Project

Demokas 2030 teeltjaar 2023-2024

In de komende decennia jaren zullen glastuinbouwondernemers hun aardgasverbruik moeten decimeren en uiteindelijk geheel tot nul moeten terugbrengen. Daarnaast hebben ze te maken met de nieuwe richtlijnen rondom water en nul-emissie voor mineralen en gewasbeschermingsmiddelen. Voor een groot deel van de sector, met name het middensegment qua energiegebruik in de sier en vruchtgroenten-teelt is nog veel winst te behalen op de duurzaamheidsaspecten energie, water, emissie van nutriënten en gewasgezondheid. Hiervoor is een demonstratiekas ontwikkeld en gebouwd bestaande uit 4 afdelingen van 350 m2.

Na de ontwikkeling en bouw van deze demonstratiekassen, gebaseerd op bestaande techniek maar wel “state off the art”, wordt door middel van demonstraties binnen de verschillende teelten de mogelijkheden en de uitdagingen die het fossiel- en emissie-vrij telen met zich meebrengt getoond. In de demonstratiekassen wordt de focus op een drietal hoofddoelen gelegd: Een fossielvrije energetische invulling Nul emissie van het water en nutriënten Minimalisatie van de inzet van gewasbeschermingsmiddelen De afdelingen zijn voor vier verschillende gewassen ingericht; potplant/ paprika, gerbera, Freesia, en een potplantenafdeling waar vooralsnog anthurium wordt geteeld.

De vier teelten worden gedurende dit project voortgezet met een aantal hoofddoelen:

Combinatie winter potplant & zomer paprika

Naar aanleiding van de hoge energieprijzen is in 2022 noodzaak ontstaan te kijken naar andere teeltstrategieën. Met een blik op de energetische huishouding van de paprikateelt zien we juist in de winterperiode een langzame groei bij een hoge teelttemperatuur, wat ondanks “hoge” isolatie toch tot een behoorlijke energie-input vergt. De hoge energieprijs heeft het noodzakelijk gemaakt om anders naar de gangbare teelt strategieën te kijken en het streven naar jaarrondproductie bij glasgroente mogelijk los te laten. Een nieuwe denkrichting is om later te planten (rond half maart) en zoveel mogelijk gebruik te maken van natuurlijk licht en warmte van de zon tot eind oktober en dan de teelt af te sluiten. Om marktwaarde te creëren in de winter en een dergelijke keuze rendabel te maken zou dit gecombineerd kunnen worden met een groene/bonte potplantenteelt van november – maart met afzet rond piekvragen in het voorjaar. Om nog meer meerwaarde te creëren kan een deel van de kas in de winter gebruikt worden om de opkweek van de jonge paprikaplanten in eigen huis te doen. Dit kan bij lagere temperatuur dan gangbaar en kortere opkweek omdat bij hogere lichtniveau bij een latere plantdatum het de voorkeur heeft om met een jongere plant op de mat te starten. In het najaar zou eventueel ook stek voor de potplantenteelt zelf ter hand genomen kunnen worden om de potplantenteelt een snelle start te geven.

Gerbera

In afdeling 2 is nu 4 jaar Gerbera geteeld waarbij de eerste twee jaar vooral in het teken stonden van full LED, vochtbeheersing en gewasbescherming. De daaropvolgende twee jaar waren toepassing van een dimbaar, aan de tralie opgehangen armatuur Full LED, insectengaas tegen motten, ander plant systeem en gewasbescherming aandachtspunten.

De dimbare LED waren efficiënt in te zetten en er kon worden ingespeeld op de energieprijs. Het insectengaas bleek effectief tegen de aantasting door Turkse mot. Het andere plantverband met een groter substraatvolume en betere verdeling van de planten over het kasoppervlak gaf geen verandering in de productie. De gewasbescherming is in een Gerbera gewas vanwege met name meeldauw en de diverse plagen die kunnen voorkomen een blijvend aandachtspunt. De proef leverde veel nuttige informatie over de effectiviteit van biologische bestrijders tegen luis, trips, echinotrips en witte vlieg. Door een fout in de bemesting werd er ook veel geleerd over het effect van ontbreken van spore elementen. De werking van de ontvochtiging met warmteterug-winning bespaart energie maar is in de huidige opzet niet efficiënt genoeg.

Hoewel er veel geleerd is de afgelopen jaren zijn er nog steeds zaken te verbeteren ten aanzien van het energieverbruik en de gewasbescherming. Daarnaast is men in de praktijk afgelopen winter tegen kwaliteitsproblemen gelopen tijdens de teelt die moeten worden opgelost.

