Project
Institutionele setting verduurzaming landbouw- en voedselsysteem
De omzwaai naar een duurzamere en natuurvriendelijke landbouw vraagt om kennis over de rol van bestaande praktijken en financiële, juridische en organisatorische spelregels bij veranderingen in de landbouwsector en de voedselketen.
De kabinetsambitie om de huidige landbouw- en voedselsysteem zo te verduurzamen dat het bijdraagt aan een verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving en daarmee ook de natuurkwaliteit in de brede zin, is nog maar beperkt vertaald in samenhangend beleid en concrete maatregelen. Het beleid is zoekende naar een aanpak die kosteneffectief is, bijdraagt aan meerdere maatschappelijke doelen en bovendien op draagvlak bij en de inzet van de sleutelspelers kan rekenen.
Op dit moment ontbreekt het aan op een aantal aspecten aan kennis over de manier waarop bestaande praktijken en financiële, juridische en organisatorische spelregels het streven naar veranderingen in de landbouwsector en de voedselketen stimuleren, dan wel belemmeren en wat voor potentiële sturingsopties er zijn om die belemmeringen weg te nemen.
Dit onderzoek richt zich op verschillende deelvragen die zich gaan over de vraag hoe gangbare landbouwbedrijven een ommezwaai kunnen maken naar kringlooplandbouw/natuurinclusieve landbouw/biologische landbouw. En hoe kan de overheid het streven naar veranderingen in de landbouwsector en de voedselketen stimuleren met financiële, juridische en organisatorische spelregels, dan wel belemmeringen voor deze veranderingen weg nemen. In 2023 wordt een aantal deelvragen opgepakt die gaan over het verkennen en verdiepen van kennis over institutionele belemmeringen op het vlak van de:
- sturing op een duurzaam voedselaanbod in de supermarkten;
- de effectiviteit van beleidsinstrumenten om te sturen op de doelen van het Nationaal Programma Landelijk gebied;
- duurzame verdienmodellen voor agrarische bedrijven;
- de rol van maatschappelijke weerstand bij beleid gericht op een eiwittransitie
- de mogelijke verandering van de geopolitieke waarde van de Nederlandse landbouw als gevolg van de gewenste verduurzaming in relatie tot natuurherstel;
- de werking van financiële instrumenten om boeren om te laten schakelen naar een duurzamer bedrijfssysteem.