Nieuws

Inauguratie Gerard Velthof: ‘Voorkom dat mest-, stikstof- en klimaatbeleid elkaar tegenwerken’

article_published_on_label
28 mei 2024

Hoe beheer je als boer de bodem in een doolhof van milieubeleid? Die vraag staat centraal tijdens die inaugurele rede van Gerard Velthof op donderdag 30 mei 2024. Sinds december van het afgelopen jaar is hij buitengewoon hoogleraar Nutriënten- en koolstofbeheer in de bodem bij Wageningen University & Research.

Gerard Velthof studeerde in de jaren tachtig Bodemkunde en bodemvruchtbaarheid en heeft vervolgens een groot deel van zijn loopbaan aan WUR doorgebracht. Als expert op het gebied van bodem, nutriënten, emissies en uitspoeling verzamelt hij wetenschappelijke kennis voor overheidsbeleid. Sinds 2000 vervult hij deze rol ook binnen de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (CDM) van het ministerie van LNV. ‘Mijn vak is ontzettend actueel, nu de derogatie afgebouwd moet worden volgens Europese wetgeving. Maar de discussie over mest is niet nieuw, die was er altijd al.’

Te midden van alle discussies en maatschappelijke onrust in de agrarische sector richt Velthof zich op kennis voor de lange termijn. Als hoogleraar bij de leerstoelgroep Bodembiologie is hij van plan om de komende jaren verdiepende studies naar de bodem voort te zetten en uit te breiden. Dat beperkt zich niet alleen tot mest, maar gaat ook over andere milieuproblemen zoals klimaatopwarming.

Emissie van lachgas voorkomen

Het vrijkomen van lachgas uit de bodem is zo’n onderwerp waar nog te weinig over bekend is. Lachgas (N2O) is een stikstofverbinding die onder andere vrijkomt uit landbouwgronden en een sterk broeikasgas vormt. ‘Ik wil meer weten over wannéér het vrijkomt en hoevéél dat is. Dan kun je verschillende omstandigheden vergelijken, met veel, weinig of geen bemesting, met dierlijke mest of kunstmest, en wanneer het veel regent of juist een tijd droog is. Dat maakt allemaal uit.’

Het probleem met lachgas is dat het maatregelen om opwarming van de aarde tegen te gaan, weer ongedaan kan maken. Dat risico is er bijvoorbeeld bij veengronden. Verhoging van de grondwaterstand in veengebieden is ervoor bedoeld om CO2-uitstoot tegen te gaan, als gevolg van de afbraak van verdroogd veen. ‘Maar uit nat veen komt juist lachgas vrij, een sterker broeikasgas dan CO2’, weet Velthof. ‘We willen dus meten en berekenen wat de optimale grondwaterstand is om klimaatopwarming tegen te gaan.’ Ook bij de opslag van koolstof in zand- en kleigronden komt lachgas vrij. ‘Voor het klimaat lijkt opslag van koolstof in de bodem een goede oplossing, maar we moeten wel weten waar het optimum ligt tussen opslag en emissies.’

Bodemkennis voor toekomstig beleid

Met nieuwe meettechnieken gaat Velthof de processen van stikstof-, koolstof- en fosforverbindingen in de bodem en de emissies naar lucht en water beter in kaart brengen. Ook die kennis helpt uiteindelijk bij het opstellen van beleid dat emissies en uitspoeling moet tegengaan. Eenvoudiger wordt het er niet op voor beleidsmakers, maar wel effectiever, hoopt hij. ‘Met meer fundamentele kennis kunnen we voorkomen dat maatregelen elkaar tegenwerken. Het injecteren van mest in de bodem leidt bijvoorbeeld tot minder ammoniak, maar meer lachgas. Daar kun je aanvullende maatregelen tegen nemen’, legt hij uit.

Velthof erkent dat de milieuproblemen in de landbouw groot zijn, zeker het mestprobleem. ‘Over twee jaar is het mestoverschot enorm. Er zijn allerlei technische oplossingen denkbaar, maar die zijn niet zo snel ingevoerd en lossen het probleem maar deels op. Krimp van de veestapel is nodig om aan de Europese wet te blijven voldoen. Dat zou mijn advies zijn, maar het is aan de politiek om daarover te beslissen.’