Nieuws

Oratie Frank Sterck: Op weg naar de toekomst met ‘klimaatslim’ bos

article_published_on_label
1 juni 2022

De druk op bossen neemt in de hele wereld toe en de negatieve gevolgen van klimaatverandering worden steeds zichtbaarder. Het bos van de toekomst zou beter bestand moeten zijn tegen extremere hittegolven en periodes van droogte. “Ik ben op zoek naar manieren om bossen te behouden in deze veranderende wereld”, vertelt hoogleraar Bosecologie en Bosbeheer Frank Sterck. Op donderdag 2 juni spreekt hij zijn inaugurele rede uit.

Een bos van nu is niet fundamenteel anders dan een bos van dertig jaar geleden, maar de fysieke en maatschappelijke omgeving is wel veranderd. De vraag naar producten uit bossen, zoals hout en biomassa, is gegroeid, net als de behoefte om het bos voor recreatie te gebruiken. Tegelijk is de ruimte, zeker in een land als Nederland, beperkt en hebben bossen concurrentie van andere vormen van landgebruik. Een extra uitdaging voor bomen op arme bodems is de verzuring van de bodem, een proces dat al decennia lang speelt en de bodem nog steeds verschraalt.

Extreme droogte

Toch is de grootste verandering die bossen de afgelopen dertig jaar hebben doorgemaakt nog maar net ingezet, volgens Sterck. Bossen van nu en straks moeten namelijk de gevolgen van klimaatverandering opvangen. Het extreem droge voorjaar van 2018 maakte duidelijk dat bepaalde boomsoorten, zoals de fijnspar, veel gevoeliger waren voor sterfte dan andere soorten. Zij kregen de grootste klappen te verduren, omdat zij zich moeilijk konden aanpassen.

Stercks onderzoek laat zien dat soorten als fijnspar een grotere sterftekans bij droogte en hitte hebben dan andere coniferen. “Waarschijnlijk raken de naalden beschadigd en kan de boom ze niet snel genoeg vervangen. Hierdoor verzwakken de fijnsparren en worden ze gevoeliger voor schade door insecten en schimmels.” Zulke bomen leggen uiteindelijk het loodje.

Veerkracht

Soorten die snel hun naalden of bladeren kunnen vervangen, blijken daarentegen in het voordeel, ontdekte Sterck. Een boom die zijn bladeren laat vallen tijdens droogte, vermindert bovendien ook de verdamping en verdroging. Deze boomsoorten sparen als het ware hun krachten en zetten hun kaarten in op het volgende jaar. “Dit soort strategieën maakt sommige boomsoorten veerkrachtiger dan andere, nu periodes met extreem weer door klimaatopwarming steeds vaker voorkomen”, zegt Sterck.

De ene boom is de andere niet Ook verschillen in de veerkracht tussen bomen van dezelfde soort komen de laatste jaren aan het licht in Stercks onderzoek. Zo was uit analyses van jaarringen af te leiden welke bomen decennia terug al min of meer gedoemd waren om uit te vallen tijdens ernstige droogte in het recente verleden. Andere individuele verschillen tussen bomen brengt hij in kaart door onder andere metingen met sensoren op de stam, 3D-beelden van de boomkronen en met wiskundige modellen. In de combinatie van al die gegevens ligt de sleutel tot ‘klimaatslimme’ bossen, is de overtuiging van Sterck. Dit is een nieuwe vorm van beheer die inspeelt op de effecten van klimaatverandering.

Duurzaam beheren

De noodzaak om bossen ‘klimaatslim’ te maken, wordt de laatste jaren in toenemende mate politiek erkend. Sterck: “Het klimaat heeft namelijk effect op het bos, maar het bos ook op het klimaat. Bos heeft invloed op de neerslag die valt en het potentieel om koolstof op te slaan.” Met die gedachte zijn er afspraken gemaakt in het Klimaatakkoord van Parijs (2015) en de Europese Green Deal (vanaf 2020).

Door deze akkoorden krijgt klimaatslim en duurzaam bosbeheer een flinke impuls, merkt Sterck. Ook bij beheerders ziet hij het draagvlak groeien. “Bijna iedereen is er inmiddels wel van overtuigd, alleen weten we nog niet precies hoe we een bos zo slim mogelijk inrichten.”

Minder tegelijk kappen

Nu is het nog vaak zo dat percelen in één keer gekapt worden. Daarna kan het bos opnieuw groeien. “Het is waarschijnlijk beter om eindkap te vermijden en met tussenposen een kleine hoeveelheid bomen te oogsten. Dat biedt ook kansen voor het opgroeien van jonge bomen, en zo kan geleidelijk een gelaagd, complexer bos qua structuur en soorten ontstaan”, legt Sterck uit. “Dit idee is niet nieuw, maar het is nooit goed getoetst.” Hij gaat onderzoeken welke soorten je het beste bij elkaar kunt zetten, wanneer je welke bomen kapt en hoe het beheer er dan uitziet.

Voorspellingen

Met een groot aantal gegevens van de boom en zijn omgeving, zowel van nu en uit het verleden, wil Sterck steeds betere voorspellingen doen voor de toekomst. Daar kunnen beheerders van nu op inspelen. “Een bos is wat mij betreft niet alleen van belang voor de producten die we eruit halen, maar ook voor het behoud van biodiversiteit en natuur. Het vinden van de beste vormen van beheer ligt dus subtiel. Bossen spelen heel veel rollen in de maatschappij en de vraag is hoe je die bij elkaar brengt. Ik probeer daar vanuit de wetenschap aan bij te dragen.”