Project
Groene gewasbescherming, nieuwe casussen
In 2017 is de Kennisimpuls Groene gewasbescherming van start gegaan. Samen met de Kennisimpuls Bestuivers beogen beide kennisimpulsen in samenhang een versnelling mogelijk te maken in de verduurzaming van de gewasbescherming en om behoud en bevordering van wilde bestuivers en bestuiverdiensten te faciliteren. Dit onderzoek ondersteunt daarmee het behalen van de doelen van de Missie Kringlooplandbouw. Vanaf 2021 worden er nieuwe herontwerp-teeltsystemen (casussen) toegevoegd aan de Kennisimpuls Groene Gewasbescherming (2017-2022). Omdat deze een andere looptijd hebben (2021-2024) is hiervoor dit afzonderlijk (maar wel volledig aansluitend) meerjarig werkplan opgesteld.
Samenvatting
Kennisimpuls Groene Gewasbescherming is gericht op een herontwerp tot een intrinsiek weerbaar teeltsysteem dat verbonden is met de natuur. Dit verlaagt de afhankelijkheid van kwekers/telers van chemische gewasbescherming om ziekten en plagen beheersbaar te houden voor een duurzame oogst. Het project kijkt hiervoor naar alle aspecten die hieraan kunnen bijdragen, van innovatieve technieken tot gebruik van de natuur. De teeltsystemen moeten passen bij het handelings-perspectief van kwekers/telers en hun marktpositie verder versterken.
Dit project geeft uitvoering aan een uitbreiding van deze Kennisimpuls Groene gewasbescherming met nieuwe casussen waarin een herontwerp wordt ontwikkeld en meerjarig getoetst voor 1. teelt van tomaten onder glas, 2. teelt van potplanten onder glas en 3. teelt van prei in vollegrond. Voor de graszaadteelt wordt een notitie geschreven met oplossingsrichtingen op basis van een deskstudie. In deze uitbreiding wordt uitgegaan van dezelfde generieke aanpak en toetsing als in het in 2017 gestarte onderzoek. Vertegenwoordigers van sector-, markt- en kennispartijen en maatschappelijke organisaties denken bij de uitvoering mee.
Net als de kennisimpuls zelf beoogt ook deze uitbreiding de doelen uit de Kennis- en Innovatieagenda Landbouw, Water en Voedsel (KIA LWV) van de Missie Kringlooplandbouw te helpen realiseren. In het bijzonder draagt dit onderzoek bij aan het Meerjarige Missiegedreven Innovatieprogramma (MMIP) A2 Gezonde, robuuste bodem en teeltsystemen gebaseerd op agro-ecologie en zonder schadelijke emissies naar grond- en oppervlaktewater. Beleidsmatig draagt dit onderzoek ook bij aan de doelen van de Toekomstvisie Gewasbescherming en Uitvoeringsprogramma 2030, o.a. door in de prototypes een invulling te geven aan het verbinden van landbouw en natuur en het handelingsperspectief van kwekers en telers als criteria op te nemen voor de te ontwikkelen nieuwe teeltsystemen.
Abstract
This project comprises an extension to the Kennisimpuls Groene gewasbescherming (Knowledge boost initiative Sustainable crop protection, which directly supports the policy goals of the Mission on transition to circular agriculture of the Dutch Ministry of Agriculture, Nature and Food quality. The aim is to facilitate a speed-up of the transition to a more sustainable crop protection while the current strong international position of Dutch agriculture is maintained. This research results in prototypes of innovative cropping systems which successfully make use of all opportunities to making farming more sustainable, from innovative techniques to agroecological principles (time horizon 2030).
In this extension researchers develop three new cropping systems (tomato and potplants in greenhouses, and field-grown leek) in close interaction with farmers. Representatives from various market-chain parties and from other knowledge centres, as well as farmers, are involved as members of advisory groups. The aimed new cropping systems will be markedly less dependent on chemical crop protection. Plant protection products listed on the EU-list of candidates for substitution will not be applied. In addition, a desk study will be carried out to assess crop protection issues in the current grass seed cropping systems and a case study on the link between the crop and surrounding nature. This case study will focus on the relation between insect biodiversity outside a greenhouse and the inside crop resilience with respect to insect pests. The resulting prototypes and new insights may be further tested and brought into practice by public-private programmes.