeveer 50:50 in vergiste mest (digestaat) 75:25, meer minerale stikstof dus. Het totale stikstofgehalte blijft ongewijzigd. De verschuiving betekent dat de stikstof uit digestaat sneller beschikbaar is voor de plant. Dit is gunstig voor de benutting van deze stikstof door gras en maïs.
Minder mest naar maïs
In 35 kuub rundveedrijfmest zitten voldoende mineralen voor een goed gewas maïs. De kunst is deze mineralen optimaal te benutten. Goede bodemkwaliteit, kort voor het zaaien bemesten en een juiste inzet van een groenbemester zijn hierbij belangrijk.
Wanneer minder drijfmest nodig is voor de maïsteelt is er meer beschikbaar voor grasland en kunnen we binnen de aanwendingsnorm een hogere opbrengst realiseren. De praktijk kan hierbij dus op kunstmest besparen.
Korte uitrijperiode
De Marke rijdt mest uit vanaf 1 maart tot 1 augustus. We starten daarmee 14 dagen later en stoppen 1 maand eerder dan wettelijk is toegestaan. Hiermee wordt in het voorjaar het risico op verlies beperkt en in het najaar een (te) late nawerking voorkomen.
Rijenbemesting snijmaïs
Door toepassen van rijenbemesting met drijfmest in mais kan rijenbemesting met kunstmest achterwege blijven. Dit bespaart ongeveer 20 kg stikstof en 10 kg fosfaat per ha met gelijkblijvende opbrengst.
Maïs afwisselen met gras
Door maïs in wisselbouw met gras te telen benutten we stikstof en fosfaat beter. Ook blijft de organische stof in de bodem beter op peil.
Perceelverschillen
Door de dunne fractie te gebruiken op grasland met weinig of zonder klaver en de dikke fractie op percelen met lagere Pw/PAl-getallen, benutten we op lange termijn zowel de stikstof als het fosfaat beter.
Ook het NLV (stikstof leverend vermogen) speelt een rol in de toedeling van dunne en dikke fractie. Percelen met een lage NLV krijgen meer dunne fractie en dus mest met een hogere N/P verhouding.
Mestscheiden
Door de dunne fractie te gebruiken op grasland met weinig of zonder klaver en de dikke fractie op percelen met lagere Pw/PAl-getallen, benutten we op lange termijn zowel de stikstof als het fosfaat beter.
Ook het NLV (stikstof leverend vermogen) speelt een rol in de toedeling van dunne en dikke fractie. Percelen met een lage NLV krijgen meer dunne fractie en dus mest met een hogere N/P verhouding.
Mest raffineren
Sinds 2012 zoekt De Marke naar mogelijkheden mest te raffineren in afzonderlijke producten. Hierdoor ontstaan ‘groene’ meststoffen gewonnen uit dierlijke mest die een hoge werkzaamheid hebben.
Deze producten kunnen gericht ingezet worden op het eigen bedrijf of bij een overschot rendabel elders worden ingezet.