Nieuws
Herstel biodiversiteit in het Europese zoete water stagneert na decennia van vooruitgang
De biodiversiteit in Europese riviersystemen is in de periode van 1968 tot 2020 aanzienlijk toegenomen, maar dit herstel is sinds 2010 gestagneerd. Veel riviersystemen hebben zich niet volledig kunnen herstellen, ontdekte een internationaal team van onderzoekers. Het onderzoek naar de biodiversiteit van ongewervelden in Europese binnenwateren, gepubliceerd in Nature, benadrukt de noodzaak van verdere acties om het herstel van de biodiversiteit te stimuleren.
Eendagsvliegen, steenvliegen en kokerjuffers behoren tot de diverse groep ongewervelden die een groot deel van hun leven als larven in het water doorbrengen. Deze en vele andere ongewervelden spelen een cruciale rol in zoetwaterecosystemen. Ze zijn van vitaal belang voor de afbraak van organisch materiaal, waterfiltratie en de uitwisseling van voedingsstoffen tussen het water en het land. "Ongewervelde dieren zijn lange tijd de hoeksteen geweest van het monitoren van de waterkwaliteit," legt de eerste auteur van het onderzoek uit, Prof. Dr. Peter Haase van het Senckenberg Research Institute en Natural History Museum in Frankfurt. "Dergelijke monitoring is enorm belangrijk, omdat rivieren en meren onder grote druk staan van menselijke activiteit. Ze behoren tot de ecosystemen die het meest bedreigd worden door verlies van biodiversiteit."
Herstel belemmerd
Binnenwateren staan onder druk door verschillende invloeden die afkomstig zijn van agrarisch en stedelijk landgebruik. Vervuilende stoffen, organisch verontreinigd afvalwater, fijn sediment en pesticiden stapelen zich in het water op. In de jaren 1950-1960 was de waterkwaliteit in veel rivieren erg slecht door de hoge verontreinigingsniveaus, bijvoorbeeld door de onbehandelde lozing van afvalwater. Dit leidde tot het verdwijnen van veel zoetwatersoorten. Verbeteringen in de waterkwaliteit vanaf de jaren '80, met name de bouw van afvalwaterzuiveringsinstallaties, leidden tot een aanzienlijke verbetering.
De komst van de Kaderrichtlijn Water in 2000 leidde tot de uitvoering van herstelmaatregelen om rivieren weer in een goede ecologische toestand te brengen, wat het herstel bevorderde. "Maar het herstel was minder in stedelijke en agrarische gebieden en waar dammen aanwezig waren," zegt Ralf Verdonschot, medeauteur van Wageningen University & Research. "De toename van de biodiversiteit stopte rond 2010. Aanhoudende drukfactoren, zoals teveel nutriƫnten en wateronttrekking, en opkomende drukfactoren zoals nieuwe chemische verontreinigingen en meer klimaatextremen, belemmeren verder herstel."
Beter beheer afvalwater nodig
Het team analyseerde een uitgebreide dataset, verzameld tussen 1968 en 2020 in riviersystemen in 22 Europese landen. De analyses tonen een significante toename in biodiversiteit over deze periode, maar de stagnerende trend sinds 2010 suggereert dat er nog aanzienlijke investeringen nodig zijn.
Volgens de auteurs zijn er zijn gerichte inspanningen nodig om te voorkomen dat afvalwaterzuiveringsinstallaties overstromen tijdens hevige regenval en om vervuilende stoffen effectiever uit zoetwatersystemen te verwijderen. Daarnaast pleit het onderzoeksteam voor herstel van zoetwaterecosystemen door het inspoelen van meststoffen en pesticiden uit landbouwgrond sterk te verminderen, door rivieren en uiterwaarden beter met elkaar te verbinden, en door onze riviersystemen aan te passen aan toekomstige klimatologische omstandigheden.
"Om de positieve trend van biodiversiteitsherstel te herstellen, is een aanpak op de schaal van hele landschappen veelbelovend," zegt Verdonschot. "Maatregelen die de verontreiniging verminderen of het vasthouden van water verbeteren, zijn alleen effectief als ze op grote schaal worden toegepast: in het stroomgebied van de rivieren. Dit betekent dat we landgebruik en waterbeheer in deze gebieden opnieuw moeten bekijken."