CGN-meloencollectie

De geschiedenis van de meloencollectie is hetzelfde als de CGN-collecties van tomaat, paprika, aubergine en komkommer en wordt beschreven op de algemene pagina van de vruchtgroenten. Deze collectie werd overgenomen in 2005, wat recenter is dan de andere vruchtgroenten.

Samenstelling

De kleine meloencollectie bevat alleen accessies die niet in andere collecties te vinden zijn, waaronder 17 accessies uit Nederland. Een deel van de collectie is afkomstig van het voormalige IVT en ongeveer 30 accessies zijn verzameld tijdens een IPGRI-verzamelmissie in Pakistan in 1981. In 2017 vond een verzamelexpeditie plaats in Oezbekistan, waar 141 monsters werden verzameld. Op dit moment zijn er nog 79 accessies beschikbaar, omdat er regeneratie nodig is om aan de CGN-normen te voldoen. De beschikbare collectie bestaat uit 23 cultivars, 42 landrassen, voornamelijk uit Pakistan en Egypte, en 14 accessies met een onbekend populatietype. Er bestaan veel verschillende types meloen, van zoet tot zuur.

Onderhoud

Om opgenomen te worden in de collectie, moeten accessies een minimale kiemkracht hebben van 80%. Voor accessies van wilde soorten geldt een minimale kiemkracht van 60%. Regeneratie wordt uitgevoerd wanneer de kiemkracht van het zaad te laag is of wanneer er te weinig zaad over is. Regeneratie/vermeerdering vindt plaats in insectvrije kassen op een substraatsysteem waarbij de planten langs touwen groeien. Voor meloen, een kruisbestuivende soort, worden tien planten gebruikt. Als de monsters heterogeen zijn, worden veertien planten gebruikt. Veredelingsbedrijven, georganiseerd in Plantum NL, helpen bij de regeneratie van meloen. Moeilijk regenereerbare accessies worden in isolatiekooien geplaatst met hommels voor bestuiving. Tijdens het groeiseizoen worden de planten door of in opdracht van de NVWA gecontroleerd op zaadoverdraagbare ziektes.

Karakterisering

Karakterisering van vruchtgroenten vindt plaats tijdens regeneratie. Vrijwel alle accessies zijn morfologisch beschreven. Meloen wordt gekarakteriseerd door een minimaal aantal descriptoren die zijn ontwikkeld door de ECPGR-werkgroep. Deze descriptorlijsten bestaan uit ongeveer tien descriptoren en zijn te vinden op de ECPGR Cucurbits webpage. Alle karakteriseringsgegevens zijn online en in downloadbare bestanden beschikbaar.

De collecties zijn goed gedocumenteerd met foto’s; er zijn veel foto’s van (on)rijpe vruchten, planten en bloemen beschikbaar. Indien nodig worden er nieuwe foto’s genomen tijdens de regeneratie.

Evaluatie

Ongeveer 18 accessies zijn in 2014 gegenotypeerd door sequencing als onderdeel van het ‘100 Melon Genomes Project’.