Nieuws
Inauguratie Alexander Klippel: ‘Virtual Reality brengt mensen op één lijn’
'We leven in een samenleving waar gegevens overal zijn en ik denk dat tachtig procent van deze data een ruimtelijke component heeft’, stelt Alexander Klippel, leerstoelhouder bij Geo-informatiekunde. Hij houdt zijn inaugurele rede op donderdag 13 april.
Alexander Klippel beschrijft zichzelf als een transdisciplinaire ruimtelijke wetenschapper. Zijn onderzoeksinteresses zijn divers, maar hebben altijd te maken met de ruimte om ons heen. Ruimtelijke gegevens zijn overal en dus zijn er talrijke voorbeelden te bedenken om ze op een nuttige manier te gebruiken in allerlei studies en om maatschappelijke uitdagingen aan te gaan.
Om dit duidelijk te maken, komt hij met een bijna eindeloze lijst van voorbeelden van ruimtelijke gegevens. ‘Van klimaatverandering tot het verlies aan biodiversiteit, van fietsen naar je werk tot een Uber taxi nemen, maar ook het sturen van tweets, omdat je je altijd op een locatie bevindt die relevant kan zijn.’ Gebaren maken of kijken naar de schappen in de supermarkt levert ook ruimtelijke gegevens op. Bovendien verschillen bewegingspatronen van persoon tot persoon, bijvoorbeeld bij mensen met beperkingen of mensen met ADHD. ‘Ruimtelijke gegevens zijn belangrijk op elk schaalniveau en alle aardse en maatschappelijke domeinen, van moleculen tot kruipende mieren of het sturen van een raket naar de maan. Er is altijd een ruimtelijk aspect.’
Geo-spatiële informatiekunde
Klippels onderzoeksgroep is gespecialiseerd in het verzamelen, verwerken, opslaan, modelleren, begrijpen en communiceren van ruimtelijke data. De groep is gericht op toepassingen in de omgevingswetenschappen. ‘Voorbeelden zijn onderzoeksprojecten als Field2Cover. In dit project ontwikkelt mijn collega Sytze de Bruin algoritmes om de meest efficiënte route te plannen over een akker. Deze aanpak verkort de afgelegde weg voor landbouwmachines, wat energie bespaart en voorkomt dat de grond meer wordt aangedrukt dan nodig is.’ De groep legt zich toe op het ontwikkelen van open- source software en code.
Eén van zijn persoonlijke interesses is de wetenschap achter virtual field trips. Klippel: ‘In plaats van zelf de locatie te bezoeken, maken we een virtuele omgeving. Leerlingen of andere gebruikers ervaren een plek op een manier die lijkt op de werkelijkheid, maar dan zonder de beperkingen van de echte wereld. Je hebt allerlei mogelijkheden die er in de echte wereld niet zijn, zoals naar plekken gaan die moeilijk bereikbaar zijn of minder toegankelijk voor mensen met beperkingen.’
‘Bovendien wordt een ervaring nog boeiender als de omgeving interactief is, zoals ontwikkeld voor games. Je kunt straks rondlopen in aardbevingsgebieden of in een molecuul, waar je kunt spelen met atomen.’
Indrukwekkende ervaringen creëren
Techgiganten hebben hun inspanningen vergroot om immersive technologies te ontwerpen en deze beschikbaar te stellen aan een breder publiek. Daarom kunnen ruimtelijk wetenschappers als Klippel zich richten op het creëren van zinvolle ervaringen met bestaande, nieuwe technologie. ‘We ontwikkelen efficiënte workflows voor immersive experiences die je overal, op elk moment en met iedereen kan gebruiken.’
‘We kunnen mensen laten ervaren wat de gevolgen zijn van hun keuzes op de leefomgeving, dus de goede en de minder goede consequenties. Je kunt ook als het ware in de schoenen van iemand anders staan. Dat kweekt begrip. Het verbindt mensen, waar ze ook zijn. En dat helpt bijvoorbeeld om ze voor te bereiden op rampen, zoals overstromingen, en te gaan praten over de toekomst die ze samen virtueel hebben beleefd,’ zegt Klippel.
Nieuwe manier van leren
De nieuwe professor en leerstoelhouder aan WUR denkt dat immersive technologies heel normaal en wijdverspreid zijn over vijf tot tien jaar. Het zal volgens hem de manier waarop we leren, communiceren en onderzoek doen compleet veranderen. ‘We scheppen nieuwe kaders voor de manier waarop we toegang krijgen tot information over onze omgeving. Het brengt mensen op één lijn en zorgt voor begrip doordat we het perspectief van iemand zien. We staan op het punt om hiermee de samenleving te helpen om een mate van begrip te creëren die voorheen ondenkbaar was’, sluit hij af.