Freesia

Voor Freesia zijn 3 zomerteelten en 3 winterteelten uitgevoerd en toekomstbeelden geschetst voor korte en langere termijn (Van Os et al., 2021). Teelt 7 (geplant 14-11-2022) is afgerond en op 23 mei 2023 is teelt 8 geplant. In de demokas zijn hoge producties gerealiseerd in vergelijking met de praktijk. In de loop van de tijd is flink bespaard op energie voor belichting door in de eerste weken van de teelt niet te belichten en daarna de lichtsom op basis van de gewashoogte geleidelijk op te bouwen. Vanaf het boven de grond komen van de bloemtak is een teeltversnelling mogelijk door een hogere kastemperatuur aan te houden. Dit heeft als bijkomend voordeel dat minder lampwarmte en CO2 verloren gaat en betere ontvochtiging eventueel zelfs terugwinning van latente warmte mogelijk is als de kaslucht warmer is. De teelt blijft “koud” en hogere teelttemperaturen hebben dan wel tot forse teeltversnelling geleid met als keerzijde dat de kwaliteit wat minder werd. Wat precies optimaal is, is nog niet bekend en uiteraard ook nog eens cultivar afhankelijk.

Het gebruik van chemische middelen is flink verminderd, de laatste teelt is niet chemisch ingegrepen. De lage teelttemperatuur en lage plaagdrempel vanwege risico op virusverspreiding vormen bij Freesia een extra bottleneck. Opvallend is dat het gewas in de laatste teelt nagenoeg vrij gebleven is van luis en trips. Het hergebruiken van drain is nog niet volledig gerealiseerd omdat er bij hoge grondwaterstanden, grondwater ergens in het systeem komt. Er is dan teveel water om her te gebruiken (tanks gaan overlopen) en vanwege risico dat fluor met het grondwater in het teeltsysteem wordt dan tijdelijk niet gerecirculeerd. In de eerste freesiateelten is namelijk nog eens gebleken dat Freesia erg gevoelig is voor fluor. Voor het op temperatuur houden van de kas is naast de LED-belichting nauwelijks extra warmte nodig. Wat bij Freesia nog wel veel fossiele energie vraagt, is het stomen van de zandbedden. Ongeveer de helft van het energieverbruik in de praktijk gaat op aan het stomen van de kasgrond. Het volume van de zandbedden en daarmee de input van fossiele energie is al minder dan in normale kasgrond, maar om volledig fossielvrij te kunnen worden is meer nodig. Dit kan op 2 manieren:

  1. Verbetering van weerbaarheid in zandbedden zodat in toekomst zonder stomen in zandbedden geteeld kan worden;
  2. Ontwikkeling van een nieuw teeltsysteem waarbij de hoeveelheid substraat flink gereduceerd wordt en het substraat (indien nodig) fossielvrij ontsmet kan worden buiten de kas in bv. een stoomvijzel of met behulp van microgolven door het substraat in dunne laag op een lopende band te voeren.

Zomer 2022 is gestart met ontwikkeling van nieuwe teeltsystemen waarbij de hoeveelheid substraat flink gereduceerd wordt en minder energie nodig is voor het ontsmetten en mogelijk elektrisch/fossielvrij ontsmet kan worden buiten de kas. Vanwege benodigde sturing van de knoltemperatuur voor de juiste bloei inductie, bloem- en haakaanleg vraagt het koel-/verwarmingssysteem rond de knollen veel aandacht. Najaar 2022 zijn in demokas 2030 vier nieuwe teeltsystemen aangelegd:

  • Waterteelt met bodemkoeling tussen 2 platen.
  • Smalle Bato-goten met 2 koelslangen aan buitenkant van de goot (of 1 slang in de goot) ingegraven in een zandbed.
  • Potten hangend in een EPS-systeem met koel-/verwarmingsslangen op knolhoogte tegen buitenkant van de pot.
  • Aardbei-containers ingegraven in een zandbed. De containers hebben een uitsparing in bovenkant waar een koel-/verwarmingsslangen in ligt.

