Project
RA van de tropilaelapsmijt in NL
Het doel is het voorspellen van de overleving en verspreiding van Tropilaelapsmijt in Nederland. Hiermee kan een gerichte strategie ten aanzien van interventie en monitoring in geval van introductie van de Tropilaelapsmijt worden ontwikkeld.
In 1983 werd de varroamijt (Varroa destructor) voor het eerst in Nederland aangetroffen en sindsdien dicteert de aanwezigheid van deze broedparasiet de gezondheid en winteroverleving van bijenvolken (Apis mellifera) in Nederland op een negatieve wijze. Eenzelfde situatie dreigt te ontstaan bij een introductie van de Tropilaelapsmijt (Tropilaelaps spp.) Doordat de varroamijt langere tijd zonder broed kan overleven, heeft deze parasiet zich over nagenoeg de hele wereld kunnen verspreiden.
De afhankelijkheid van de Tropilaelapsmijt van broed, dat een temperatuursgebonden aanwezigheid kent, wordt als limiterende factor in de verspreiding van dit agens gezien. Echter, door klimaatverandering lijkt de periode waarin broed aanwezig is, langer te worden in landen met een gematigd klimaat, waardoor de Tropilaelapsmijt de kans krijgt de winter te overleven en zich te vestigen. De Tropilaelapsmijt wordt als nog schadelijker dan de varroamijt beschouwd, doordat geïnfecteerd broed vrijwel zeker sterft. Of de Tropilaelapsmijt zich in Nederland kan vestigen hangt af van de aanwezigheid van broed in bijenvolken gedurende het hele jaar. Zonder bijenbroed kan de Tropilaelapsmijt maar enkele dagen tot een week overleven. Al lang wordt aangenomen dat er een broedstop in bijenvolken in Nederland plaatsvindt, maar anekdotes van bijenhouders van de laatste jaren spreken dit tegen. Feit is dat goede data ontbreekt.
Dit project heeft als doel om inzicht te krijgen in de aanwezigheid van broed en daardoor in de mogelijke overleving en verspreiding van de Tropilaelapsmijt in Nederland. Deze risicoanalyse bestaat uit het verzamelen van data uit het veld en de literatuur en het opstellen van twee modellen, die respectievelijk de overleving en verspreiding van Tropilaelapsmijt in Nederland kunnen voorspellen. Dit onderzoek borduurt voort op eerdere modellering van de impact en kans op vestiging van een andere meldingsplichtige plaag, de kleine bijenkastkever (Cornelissen et al, 2019) en sluit aan bij toekomstige activiteiten, waaronder de oprichting van de COLOSS Tropilaelaps taskforce (www.COLOSS.org) en de bijdrage van het projectteam aan een H2022 consortium.
Het project behelst verder een breed interdisciplinair WUR consortium qua kennis en expertise (bijengezondheid en epidemiologie) en vormt een wetenschappelijk onderbouwde basis voor bestrijdingsdraaiboeken en monitoringsprogramma’s.