Nieuws

Bedreigde zwarte bij: op zoek naar de zuivere kolonies

article_published_on_label
25 maart 2024

Nederland heeft maar één soort inheemse honingbij: de zwarte bij, die onder andere voorkomt op Texel. Deze bijensoort neemt sterk in aantal af. Om een gezonde toekomstige populatie te waarborgen, doet het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) onderzoek naar mogelijkheden om genetisch materiaal veilig te stellen.

De zwarte bij (Apus mellifera mellifera) is een ondersoort van de Europese honingbij (A. mellifera), die inheems is in Noordwest-Europa. Experts en bijenliefhebbers maken zich zorgen over de zwarte bij, omdat er steeds minder zuivere populaties zijn. Een reden daarvoor is dat ze zich kruisen met andere ondersoorten. Op dit moment is het enige beschermde gebied voor A. m. mellifera in Nederland met zuivere populaties het eiland Texel.

Verder importeren imkers ook honingbijen uit het buitenland, omdat die makkelijker te houden zijn en een hogere honingproductie geven. De geimporteerde bijen kunnen op termijn de inheemse bijen verdringen. Als de populatie zwarte bijen kleiner wordt, kan dit invloed hebben op de bestuiving van planten en daarmee de biodiversiteit aantasten. Een groot aantal planten in de natuur is afhankelijk van bestuiving door de zwarte bij.

Inventarisatie: welke populaties zijn het meest zuiver?

In 2023 is in opdracht van het CGN een literatuurstudie uitgevoerd en zijn interviews gehouden met verschillende betrokken partijen. Hierbij waren zowel experts uit het veld en wetenschappers op het gebied van A. m. mellifera betrokken. Conclusie hiervan is dat er een studie moet worden gestart om de genetische diversiteit en mate van hybridisatie van de zwarte bij in Nederland te analyseren. Als het duidelijk is wat een ‘zuivere’ zwarte bij kenmerkt, kan het CGN aan de hand van deze studie vaststellen wat de meest pure en genetisch diverse kolonies zijn. Vervolgens kan het sperma van de darren (mannelijke bijen) van deze kolonies worden verzameld en opgeslagen.

Annemieke Rattink, clusterleider dierlijke genetische bronnen CGN, legt uit: “Het CGN zal de resultaten van de analyses gebruiken om met de bijenhouders sperma te winnen wat representatief is voor de huidige diversiteit. Het opgeslagen genetisch materiaal kan vervolgens worden gebruikt om populaties te herstellen. Uiteindelijk hopen we dat de verbrede kennis over de Nederlandse zwarte bij resulteert in een gezondere en weerbare populatie.”