Project
Efficiëntere monitoring van effecten op biodiversiteit bij verduurzaming van de landbouw
De nieuwe landbouwvisie van het kabinet, gericht op een natuur-inclusieve en circulaire landbouw met ruimte voor behoud en herstel van biodiversiteit, is aanleiding geweest voor een uitbreiding van het praktijkgerichte onderzoek in de fruitteelt en akkerbouw, o.a. via de KB en BO financieringsstromen. Het onderzoek richt zich zowel op nieuwe technische innovaties als op potentiële maatregelen voor verduurzaming in de proeftuinen te Randwijk en Lelystad en op biologische en conventionele teeltbedrijven.
Een voorbeeld is BO-programma Kennisimpuls Groene Gewasbescherming, specifiek gericht op verbetering van plantgezondheid, maatregelen ter verduurzaming van het middelengebruik en vermindering van de middelenafhankelijkheid. Binnen de casus Appelteelt van dit programma wordt op de proeftuin Randwijk een integraal herontwerp van het teeltsysteem getest, in vergelijking met een gangbaar referentieperceel. Behoud en herstel van biodiversiteit (soortenrijkdom) is één van de kerndoelstellingen in dit project en talrijke andere onderzoeksprojecten, eens te meer n.a.v. de recente lancering van het Deltaplan Biodiversiteitsherstel en de publicatie van de conclusies van het IPBES-rapport betreffende de snelle achteruitgang in diversiteit wereldwijd.
Functionele, maar ook totale, biodiversiteit in teeltpercelen is daarmee in toenemende mate een belangrijke prestatie-indicator (KPI). Veelal ligt daarbij een nadruk op diversiteit onder bovengrondse arthropoda (insecten en andere geleedpotigen). Soortherkenning van bovengrondse arthropoda is echter zeer tijdrovend en voorbehouden aan een selecte groep specialisten. In de tot nu toe gebruikelijke werkwijze worden verzamelde monsters eerst gescheiden in o.a. spinnen, bijen en mijten, waarna specimen per groep worden aangeleverd aan gespecialiseerde taxonomen die elk individu onder de binoculair of microscoop bekijken en identificeren. In veel gevallen blijkt dit binnen de beschikbare projectbudgetten momenteel niet haalbaar, waardoor effecten op soortenrijkdom vaak niet goed onderzocht kunnen worden. Een wetenschappelijk betrouwbare en tegelijkertijd tijds- en kosten efficiënte monitoring methode is dringend noodzakelijk.
Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van DNA-analyse bieden een kansrijk alternatief. Diversiteitsbepalingen op basis van zogenaamde DNA metabarcoding resulteren in kwalitatieve verschillen tussen behandelingen die overeenkomen met de conventionele methode. Dit maakt in potentie dezelfde interpretatie, op een veel kosten- en tijdsefficiëntere wijze, mogelijk.
In dit project richten we ons op de toepassing van DNA metabarcoding in de Nederlandse landbouw. In 2019 diende de Appelteelt als eerste pilot, en werd in 2020 aangevuld met arthropodenmonsters genomen in een akkerbouwperceel met strokenteelt en veeteeltpercelen met blijvend grasland. Op deze wijze wordt de basis gelegd voor brede toepassing in diverse (landbouw)systemen in binnen- en buitenland, waar het meten van biodiversiteit als onderdeel van het onderzoek van belang is.