Quarantaineprocedures voor aardappel
Volgens EU-richtlijnen zijn fytosanitaire maatregelen vereist om de verspreiding van pathogenen uit Zuid-Amerika naar de Europese Unie te voorkomen. Voor onze zadencollectie moet er gescreend worden op zaadoverdraagbare quarantaine ziektes.
Alle planten die gebruikt worden voor vermeerdering voor opname zijn getest door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). De generaties daarna voldoen dan aan de nultolerantie voor quarantaineziektes. De volgende ziekteverwekkers worden getest:
- Binnen de EU was aardappelspindel-knol-viroïde (PSTVd) een Q-organisme tot het op 14 december 2019 werd geherclassificeerd als gereguleerd niet-quarantaine organisme (RNQP). De uitgevoerde r-PAGE-testmethode (Return’-polyacrylamidegelelektroforese; Huttinga et al. 1987; Roenhorst et al. 2000; Verhoeven et al. 2004; Verhoeven 2010), met een maximale bulking rate van 5 (tot het jaar 2000 een bulking rate tot 25) werd gebruikt tot 2020. Vanaf 2019 wordt real-time (RT-)PCR uitgevoerd op een bulkmonster. Beide zijn generieke methoden voor de detectie van Pospiviroïden (waaronder PSTVd).
- Zaadoverdraagbare virussen: van 1995-1999, met gebruik van de indicatorplanten Chenopodium quinoa (of C. amaranticolor), Nicotiana oxidentalis-P1 en N. bentamiana, maximale bulking rate 5. Vanaf 2000 in tweevoud C. quinoa (of C. amaranticolor) en in viervoud N. hesperis-67A (of N. oxidentalis-P1) (Verhoeven & Roenhorst 2003). In 2021 werd N. bentamiana vervangen door N. hesperis-67A. Vanaf 2022 worden alleen nog Chenopodium quinoa en Nicotiana oxidentalis-P1 gebruikt. Bovendien werden de aardappelplanten wekelijks visueel geïnspecteerd. Bij deze procedures wordt gescreend op:
- Latent Andesvirus van aardappel (APLV; voorkeursnaam: Tymovirus latandigenum)
- Andean potato mild mosaic virus (APMMV; voorkeursnaam: Tymovirus mosandigenum)
- Arracacha virus B, oca strain (AVB-O; voorkeursnaam: Cheravirus arracaciae)
- Aardappelzwartkring-virus (PBRsV; voorkeursnaam: Nepovirus solani)
- Aardappelvirus T (PVT)
- Potato yellowing virus (‘aardappelvergelingsvirus’) (PYV; verwant aan alfalfa-mozaïekvirus). In juli 1997 heeft de Europese Commissie het Potato yellowing virus (PYV) nieuw op de quarantainelijst geplaatst en het Arracacha virus B ervan verwijderd. Drie jaar later stond het Arracacha virus B echter weer op de lijst en was PYV verwijderd (Richtlijn 2000/29/EG van de Raad). Onlangs is PYV weer op de lijst geplaatst. De richtlijn is opgenomen in de fytosanitaire regelgeving voor Nederland. Informatie over plantenpaspoortverplichtingen wordt verstrekt door het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. Op 14 december 2019 is richtlijn 2000/29 vervangen door verordening 2016/2031, met daarin uitgebreide fytosanitaire verplichtingen en plantenpaspoortgebruik voor meer gewassen.
- Onbekende virussen
Naast het gebruik van indicatorplanten heeft de NVWA vanaf 2021 gescreend met DAS-ELISA op APLV, APMMV, PBRsV, PVT en PYV. Alleen in 2022 werd AVB-O opgenomen in deze screeningsmethode.
Voor de test op quarantainevirussen wordt blad geplukt wanneer de aardappelplanten ongeveer 25 cm hoog zijn. Drie weken na inoculatie van de indicatorplanten zijn de resultaten beschikbaar. Als er symptomen verschijnen op de indicatorplanten, worden de aardappelplanten opnieuw serologisch getest. Aangenomen wordt dat de indicatorplanten ook symptomen van infecties met onbekende aardappelvirussen zullen vertonen. Daarnaast worden alle aardappelplanten visueel geïnspecteerd.
Voor het importeren van aardappelzaden naar Nederland zie: NVWA-import-vergunning.
Binnen de EU moet de gebruiker volgens Richtlijn 2000/29/EG van de Raad (zie pagina 87) ook een plantenpaspoort leveren wanneer de zaden of afgeleid materiaal wordt gedistribueerd naar andere gebruikers in de EU.