Project

Programma Groene Veredeling coordinatie, communicatie en kleine projecten

Het nieuwe programma Groene Veredeling-2 levert een bijdrage aan het wegnemen van die belemmeringen in de veredeling van nieuwe, robuuste rassen voor de biologische landbouw én de verdere verduurzaming in de gangbare landbouw. Groene Veredeling-2 is ondergebracht bij het missiegedreven innovatiebeleid van het thema Landbouw, Water, Voedsel. Dit vanwege het publiek-private karakter van het programma, waarbij aan het bedrijfsleven een bijdrage van gemiddeld 40% van de totale kosten wordt gevraagd (in-kind en in cash). In beginsel loopt het programma 10 jaar, met na 5 jaar een evaluatie met een go/no-go.

Veredeling van gewassen geschikt voor de biologische teelt vraagt om extra publieke inspanning omdat de teelt extra eisen en randvoorwaarden met zich meebrengt ten opzichte van de  gangbare teelt, waar nog teruggevallen kan worden op gewasbeschermingsmiddelen. Daarnaast kent de sector een beperktere marktomvang en kleinere veredelingsbedrijven voor bepaalde gewasgroepen.

Het programma richt zich behalve op complexe, kennisintensieve problemen voor grotere gewassen ook op kleinere gewassen waar nu (nog) weinig aandacht voor is in het onderzoek, maar die wel van belang zijn in het kader van duurzaamheid, breedte van het sortiment en gezondheid. Hierbij kan gedacht worden aan gewassen als appel en prei, maar ook aan pompoen en lupine en aan groenbemesters voor een gezonde bodem. Een bescheiden deel van het programmabudget zal besteed worden aan vragen uit de praktijk waarvoor een literatuurstudie of kleine proef noodzakelijk is.

Groene Veredeling-2 is een onderzoeksprogramma waarin naast voortzetting van Bioimpuls een aantal nieuwe onderzoeksprojecten uitgevoerd gaat worden. De invulling van deze nieuwe onderzoeksprojecten verloopt via twee calls in 2020 en 2025, waarin onderzoekers en bedrijven worden opgeroepen om onderzoeksvoorstellen in te dienen. Het programma heeft een duidelijke economische, wetenschappelijke en maatschappelijke impact. De betrokken partners in de projecten zijn de kennisinstellingen WUR en LBI, commerciƫle veredelingsbedrijven en praktische telers of vertegenwoordigers daarvan. Resultaten uit de projecten worden beschreven in publicaties voor wetenschap en maatschappij. Veredelaars passen de kennis uit de projecten direct toe om op een efficiƫntere manier gebruik te maken van de beschikbare genetische variatie. Kennis over planteigenschappen en onderliggende genen is hiervoor relevant en leidt tot snellere ontwikkeling van nieuwe rassen voor zowel de biologische als gangbare sector. Het programma wordt ondersteund door Plantum, Bionext, LTO en het Ministerie van LNV.

Publicaties