Project
Programma Bosbeheer en Revitalisering 2023-2027 2.1. Routekaart
Revitalisering is een prominent thema in de Bossenstrategie. Om deze revitalisering te laten slagen en daarmee het bos een kwaliteitsimpuls te geven, is het verbeteren van omgevingsfactoren van groot belang. Focus in dit project ligt op het bieden van handelingsperspectief voor hydrologische herstelmaatregelen en het voorkomen van wildschade.
Het ontwikkelen van vitaal bos is een van de speerpunten waarmee de rijksoverheid het algemene doel van haar Bossenstrategie – “bos met al zijn functies goed doorgeven aan toekomstige generaties” – wil gaan realiseren. Van belang hierbij is het verbeteren van de omgevingsfactoren en een kwaliteitsimpulss te geven aan het bos, waaronder het zoveel mogelijk herstellen van de waterhuishouding. Dit herstel van de waterhuishouding in bossen is geen eenvoudige opgave. Ten eerste moeten de juiste maatregelen op de juiste wijze uitgevoerd worden om het gewenste effect te bereiken. Ten tweede kunnen als gevolg van vernatting ook ongewenste neveneffecten optreden, vaak door ondeskundig uitgevoerde ingrepen. Daarom zal voor beheerders een overzichtelijke bron worden opgesteld waarin de mogelijkheden voor hydrologisch herstel helder worden uitgelegd, welke opties er zijn voor de verschillende uitgangssituaties, welke maatregelen kunnen worden genomen en hoe deze het beste kunnen worden gepland en uitgevoerd.
In de Bossenstrategie wordt vervolgens revitalisering van het bos ingezet als instrument om de soortendiversiteit te verhogen, het ecologisch functioneren van de bossen te verbeteren en de klimaatbestendigheid van het bos te verhogen. Hiertoe worden rijk-strooiselsoorten aangeplant die het bodemleven stimuleren, daarmee de humusvorming verbeteren, het organische stofgehalte in de bodem verhogen en de weerbaarheid van het bos tegen klimaatverandering kunnen vergroten. Een structureel knelpunt bij het slagen van deze aanplant en bij de natuurlijke verjonging van andere loofboomsoorten, is de hoge wilddruk in grote delen van het Nederlandse bos. Zonder gerichte maatregelen tegen deze wilddruk is revitalisering een kansloze missie.
Voor beheerders wordt een beknopte handleiding gemaakt waarin de vraateffecten van hoefdieren wordt aangeduid en besproken, en worden indicatoren aangereikt voor het bepalen van de mate van beïnvloeding van de verjonging door hoefdieren, en of voor het realiseren van terreindoelen aanvullende maatregelen nodig zijn. Om te bepalen welke maatregelen het meest passend en effectief zullen zijn, wordt een overzicht gemaakt van mogelijkheden met een evaluatie van effectiviteit, gebaseerd op literatuur en veldonderzoek.
Daarnaast wordt nader onderzoek gedaan naar het uiteindelijke effect van hoefdieren op de bossamenstelling, met name de loofboomcomponent daarin (relevant in het kader van de revitalisering) en de effecten van het ree op bosverjonging.
Als laatste wordt onderzocht in hoeverre het huidige graasdrukmonitoringsnetwerk verder kan worden uitgebreid naar de belangrijkste bosgebieden buiten de Veluwe, en wat hiervoor nodig is.