Nieuws
Sensortechnologieën ondersteunen observaties in infectieziektestudies
Het gebruik van sensortechnologieën om het gedrag van schapen besmet met Toxoplasma gondii te monitoren, ondersteunt routinematige gedragsobservaties. “Een van de belangrijkste voordelen van het gebruik van sensortechnologie zoals versnellingsmeters en video, is de continuïteit van de waarnemingen ten opzichte van visuele inspectie door dierverzorgers”, zegt onderzoeker Harmen Doekes van Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) en de leerstoelgroep Animal Breeding and Genomics (ABG), onderdelen van Wageningen University & Research.
Wageningen University & Research (WUR) en haar onderzoeksinstituut Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) streven naar vervanging, vermindering en verfijning van onderzoek met dieren (3R's). Een van de manieren om hieraan bij te dragen, is door meer gebruik te maken van sensortechnologie voor het monitoren van dieren. Gedragspatronen geven aanvullende informatie, bijvoorbeeld over een dierziekte en de effectiviteit van behandelingen. Onderzoekers van WBVR, WUR-leerstoelgroep Animal Breeding and Genomics (ABG), onderzoeksgroep BioVism en de Livestock Technology-groep van de KU Leuven onderzochten de toegevoegde waarde van twee sensortechnologieën - versnellingsmeters en video - om de activiteit en het drinkgedrag te monitoren van drie schapen die waren geïnfecteerd met Toxoplasma gondii, een parasiet die toxoplasmose veroorzaakt. Toxoplasmose is een zoönose en kan dus ook een bedreiging zijn voor mensen.
Aanvullende inzichten
"De sensortechnologieën die we in dit onderzoek hebben toegepast, boden extra inzichten ten opzichte van routinematige observaties, zoals 24-uurs gedragsregistraties en gedetailleerde individuele gegevens van dieren", zegt Harmen Doekes, onderzoeker bij WBVR en ABG. Daarnaast was het door de continue observatie met behulp van sensortechnologie mogelijk om (veranderingen in) activiteit en drinkgedrag nauwkeuriger te kwantificeren. "Met behulp van sensortechnologie vonden we verminderde activiteit tussen dag 4 en 10 na Toxoplasma gondii infectie, terwijl dierverzorgers alleen merkten dat de schapen lusteloos waren van dag 5 tot dag 7, om een voorbeeld te geven."
Potentieel
Hoewel de onderzoekers de uitdagingen en valkuilen van sensortechnologieën erkennen, bevelen ze op basis van de uitkomsten van dit onderzoek een bredere toepassing van deze hulpmiddelen aan, met name bij dierziektetests.