Project
KD-2023-041 Uitvoeren financiële toets concept convenant dierwaardige veehouderij
Het kabinet wil een verdere ontwikkeling realiseren naar een dierwaardige veehouderij. Om deze beoogde ontwikkeling vorm te geven, heeft het Kabinet het initiatief tot een convenant genomen. De eerste fase van het convenant staat in het teken van de omslag naar diergericht ontworpen houderijsystemen. ‘Houderijsystemen’ heeft betrekking op stallen, maar ook op de fysieke leefomgeving tijdens transport of in het slachthuis. Implementatie van deze alternatieven heeft gevolgen voor dierenwelzijn maar ook voor management en economie. Om de partijen betrokken bij het convenant te ondersteunen bij de besluitvorming is Wageningen Economic Research gevraagd om door middel van een quickscan inzicht te geven in de economische gevolgen van aanpassingen in de staloppervlakte die per dier beschikbaar is.
- Deze nota geeft een eerste inschatting van mogelijke effecten op basis van een quickscan waarbij alleen is gekeken naar de stijging van de kosten en waarbij een “standaard” dat aan de minimale eisen voldoet levert als uitgangspunt is genomen. Echter de praktijk is divers. Daardoor zullen de kosten van implementatie van maatregelen ook sterk wisselen.
- De voorgestelde aanpassingen moeten in samenhang worden gezien met andere ontwikkelingen in de landbouw (bijvoorbeeld stikstof of waterkwaliteit ). De effecten van de afzonderlijke maatregelen zullen op elkaar ingrijpen. Een integrale evaluatie completere studie van verschillende scenario’s in nodig om de effecten van de maatregelen en hun interactie te beoordelen.
- De noodzakelijke aanpassingen hebben naast gevolgen voor de benodigde hoeveelheid staloppervlak ook gevolgen voor bijvoorbeeld ventilatie of emissiebeperkende maatregelen (luchtwassers en uitloop). Ook zullen in de bestaande stal ingrijpende maatregelen nodig zijn, zoals bijvoorbeeld kraamhokken met meer ruimte per zeug. De meerkosten die met deze aanpassingen verschillen tussen bedrijven en zijn niet meegenomen in deze quick scan.
- Een aantal bedrijven zullen (ook met krimp van het aantal dieren) niet op de huidige locatie aan de toekomstige eisen van leefoppervlak per dier kunnen voldoen. Als ze het bedrijf willen voortzetten op een andere locatie is er waarschijnlijk sprake van desinvesteringen op de huidige locatie.
- Veehouderijsectoren hebben beperkte marges en kleine veranderingen van de kosten hebben gelijk grote gevolgen voor de saldi. Om vergelijkbare inkomens te kunnen genereren voor bedrijven na het implementeren van meer vloeroppervlak zullen de opbrengsten moeten stijgen. Omdat de veehouderijsector veel producten afzet buiten Nederland zullen deze opbrengsten niet alleen door een hogere prijs van de producten binnen Nederland gerealiseerd moeten worden.
- Implementatie van uitloop kan voor met name vleesvarkenbedrijven, vleeskuikenbedrijven en leghennenbedrijven problemen opleveren. In veel gevallen laat locatie en huiskavel het niet toe om uitloop te kunnen realiseren