Project

Duurzame verwaarding dierlijke bijproducten

Dierlijke bijproducten categorie 1 en 2 moeten worden verwerkt/afgezet buiten de veevoeder/voedsel kolom. Dierlijke bijproducten categorie 3 kunnen daarnaast ook afgezet worden in de diervoederketen (gericht op voedselproductie). In dit project wordt inzicht in deze stromen vergroot (verbreding van de bevindingen van project BO-43-112-004), en de mogelijkheden verkend voor hoogwaardigere en duurzamere verwerking.

De huidige regels voor verwerking/toepassing van dierlijke bijproducten (zoals gedefinieerd in EG Vo 1069/2009 en uitvoeringsverordening EG Vo 142/2011) luiden in grote lijnen:

  • Categorie 1: moet als afval worden verwijderd of verstookt als brandstof of gebruikt voor andere technische toepassing dan diervoeders of organische meststoffen.
  • Categorie 2: mag worden verwijderd als afval, maar sommige producten mogen ook worden verwerkt tot meststoffen of voor technische toepassing buiten de voedsel- en (dier)voederketen. Onder specifieke condities is vervoederen aan gezelschaps- en pelsdieren toegestaan.
  • Categorie 3: mag, naast de mogelijkheden voor cat. 1 en 2, onder voorwaarden worden gebruikt voor de productie van voeder voor gezelschapsdieren, diervoeder en technische producten.

In Nederland wordt categorie 1 materiaal eerst door middel van rendering gescheiden in vlees­beendermeel en vetten en daarna verwijderd door verbranding/verstoking en ingezet als brandstof. Categorie 2 materiaal wordt veelal gecombineerd met categorie 1 materiaal verwerkt. Categorie 3 materialen (ook bijvoorbeeld zuivel- en eierproducten) worden deels al bestemd als veevoer. Eerder onderzoek (BO-43-112-004) heeft een overzicht opgeleverd van de volumes van deze stromen die in Nederland ontstaan, hun herkomst, samenstelling en bestemming, en heeft de stromen geïdentificeerd die op dit moment laagwaardiger worden afgezet dan binnen de geldende regelgeving mogelijk zou zijn.

De markt voor de verwerking van dierlijke bijproducten in Nederland en Europa zal op termijn ingrijpend veranderen als gevolg van diverse ontwikkelingen (o.a. mogelijke krimp van de veestapel, transitie naar kringlooplandbouw en circulaire voedselsystemen, schaarste van grondstoffen en energie). Daarnaast zijn er kansrijke technologische ontwikkelingen die een hogere verwaarding van dierlijke bijproducten mogelijk maken.

Het effect van deze ontwikkelingen – en veranderende strategieën van bedrijven in de vleesverwerkende en bijproduct verwerkende sectoren – is moeilijk te voorspellen. Vanuit beleidsoogpunt is het wenselijk inzicht te krijgen in scenario’s voor de ontwikkeling van deze markt zodat daarop kan worden geanticipeerd om beleidsdoelen te behalen.

Publicaties