Project

Stofmetingen 2e bedrijfslocaties PEV-Pilots

Door het Praktijkcentrum Emissiereductie Veehouderij (PEV) is in de periode 2017 t/m 2021 onderzoek gedaan naar een 10-tal technieken  voor het reduceren van fijnstof (PM10) uit pluimveestallen. Op basis van de meetresultaten zijn vier van de technieken met een eigen BWL-beschrijving opgenomen in de lijst Emissiefactoren fijn stof voor veehouderij. Ten opzichte van de gemeten reducties is bij de opname een verlaging op het reductiepercentage toegepast van 10 procentpunten. Dit vanwege het feit dat de metingen waren uitgevoerd op slechts 1 bedrijfslocatie, terwijl meetprotocollen uitgaan van minimaal 2 bedrijfslocaties bij de toegepaste meetstrategie (case-control meten). In het huidige project worden metingen uitgevoerd op een 2e bedrijfslocatie aan de vier technieken: PMX Agri, DUSTion, HD-ionisatie en ASPRA Agro. Hierbij wordt ook weer samengewerkt met het PEV. Op basis van deze metingen kan het reductiepercentage worden aangepast, zonder dat er een verlaging wordt toegepast.

In het kader van het Manifest Gezonde Leefomgeving Veehouderij in de Regio Foodvalley, zijn in de periode 2017 2020 metingen uitgevoerd vanuit het Praktijkcentrum Emissiereductie Veehouderij (PEV) aan technieken om de emissie van fijnstof uit pluimveestallen te reduceren. Vanwege het feit dat er slechts op 1 bedrijfslocatie metingen zijn uitgevoerd, is bij het opnemen in de lijst Emissiefactoren fijn stof voor veehouderij, het reductiepercentage van vier perspectiefvolle technieken met 10 procentpunten verlaagd t.o.v. het gemeten gemiddelde. Door op een 2e bedrijfslocatie aanvullende metingen uit te voeren, kan het reductiepercentage van de technieken worden gebaseerd op een volwaardige dataset die voldoet aan de eisen van de meetprotocollen. In samenwerking met het PEV worden hiervoor, via de leveranciers van de technieken, bedrijven benaderd voor het uitvoeren van de metingen.

De metingen op de bedrijven worden volgens dezelfde meetstrategie uitgevoerd als bij de 1e metingen. Dat wil zeggen in de vorm van case-control. Indien mogelijk worden de metingen uitgevoerd in twee identieke stallen, anders als case-control in de tijd. Op de resultaten van de metingen worden, samen met de resultaten van de metingen op de 1e bedrijfslocaties, statistische analyses gedaan om te komen tot een wetenschappelijk onderbouwd reductiepercentage. Van de metingen wordt een meetrapport opgesteld waarin verslag wordt gedaan van de metingen, conform de eisen van de meetprotocollen. In een apart hoofdstuk wordt daarbij ingegaan op het eindresultaat van de metingen op zowel de 1e als de 2e bedrijfslocatie samen. De meetrapporten worden voorgelegd aan de Technische AdviesPool (TAP) van de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav). Op basis van deze beoordeling wordt het uiteindelijke reductiepercentage vastgesteld door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (Min. I&W).

Publicaties