Showcase
Het gedrag van vissers beter begrijpen
Het wordt steeds drukker op de Noordzee: er worden steeds meer en grotere windparken gebouwd, en er wordt naar olie en gas geboord. Ook lopen er een aantal zeer drukke scheepvaartroutes. Vissers hebben dus steeds minder ruimte. Hoe kunnen zij nog voldoende voedsel uit het water halen? Marien ecologen en sociaal wetenschappers van Wageningen Marine Research nemen het gedrag van vissers onder de loep om hier een antwoord op te geven.
De Noordzee is een lappendeken van vaargeulen en natuurgebieden. Waar windturbines verschijnen mag niet meer worden gevist, de netten beschadigen de stroomkabels. “Het is dus de vraag hoe vissers nog voldoende haring, tong of kabeljauw uit het water kunnen halen en hoe we de Noordzee goed kunnen gebruiken voor iedereen”, zegt marien ecoloog Karen van de Wolfshaar. “Beleidsmakers, bedrijven en vissers kunnen hier straks een beter antwoord op krijgen met behulp van zogenoemde agent-based modellen die bij Wageningen University & Research worden ontwikkeld.”
Familiebedrijf
De modelleurs werken aan een computermodel om het gedrag van vissers beter te begrijpen, met name het effect van het delen van informatie. Van de Wolfshaar noemt als voorbeeld een familiebedrijf. Vissers geven generaties lang kennis door aan hun opvolgers en familieleden: wat zijn de beste vislocaties en in welk seizoen moet je waar zijn? Het geheugen wordt steeds groter.
Van de Wolfshaar: “Wij willen dat nabootsen in een model met zogenoemde agents. Elke agent stelt een schip voor en dit schip kan informatie delen over de vangst met andere agents. Het delen van informatie kan een voordeel opleveren: een agent weet van meer plekken wat de verwachte vangst is. Maar dat is mogelijk ook een nadeel. Als anderen dat ook van meer plekken weten, zitten ze op de goede plekken mogelijk in elkaars vaarwater. Maakt het voor de vangst uit met hoeveel anderen informatie wordt gedeeld? We simuleren dus interacties van de vissers en het effect van die interacties op de visserij.”
Volgens Van de Wolfshaar maken de onderzoekers eerst iets heel ingewikkelds zo simpel mogelijk. “Daarna voegen we steeds een element aan het model toe om te zien wat het effect daarvan is op de visserij. We tuigen de kerstboom dus stapje voor stapje op. We delen hiervoor kennis met andere onderzoekers over dit type model en nemen hun bevindingen mee. Uiteindelijk kunnen anderen gebruik maken van ons raamwerk, een nieuwe software tool dus, bijvoorbeeld om een beter beeld te krijgen van het gedrag van boeren of een roedel wolven, want ook zij delen informatie voor een betere opbrengst of vangst.”