Nieuws
Plastic in overstroomde rivieren: waar spoelde het afval in de Maas naartoe?
Plastic zwerfafval is over de hele wereld een probleem, en de rivieren in Nederland zijn daar geen uitzondering op. Iedereen die wel eens langs een rivieroever heeft gelopen, weet dat je er plastic flesjes, doppen en voedselverpakkingen tegenkomt. Maar een deel van dat plastic is mogelijk van elders afkomstig. Hoeveel plastic afval wordt er door rivieren meegevoerd, en waar komt het terecht? En wat gebeurt er tijdens overstromingen?
Een team van Wageningen University & Research, Open Universiteit Heerlen en Stichting De Noordzee heeft na de overstroming in 2021 onderzoek gedaan in het Nederlandse deel van de rivier de Maas. Zij keken naar de verplaatsing van macroplastic in de rivier, en waar het aanspoelde. Ze concludeerden onder andere dat de rivier zelfs tijdens zo'n extreme overstroming niet al het plastic zwerfafval naar zee meevoert, maar dat het meeste ervan op de rivieroevers terechtkomt. De studie is onlangs gepubliceerd in Environmental Research Letters.
"Onze waarnemingen helpen om beter te begrijpen wat er met macroplastic gebeurt als het in het milieu terechtkomt," vertelt Rahel Hauk, promovenda en hoofdauteur van het onderzoek. "We raden aan om bij het monitoren van plastic afval ook extreme omstandigheden mee te nemen, zoals overstromingen. Dat kan inzicht geven in hoe die extremen van invloed zijn op de verspreiding van plastic. Het is belangrijk om die dynamieken te begrijpen, want dat kan bijdragen aan betere preventie van plasticvervuiling, en aan het vinden van manieren om het probleem te beheersen."
Afval tellen langs de Maas
‘Macroplastics’ zijn alle stukken plastic afval groter dan 0.5 cm. Als het in het milieu terechtkomt, spelen rivieren een belangrijke rol bij de verdere verspreiding ervan. Hauk: "Het is bekend dat transport van macroplastic door rivieren toeneemt tijdens overstromingen. Toen in juli 2021 de Maas overstroomde, was dat een unieke kans om verder onderzoek te doen naar plasticvervuiling."
In de drie weken na de overstromingen telde en categoriseerde het onderzoeksteam de stukken plastic die ze op zestien locaties langs de Maas vonden. Ze vergeleken de verplaatsing en ophoping van plastic tijdens deze periode, met gegevens van dezelfde oevers tijdens normale omstandigheden tussen 2018 en 2021. De data van die eerdere jaren kwamen uit het project Schone Rivieren, dat zich sinds 2017 bezighoudt met het opruimen van zwerfafval langs rivieren.
Veel macroplastic blijft na overstroming achter
De onderzoekers troffen over het algemeen meer plastic aan op de oevers van de Maas dan er voor die tijd van het jaar werd verwacht als gevolg van de zware overstroming. Langs het hele Nederlandse deel van de Maas lag echter minder plastic dan tijdens een gemiddelde winter wordt gevonden.
Er was een groot verschil tussen het aanspoelen van plastic stroomopwaarts (bij de Belgisch-Nederlandse grens, waar de overstroming het hevigst was) en verder stroomafwaarts. Dichtbij de grens kwamen er bijna 200 keer meer stukken macroplastic terecht dan het verst stroomafwaarts, nabij Raamsdonksveer. Dat geeft aan dat zelfs tijdens zware overstromingen een groot deel van het plastic afval niet naar zee wordt gespoeld, maar dat het in rivieren achterblijft of op oevers terechtkomt.
Meer zacht plastic en vochtige doekjes
De onderzoekers concludeerden dat veel macroplastics kleiner dan 2.5 cm de rivier in dreven nadat de oevers overstroomden. Terwijl stukken zacht plastic tot 0.5 m grootte en vochtige doekjes juist op de oevers aanspoelden. Dit duidt op een mogelijk verschil (tussen normale perioden en tijden van overstroming) in de manier waarop macroplastic zich in rivieren verplaatst en waar het vandaan komt. De overstroming veroorzaakte bijvoorbeeld een flinke overloop van riolen, wat de toename van vochtige doekjes kan verklaren.