Project

Surveillance van landbouwhuisdieren op CPE

Carbapenemase-producerende Enterobacterales (CPE) bevatten resistentiegenen die zorgen voor resistentie tegen carbapenem antibiotica. Deze antibiotica zijn van kritische belang voor de volksgezondheid. Om te voorkomen dat CPE zich ongemerkt verspreiden in Nederlandse veestapel en daardoor een onopgemerkte bron gaan vormen is een doorlopende surveillance van CPE in landbouwhuisdieren noodzakelijk.

Bronnen voor introductie van CPE in dieren zijn vooral mensen die dergelijke organismen bij zich dragen in hun darm. Dat kan in Nederland gebeuren maar ook in het buitenland en vervolgens via handelsstromen in levende dieren worden geïntroduceerd. Ook afvalwater van ziekenhuizen of plaatsen waar humane fecaliën worden verwerkt zoals riool overstorten kunnen bronnen zijn van verspreiding van dergelijke organismen. In verband met de zorg over de mogelijke introductie van CP in de voedselketen wordt er een actief surveillance uitgevoerd in landbouwhuisdieren.

Deze actieve surveillance bestaat uit het screenen van tenminste 1200 mestmonsters afkomstig van vleeskuikens, vleesvarkens, vleeskalveren en melkkoeien op CPE met klassieke kweek en PCR. Tot op heden zijn in Nederland geen CPE aangetroffen bij landbouwhuisdieren. Echter, er is een stijgend aantal meldingen uit omringende Europese landen. Verschillende types CPE zijn aangetroffen bij vleesvarkens (Duitsland en Italië) en bij vleeskuikens (Duitsland). Gezien deze ontwikkelingen en het drukke handelsverkeer binnen de EU wordt de kans op een introductie van CPE in Nederland reëel geacht. Om deze reden is een doorlopende surveillance belangrijk. Op het moment dat CPE wordt gevonden zal het risico voor introductie bij de mens worden ingeschat op basis van de prevalentie en de genetische karakteristieken van de gevonden bacterie. Op basis van deze risicoschatting zal de overheid gepaste maatregelen overwegen.

Publicaties