Project

Impactanalyse convenant dierwaardige veehouderij, fase 1

Het kabinet wil de verdere ontwikkeling realiseren naar een dierwaardige veehouderij, waarin het welzijn en de gezondheid van dieren het uitgangspunt zijn. In de zienswijze “Dierwaardige veehouderij” beschrijft de Raad voor Dierenaangelegenheden de zes leidende principes voor een veehouderij waarin dieren een positieve staat van welzijn ervaren. Om de beoogde ontwikkeling vorm te geven, heeft het Kabinet het initiatief genomen tot een convenant die nadere invulling en uitwerking moet geven aan een transitietraject naar hoger dierwelzijn.

Het convenant wordt getrokken door een kerngroep van partijen (Caring FarmersCBLde Dierenbeschermingde Duurzame ZuivelketenFNLI LTONAJKPOVSBK en het ministerie van LNV). Het convenant zal als basis worden gebruikt voor wet- en regelgeving die door het kabinet zal worden opgesteld om de ontwikkeling naar een dierwaardige veehouderij te verankeren. Deze wet- en regelgeving dient ook om het amendement op artikel 2.1 van de Wet dieren uit te werken dat in 2021 is aangenomen door het parlement. Deze uitwerking is nodig om het amendement naleefbaar en handhaafbaar te maken.

De bedrijven hebben naast de uitdagingen met betrekking tot dierwelzijn ook te maken met strenge milieuopgaven die erg kostbaar zijn. Ook al ligt in dit project de focus op dierwelzijn, zal aan de meervoudigheid van opgaven aandacht worden besteed. Soms is dit onontkoombaar (bijvoorbeeld bij keuzes rond opschaling van resultaten op bedrijfsniveau naar sectorale impacts) en soms is dit wenselijk (bijvoorbeeld als er sprake is van voorzienbare ‘interactie’-effecten zoals bijvoorbeeld bij overdekte uitloop bij pluimveehouderij).

De afspraken over te nemen extra dierenwelzijnsmaatregelen die in het convenant worden gemaakt dragen niet alleen bij aan de verbetering van dierenwelzijn, maar zullen ook economische consequenties hebben voor bedrijven, sectoren en de internationale positie van de Nederlandse veehouderij. Deze consequenties dienen in kaart te worden gebracht. Enerzijds is dit nodig om de haalbaarheid en impact voor de veehouders in kaart te brengen. Anderzijds helpt dit ook om inzicht te krijgen hoe er vanuit de makrt en via overheidsbeleid aan kan worden bijgedragen om tot een succesvol transitietraject te komen. LNV geeft daarom de opdracht tot de uitvoering van deze studie.

Publicaties