Project
Penvoerderschap NEM-II
De WOT verzorgt als Penvoerder de programmacoördinatie voor Uitvoering van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM). Het NEM is gericht op het vaststellen van trends in verspreiding en aantallen van planten- en diersoorten. De uitvoering zelf gebeurt door vrijwilligers onder aansturing van de zeven soortenorganisaties en Sovon. Met deze organisaties vormt WENR een consortium.
In 1999 hebben verschillende overheden een overeenkomst gesloten (Samenwerkingsovereenkomst “Netwerk Ecologische Monitoring 1999”). Via deze overeenkomst wordt gestreefd om de informatiebehoefte op het gebied van natuur te voorzien van een stelsel van meetnetten. De overeenkomst wordt op dit moment "gedragen" door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), Rijkswaterstaat (RWS) en de 12 provincies en hun werkorganisatie BIJ12 (IPO). Deze overheden bepalen welke doelstellingen via het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM) gerealiseerd moeten worden en welk budget daartoe beschikbaar wordt gesteld.
De uitvoering van de NEM-meetprogramma’s is sinds 1999 grotendeels gedaan door de soortenorganisaties die gericht zijn op het ondersteunen van vrijwilligers die de waarnemingen in het veld doen. Deze organisaties werken volgens de doelstellingen en kaders van het NEM en voldoen aan de kwaliteitseisen die het CBS aangeeft. Tot 2018 deden deze Partijen dit ieder afzonderlijk, vanaf 2019 doen deze partijen dit in een samenwerkingsverband waarin ook Wageningen Environmental Research (WENR) participeert. Daartoe zijn Partijen op 4 februari 2019 een Samenwerkingsovereenkomst aangegaan, die in 2024 is vernieuwd voor de subsidieperiode 2024-2029. In de Samenwerkingsovereenkomst participeren: het Bureau van de Zoogdiervereniging, Stichting RAVON, De Vlinderstichting, EIS Kenniscentrum Insecten, Stichting Anemoon, de Bryologische en Lichenologische Werkgroep van de KNNV (BLWG) en Sovon Vogelonderzoek Nederland en Wageningen Environmental Research (als “Penvoerder”).