Gezien ervaringen in de praktijk is het voor de BCO Freesia van groot belang om de nieuwe teeltsystemen te blijven volgen. De zomerteelt van 2023 moet uitwijzen hoe de prototypes functioneren onder zomerse omstandigheden en of er verbeterpunten nodig en mogelijk zijn. Met name de zomerteelt is van belang om te zien of de bodemkoeling voldoende functioneert voor een goede bloei-inductie en productie in de zomer. Met deze ervaringen kunnen de systemen indien nodig 2e helft 2023 worden aangepast, waarna nog 2 teelten nodig zijn om deze aangepaste versies te testen. In deze teelten wordt ook verder ingegaan op de andere uitdagingen die er liggen om het plaagniveau van luis en trips zonder chemische middelen op een laag niveau te kunnen handhaven om verspreiding van virus tegen te gaan, al het drainwater te hergebruiken en het totale energiegebruik nog verder terug te dringen. Hier zijn al grote stappen gemaakt, met name qua vermindering van elektriciteit voor belichting.

Potanthurium

In afdeling 4, een potplantenafdeling, is vanaf de start potanthurium geteeld. Dit omdat het binnen de potplanten het een belangrijk product is met een omzet (60 miljoen Euro in 2019) dat alleen nog door de Phalaenopsis, de plantarrangementen en Kalanchoë wordt overtroffen. Het product was een vreemde eend in de vijver van Kas2030, omdat het bij relatief hoge temperaturen en vochtgehaltes wordt geteeld. Dat verhoogde het niveau van uitdaging maar heeft ook een grote hoeveelheid kennis opgeleverd.

Geleidelijk zijn de resultaten wat betreft productie en kwaliteit en vooral wat betreft duurzaamheid (emmissievrije teelt) bij elke teelt een slagje beter geworden:


  • Het project heeft laten zien dat soms meer teelttechnische en plantkundige dan technische uitdagingen zijn op de weg naar een fossielvrijeteelt van een tropisch product. De aanpak is geleidelijk aangepast van een “meer is beter” benadering naar een “minder kan zelfs beter”, benadering. In de laatste twee jaar zijn grote stappen gezet naar een beter product dat 20-25% sneller kan worden afgeteeld dan in de praktijk en dat telers in hun hogere marktsegment kunnen verkopen.
  • .
    Met een lozing van 2 l drainwater per m2 in 3 jaar zijn we heel dicht bij het nul-emissie doel gekomen. Automatische afkeur van batches door de bemestingsunit plus een niet te kwantificeren aandeel via gebroesd water zijn de oorzaak van de lozingen en zijn met eenvoudige maatregelen (die intussen al in acht zijn genomen) naar 0 te reduceren.

  • In de gewasgezondheid zijn er nog enkele grote uitdagingen die een emissievrije teelt van potanthurium bedreigen. Desondanks zijn er gedurende de loop van het onderzoek grote stappen gemaakt met een tot nul afnemend gebruik van niet-groene gewasgezondheidsmiddelen in het laatste jaar. De bedreiging van nieuwe en/of exotische plagen waarvoor geen natuurlijke vijanden beschikbaar of bekend zijn licht helaas altijd op de loer.

.
De weg naar een emissievrije teelt van potanthurium is lang en kent veel uitdagingen. Bij een warme en vochtige teelt als anthurium blijkt het lastig om latente warmte te oogsten, ook omdat bij “normale” isolatie er te veel ontvochtiging plaatsvindt tegen het kasdek met als gevolg te weinig ontvochtigingsvraag. Ontvochtigen is op zich geen doel want verdamping gaat wel gepaard met energie-inbreng maar vochtverlies uit je kasomgeving, kan wel tot een extra gebruik leiden. Door het opvoeren van de kasisolatie en het oogsten van warmte in de zomer is het gelukt om ca. 45 kWh/m2 warmte uit de kas te oogsten. Bij duurzaam en fossielvrij opwekken van alle benodigde stroom, dan zijn we nog niet volledig fossielvrij, tenzij de resterende ca. 45 kWh/m2 warmte te kort voor verwarming verder verlaagd kan worden of ingevuld kan worden uit duurzame warmtebronnen anders dan de (latente) warmte oogst uit de eigen kas.
Het is vooral dit laatste punt, de volledig fossielvrije invulling van de warmtevraag waar nog enkele stappen gemaakt moeten en kunnen worden. Om verdere stappen te zetten met potanthurium zal de kas nog verder geïsoleerd moeten worden. De enige nog denkbare optie om dit uit te voeren is om de kas te verdekken met glas met een low-e coating, om de stralingsverliezen van het kasdek te verminderen met als side-effect nog minder vocht af te voeren door condensatie tegen dat zelfde kasdek.

Publicaties